Toen Congo in 1960 onafhankelijk werd, verliep dat chaotisch. De Congolese regering vroeg de VN om hulp bij het herstellen van de orde.Nederland leverde een kleine militair-geneeskundige bijdrage aan de omvangrijke vredesmacht van de United Nations Operation in the Congo (UNOC). Een Nederlandse officier-arts was belast met medische bevoorrading, terwijl een aantal onderofficieren toezag op de persoonlijke hygiëne van VN-militairen en burgers
Ook de Nederlandse bijdragen aan missies die de VN en de EU vanaf 2005 in Congo ontplooiden, waren van beperkte omvang. Het betrof in veel gevallen personeel voor staffuncties. Het aandeel in de European Union Force Democratic Republic of Congo (EUFOR RDC), die in 2006 toezag op een ordentelijk verloop van de verkiezingen, was met een infanteriepeloton en een chirurgisch team wat groter.
Rwanda kreeg met nog veel meer geweld te maken. Begin jaren 1990 viel een Tutsi-rebellenleger het land vanuit Oeganda binnen. Om escalatie te voorkomen, stuurde de VN in augustus 1993 militaire waarnemers naar het grensgebied. Nederland leverde voor deze United Nations Observer Mission in Uganda-Rwanda (UNOMUR) tien militairen. In april 1994 ontaarde het conflict tussen Hutu’s en Tutsi’s in Rwanda in een genocide van ongekende omvang. Westerse landen brachten daarop eigen burgers en militairen snel in veiligheid, mede met hulp van de Nederlandse luchtmacht. Nederland besloot behoudens een groep instructeurs geen troepen te leveren aan nieuwe vredesmacht, de United Nations Assistance Mission in Rwanda (UNAMIR).
Wel stelde Nederland ruim honderd militairen beschikbaar voor acute hulpverlening aan de meer dan een miljoen Hutu-vluchtelingen in Zaïre. In en rond Goma, vlak bij de grens met Rwanda, probeerde het Netherlands Detachement Provide Care in augustus 1994 de ongekende ellende te verlichten. Een vijftal van hen bleef op VN-verzoek 6 weken langer.
Burundi kende zijn eigen problemen met Hutu’s en Tutsi’s. Na een bloedige burgeroorlog sloten de twee bevolkingsgroepen in 2000 een akkoord. De VN ondersteunde het vredesproces met verschillende missies. De Nederlandse bijdrage was van bescheiden omvang. Het leverde vooral stafofficieren die zich bezighielden met het hervormen en opbouwen van de veiligheidssector (Security Sector Reform/Development). Voor de realisatie van SSR- en SSD-projecten stelde de Nederlandse regering regelmatig enkele militairen beschikbaar.
In het grensgebied van Tsjaad, Sudan en de Centraal-Afrikaanse Republiek sloegen in 2007 honderdduizenden mensen door gewelddadigheden op de vlucht. Rondtrekkende rebellen en bendes vormden een ernstige bedreiging voor vluchtelingen en buitenlandse hulpverleners in de grensregio. Om bescherming te kunnen bieden, ging de Europese Unie over tot de oprichting van de European Union Force Tchad/République Centrafricana (EUFOR Tchad/RCA). Nederland stelde daarvoor tien maanden lang een zestig mariniers sterke verkenningseenheid ter beschikking. De mariniers vormden de ‘ogen en oren’ van een Iers bataljon. In Tsjaad deden de mariniers voor het eerst operationele ervaring op met hun nieuwe rupsvoertuig, de Viking.
Om dit interview te beluisteren wordt u omgeleid naar veteranenvertellen.nl