Het Nationaal Indië-monument 1945-1962 is opgericht ter nagedachtenis aan de ruim 6.400 Nederlandse militairen die in de periode tussen 1945 en 1962 als gevolg van de inzet in het voormalig Nederlands-Indië of in Nederlands Nieuw-Guinea zijn omgekomen.
Na afloop van de jaarlijkse 4 mei-herdenking van 1984 in Roermond, merkte Roermondenaar de heer Hans Cremers op, dat hij het vreemd vond dat er niet op een centrale plaats aandacht was voor de slachtoffers van het naoorlogse conflict in het voormalige Nederlands-Indië.
De Stichting Overkwartier, een groep Roermondenaren die zich bezighield met het organiseren van culturele activiteiten, besloot een commissie onder leiding van Hans Cremers in het leven te roepen om te onderzoeken of er in Roermond een blijvende herinnering voor deze groep oorlogsgetroffenen kon worden opgericht.
Het oorspronkelijke monument is op 7 september 1988 onthuld door Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard. Twee jaar later, op 7 september 1990, is de zuilengalerij onthuld door de de heer Relus ter Beek, minister van Defensie. Tijdens de onthulling sprak minister ter Beek een mea culpa uit, in verband met de houding van de Nederlandse regering tegenover de Indië-veteranen:
‘Hiermee is een nieuwe stap gezet op de weg naar erkenning waarop deze overledenen en hun nabestaanden en ook zij die toentertijd wel uit de strijd zijn teruggekeerd recht kunnen en mogen doen gelden. In ronde bewoordingen kan worden gesteld dat Nederland bij de opvang van de veteranen in gebreke is gebleven. De overheid is mede door het initiatief in Roermond wakker geschud. Gelet op het nationale karakter van het monument, stellen wij er bij Defensie een eer in het monument en de zuilengalerij te onderhouden.’
(Bron: NIM Roermond)