WOI: mobilisatie van 200.000 Nederlandse mannen

9 november 2018
Deel dit bericht:
Wachthouden aan de grenzen.

Op zondag 11 november is het 100 jaar geleden dat om 11 uur in de ochtend het staakt het vuren inging tussen de strijdende partijen in de Eerste Wereldoorlog.

Alhoewel al uren bekend was dat er een einde zou komen aan één van de grootste slachtingen die de mensheid gekend had, werd er letterlijk tot de laatste seconde doorgevochten. De Amerikaanse soldaat Henri Gunther, zette nog een aanval in met de bajonet op zijn geweer, enige minuten voor het ingaan van de wapenstilstand. Om 10.59 werd hij geveld door een salvo uit een Duits machinegeweer. De Canadese soldaat George Price zou ook vlak voor het ingaan van de wapenstilstand geraakt worden en blies om 10.58 uur zijn laatste adem uit. Hij werd begraven op het St Symphorien Military Cemetery, vlakbij de Belgische plaats Mons. Op diezelfde militaire begraafplaats ligt ook John Parr die daar vier jaar eerder in 1914 sneuvelde en wordt gezien als de eerste Britse gesneuvelde van deze oorlog. Er zouden ongeveer 10 miljoen andere militairen sneuvelen en ook nog eens 10 miljoen burgers omkomen.

Artilleristen in opleiding doen schietoefeningen met het veldgeschut ‘8 cm staal’, Oldebroek, 1915

200.000 mannen gedwongen de wacht

Aan Nederland, dat er in slaagde neutraal te blijven, ging deze tragedie grotendeels voorbij. Wel werd er gemobiliseerd en werden meer dan 200.000 Nederlandse mannen gedwongen de wacht te houden aan onze grenzen. Ons land ving meer dan een miljoen Belgische vluchtelingen op en ging een periode van armoede, schaarste en tekorten door, maar wist buiten het grote sterven te blijven. Dat wil niet zeggen dat dat ook voor Nederlandse individuen gold. De Verenigde Staten bleken er een hele ruime definitie op na te behouden ten aanzien van de dienstplicht, waardoor vele Nederlanders, die in de Verenigde Staten woonachtig waren, ook zonder Amerikaanse nationaliteit gedwongen werden dienst te nemen. Ook Duitsland stuurde rustig oproepen aan in Nederland, vooral in de grensstreek, wonende jonge mannen, die toevallig een Duitse vader of moeder hadden. Velen van hen zouden zich ook gewoon melden. Het Franse vreemdelingenlegioen kende ook vele Nederlandse vrijwilligers.

Het graf van Meince J. Hettinga (Hettinger). Begraven op de Amerikaanse begraafplaats Meuse Argonne nabij Verdun. Zijn familie woonde gewoon in Nederland. Hij was Nederlands staatsburger die dienst nam in het Amerikaanse leger.

Nederlandse WOI veteranen

Velen zouden er sneuvelen, maar de overlevenden keerden vaak gewoon terug naar Nederland. Na 1918 waren er dus wel degelijk Nederlandse Eerste Wereldoorlog veteranen, al zouden ze natuurlijk nooit als zodanig worden erkend.  Hierbij kon ook de groep emigranten gerekend worden die in het interbellum zich in Nederland heeft gevestigd en de loopgraven aan lijf en leden hadden meegemaakt. De bekendste Nederlandse veteraan is wellicht Ludovicus Van Iersel. Hij diende terwijl hij zijn Nederlandse nationaliteit nog had in het Amerikaanse leger. Hem werd als Nederlander de hoogste Amerikaanse onderscheiding toegekend; de Medal of Honor. Van Iersel is begraven op de ere begraafplaats Arlington in Washington.

(Foto veldgeschut: Nederlands Instituut voor Militaire Historie)