Boegbeeld Barry

17 april 2025
Deel dit bericht:
Creativiteit en verwerking.

Barry Hofstede (52) schrijft verhalen, essays, hoorspelen en nog veel meer. Hierin behandelt hij zijn missie-ervaringen en bespreekt hij de wereld om hem heen. In 2005 ging zijn eerste toneelstuk, Thuisfront, in première. Sinds 2007 schrijft Barry columns voor Checkpoint Magazine.

Missie: Bosnië (1992)

Boegbeeld veteraan Barry in huiskamer.
Tekst: Daphne van Noordt/ Foto: Ivo van der Bent

Barry komt de kamer binnen en neemt plaats achter een rommelig bureau. Hij klapt zijn laptop open, waar een bril naast ligt. De kamer is gevuld met boeken en platen. Een fotocollage van Barry en zijn broer staat naast een plastic Elvispop. Aan de muur hangen schilderijen, tekeningen en een foto van Travis Bickle, een Vietnamveteraan uit de film Taxi Driver. Liedteksten van Q65 en The Small Faces zijn ingelijst. Een kleerhanger van Ringo Starr en een frisbee van The Ramones zijn ook in de kamer tentoongesteld. Barry begint de tekst op zijn laptopscherm hardop voor te lezen.

Start monoloog.

‘Het is twintig graden onder nul. Alles wat ik zie, is wit. Het licht van de zon weerkaatst fel tegen de pakken sneeuw. Onze vrachtwagens banen zich een weg door de bergen. Op het pad drie mensen. Een man. Een vrouw. Een kind. Ze reizen met een koffer. Het enige wat ze hebben, is elkaar. Ik kijk hen aan en ze kijken terug. Doorrijden. Ik mag deze mensen niet meenemen en ik moet doorrijden. Onpartijdig noemen ze dat. Onmenselijk is wat het is. Het is tien graden onder nul. Een man laadt de auto’s in. Hij draagt een pyjama. Zijn blote voeten worden bedekt door rubberen laarzen. Hij stopt met inladen. Hij wikkelt kranten om zijn voeten en trekt zijn laarzen weer aan. Ik schaam me om mens te zijn.

De gedachten sudderen en gisten. Ze geven vorm aan waanideeën en herbelevingen. Ze voeden paranoia en woede-uitbarstingen. Met angst en paniek vul ik dagboeken. Dit moet stoppen. Ik wil me nooit meer zo voelen. Eindeloze vragenlijsten voelen als examens. Waar of onwaar? PTSS. Een duidelijke benaming met een duidelijke definitie. Het zit niet in mijn hoofd. Ik draag dit bij me. Anderen dragen dit bij zich. Feest der herkenning. Er komt ruimte vrij in mijn hoofd. Ik ga op zoek naar waar ik die mee wil vullen. Ik ga iets doen wat ik leuk vind. Ik ga door met schrijven. Mijn teksten zijn altijd vuilnisbakken geweest. Ik deponeer daar wat ik met niemand bespreek. Door de dagelijkse werkelijkheid op papier te zetten, kan ik er van een afstand naar kijken. Het wordt begrijpelijker, makkelijker om te delen. Mijn teksten wil ik delen.

In mijn schrijfopleiding zet ik mijn uitzending centraal. Ik wil duidelijk maken wat ik daar heb gedaan. Wat anderen nog steeds in het buitenland doen. Nederland heeft geen goed besef van wat er speelt rond uitzendingen. Vakantie en dolle pret, hoor ik. Eigen schuld dikke bult, hoor ik ook. Het leger zit daar in naam van een land, een regering, een bevolking. Ik zit daar zodat jij dat niet hoeft te doen. Ik wil dit besef vergroten bij het publiek, bij de lezers van mijn teksten. Bovendien helpt schrijven mij om weer te leren voelen. Om te leren stilstaan bij wat er in mij omgaat. Dit gaat niet vanzelf. Met alles wat ik schrijf, maar ook elke situatie in het leven die ik tegenkom. Het enige wat je kan doen, is zorgen dat je de volgende keer beter faalt.

Ik maak lijstjes. Gebeurtenissen, anekdotes en herinneringen zet ik onder elkaar. Dit helpt om richting te geven aan mijn tekst. Ik maak keuzes. Ik schrijf en kijk daarna pas wat ik geschreven heb. Het heeft geen zin om continu over je eigen schouder mee te kijken. Het is leuk om het ene op het andere woord te laten volgen. Mezelf daarin te kunnen verrassen. Ik maak fouten. Met creativiteit omarm je je eigen imperfectie. Daarom ben ik niet bang om te falen. Kill your darlings. Ik maak statements. Met het schrijven geef ik vorm en inhoud aan de zielsverpletterende, tenhemelschreiende machteloosheid die ik voel als ik de nieuwsberichten lees. Als ik zie hoe apathisch mensen daarop reageren. Ik maak mensen blij. Ik maak mensen boos. Ik raak mensen.

Ik vind dat ik een verantwoordelijkheid heb om positief te zijn. Dat kan ook door juist negatieve zaken te behandelen. Cynisme is het makkelijkste dat er is. Geestelijke luiheid vermomd als intelligentie. Ik probeer er ver van weg te blijven. Als schrijver kan ik goed tussen de regels door schrijven. Niet elk beestje hoeft bij de naam genoemd te worden. Maar over sommige dingen valt niet te marchanderen. Over haat en discriminatie ben ik direct. Ik ben iemand met een mening. Politiek en religie zijn hete hangijzers. Dit blijkt uit reacties op mijn teksten. Wie de schoen past, trekke hem aan. Ik krijg de vraag of ik eens de Bijbel wil lezen. Of ik God in mijn hart wil sluiten. Mensen lezen slecht. Ze lezen wat ze willen lezen. Niet begrepen worden kan frustrerend zijn. Woorden maken veel los. Ik ga door met schrijven.

“Mijn boegbeelden zijn mijn ouders. Die me hebben bijgebracht om rijkdom en geluk te delen en er voor een ander te zijn.”

– Barry Hofstede

Mijn teksten zetten aan tot denken. Het is gespreksstof. In een nagesprek van mijn toneelstuk Thuisfront vertelt een veteraan mij dat hij zich gezien voelt. Het toneelstuk behandelt onderwerpen die voor hem bekend zijn. Waarom hij moeite heeft om zich open te stellen. Voor hem nog onbekende onderwerpen worden ook aangehaald. Het stuk liet hem zien wat voor ontzettende hork hij thuis kan zijn. De veteraan en zijn partner startten een gesprek. Mijn tekst opende hun ogen en vergrootte het begrip jegens elkaar. Het is mooi om te zien hoe dat gebeurt. Ik ga door met schrijven. Een veteraan vraagt mij om feedback. Hij schrijft ook. Schrijven moet je leren. Een verhaal vertellen lukt hem niet. Ik denk dat hij gedichten moet gaan schrijven. Zijn eerste dichtbundel komt twee jaar later uit.

Zonder mijn uitzending was ik nooit gaan schrijven. Het heeft me tien jaar van mijn leven gekost, maar het heeft me op het pad naar mezelf gezet. Het is een pad waar ik nog steeds overheen strompel, af en toe een verkeerde afslag neem. Mijn uitzending heeft me de betekenis van kameraadschap bijgebracht. We waren vreemden voor elkaar. Een zooitje ongeregeld, jong en onstuimig. We hebben samen lachend om de tafel gezeten en huilend aan het graf gestaan. We hebben ons helemaal kapotgewerkt en geprobeerd het verschil te maken in een wereld waarin het er soms beestachtig aan toegaat. Ik heb fouten gemaakt en stomme dingen gedaan. Maar ik heb ook mooie momenten gekend en liefde gevoeld. Wat ik heb geleerd, is dat we meer naar elkaar moeten luisteren. Laten we vooral meer naar elkaar luisteren. Bedankt dat jij naar mij hebt willen luisteren.’

Einde monoloog.

Barry kijkt nog even naar de tekst en klapt dan zijn laptop dicht. Hij maakt wat aantekeningen op een notitieblok. Hij staat op van zijn stoel en verlaat de ruimte.

Meer Boegbeelden?

Twintig portretten van veteranen die als boegbeelden de veteranengemeenschap versterken en die onze vertegenwoordigers zijn in de burgermaatschappij. Het respect en de waardering die zij ontvangen, is een erkenning voor alle veteranen.

 

Het magazine van Boegbeelden op stapeltjes naast elkaar.