Majoor Dave Botermans (55) is projectleider van Project Nova NL. Hij brengt veteranen die met politie en justitie in aanraking (dreigen te) komen in contact met het NLVi om ze zo de juiste zorg te bieden. Dave is naast militair ook politievrijwilliger.
Missies: Bosnië (1996), Somalië (2013, 2014) en Mali (2015, 2017)
‘Als de trein de goede richting op rijdt, dan spring ik er op’, zegt Dave, die in zijn werkzame leven vaak een carrièreswitch maakte omdat hij kansen zag. In januari 1992 kwam hij op als dienstplichtige. Na het doorlopen van de School Reserve Officieren en Kader Infanterie (SROKI) op de Jan van Schaffelaerkazerne in Ermelo was hij als dienstplichtig sergeant bij 446 Infanterie Beveiligings Compagnie (IBC) verantwoordelijk voor de bewaking van militaire complexen in de buurt van Nunspeet.
Aan het eind van zijn dienstplicht solliciteerde hij bij de luchtmacht en de marechaussee, maar dat werd geen succes. Hij was een jaar lang glaszetter, voordat hij solliciteerde naar de functie van onderofficier bij de infanterie. Na de KMS in Weert ging hij naar Seedorf in Duitsland. Begin 1996 maakte hij deel uit van het gemechaniseerd infanteriebataljon, de Nederlandse bijdrage aan de Implementation Force (IFOR) in Bosnië, dat de naleving van het Daytonakkoord controleerde met patrouilles en (mobiele) controleposten. Hij probeerde nog naar de KMA te gaan, maar dat door een stomme fout van zijn bataljonscommandant ging dat niet door.
In 1998 verliet hij Defensie en ging de bouw in. Het sfeertje in de bouw stond hem wel aan. Toen dit werk na twee jaar een sleur werd, zag hij voor zichzelf een nieuwe kans bij de politie. In 2000 begon hij op de politieschool in Lochem. Na zijn opleiding begon hij als agent in geüniformeerde dienst in de stad Groningen. Hij deed van alles: ‘Ik was ME’er, deed vuurwapencriminaliteit, was praktijkbegeleider van jonge collega’s, biker en deed af en toe recherchewerk.’ Bij een huiszoeking zag hij voorwerpen die hij herkende: ‘Een blauwe baret, foto’s van Libanon, herkenningsplaatjes, allemaal van dat soort dingetjes.’ Dit waren spullen van een Libanonveteraan die in de problemen was gekomen.
Later kwam Dave vaker in contact met veteranen die moeilijkheden hadden met politie en justitie. Hij praatte er met collega’s over, onder wie Freddy Boonstra, een veteraan die agent was in Assen, en zocht contact met het Veteraneninstituut voor hulp.
“Mijn boegbeeld is mijn vader, die na de Tweede Wereldoorlog koopvaardij officier in Nederlands-Indië was. Hij zei altijd: “Denk in mogelijkheden en als iemand nee zegt, dan hoef je je daar niet zomaar bij neer te leggen.”
Niet lang daarna verliet Dave de politie en ging terug naar Defensie. Hij deed alsnog de KMA en werd inlichtingenofficier. Hij ging nog viermaal op missie: twee keer met de marine naar Somalië voor antipiraterijoperaties en tweemaal naar Mali. Maar de veteranen die in aanraking kwamen met de politie bleven hem bezighouden. Hij had ondertussen contact met Ludy de Vos, de toenmalige directeur van het Veteraneninstituut, die hem een functie aanbood. Hij trok zijn sollicitatie om UNTSO-waarnemer in Israël te worden in en ging aan de slag als consulent voorlichting in Doorn. Daar ‘bemoeide’ hij zich met allerlei initiatieven die zich richtten op veteranen met een hulpvraag, zoals het Reach-out Team van Alex Spanhak (voor zorgmijdende veteranen) en de Veteranen Roos Locaties van Arno Roos (outdoorlocaties voor rustzoekende veteranen).
Dave kwam ook in contact met luitenant-kolonel van de luchtmacht Esmeralda Kleinreesink. Die had in Engeland kennisgemaakt met het Nova-project. Engelse politieagenten vroegen arrestanten of zij veteraan waren. Bij bevestiging kreeg de arrestanten een vinkje en ging de informatie door naar de hulpverlening. Volgens Dave waren ze dan al te ver afgegleden; agenten moesten ‘hun’ veteranen al eerder in beeld hebben. Dave hoorde dat Freddy Boonstra in Assen was doorgegaan met het helpen van veteranen met problemen. Freddy bleek op lokaal niveau alles al te doen zoals hij eerder voor ogen had. Dave heeft het project toen landelijk op poten gezet.
Er werken nu zo’n tweehonderd veteranen bij de politie die Nova-agent zijn. Zij zoeken in hun werkgebied veteranen op om een praatje met ze te maken. Veteranen die in de problemen dreigen te komen, weten de Nova-agent daarna sneller te vinden. Ze bellen de Nova-agent dan met de mededeling dat het niet zo lekker gaat en vragen om het NLVi-nummer.
Dave heeft een warm hart voor militairen én politiemensen. ‘Die doen allebei een stap extra. Waar anderen gillend wegrennen, rennen zij er juist heen.’ Voor veteranen met problemen wil hij een extra stap zetten, die wil hij ondersteunen. Het liefst aan de voorkant: ‘Dan is het probleem vaak al weg voordat het écht problematisch wordt.’
Twintig portretten van veteranen die als boegbeelden de veteranengemeenschap versterken en die onze vertegenwoordigers zijn in de burgermaatschappij. Het respect en de waardering die zij ontvangen, is een erkenning voor alle veteranen.