Het herkenningsplaatje, ook wel bekend als hepla, van 1917 tot heden.
Rond 1900 zag de legerleiding de noodzaak van een herkenningsplaatje (afkorting: hepla). Zo kon in oorlogstijd de identiteit van een gesneuvelde of gewonde militair vastgesteld worden. Het hepla werd dan ook alleen verstrekt in geval van oorlog of andere buitengewone omstandigheden. Het ID-plaatje werd ook wel val-dood-plaatje of hondenpenning (dogtag) genoemd.
Dit herkenningsplaatje werd direct verstrekt bij binnenkomst in het leger. De militair in uniform is verplicht om zijn plaatje om zijn nek te dragen, behalve bij gevaarlijk werk. Na zijn vertrek bij Defensie mag de militair het plaatje houden.