Het pistool van 1925 tot heden

22 oktober 2019
Deel dit bericht:
Toen en nu: het pistool van het Nederlandse leger

Een vuistvuurwapen is voor de nabijverdediging beter dan een lang en onhandig geweer. Bovendien als het semiautomatisch werkt, is er bij noodgevallen tijdwinst te boeken door niet te hoeven grendelen.

1 / 1

1925-1940: M.25

Tussen 1926 en 1940 zijn er 60.000 exemplaren M325-pistolen besteld bij de Fabrique National d’Armes de Guerre in Herstal in België. In het magazijn is plaats voor zeven patronen, en met een patroon in de kamer is ere en capaciteit van acht schoten. Bovenop de slede is een gekroonde letter W gegrafeerd, als teken dat dit pistool is bedoeld voor militaire doeleinden. Aan de ring onder aan de greep kan een pistoolkoord worden bevestigd, zodat het pistool om de nek gedragen kan worden.

Tot 1932 waren er twee versies: pistool M25 No.1 met een kaliber van 7,65 mm en pistool M25 No.2 in 9 mm. Door het vervangen van de lopen is daarna alleen nog sprake van de 9 mm-versie.

1994-nu: Glock 17

De Oostenrijkse wapenfabrikant Glock werd in 1980 benaderd om een nieuw pistool voor het Oostenrijkse leger te ontwikkelen. De Nederlandse krijgsmacht stapte in 1994 over op de Glock 17. Het pistool werd vanaf 2016 vervangen door Glock 17s van de 4e generatie. Defensie kocht 16.300 nieuwe pistolen.

De Glock 17 is een semiautomatisch (een schot per trekkerbeweging) pistool geschikt om caliber 9x19mm Parabellum-munitie mee te verschieten. De Glock 17 heeft een patroonhouder met een capaciteit van 17 patronen. De Glock Gen4 heeft drie beveiligingen: de trekkerveiligheid, slagpinveiligheid en valveiligheid.

Het pistool heeft een effectief bereik van 40 meter. Een standaard-kogel verlaat de loop met ongeveer 375 meter per seconde. Omdat het wapen grotendeels van polymeer is, behalve loop, slede en kamer, is het licht en toch sterk (625 gram).

Meer lezen?

Log in en lees deze editie in zijn geheel digitaal.