Edwin de Wolf (55) was drie keer deelnemer aan de Invictus Games (IG) en werd daarna teammanager van het Nederlandse IG-team. Hij werkt als manager bij het Militair Revalidatie Centrum in Doorn. We legden hem vijf stellingen voor over veteranen en sport.
Missies: Bosnië (1994)
‘Absoluut. In mijn werk als manager bij het Militair Revalidatie Centrum en als teammanager voor de Invictus Games is plezier in beweging altijd het startpunt. Voor veel veteranen, die zowel fysiek als mentaal beschadigd zijn, biedt sport een waardevol platform om kracht en doorzettingsvermogen te tonen. En sport begint niet met competitie; het begint met plezier! Het draait om samen bewegen, lol hebben en ervaren wat sport voor je kan betekenen. Pas als je dat plezier hebt ontdekt, kun je verder denken over de competitieve kant van sport. Competitie kan veel druk en stress met zich meebrengen, wat vereist dat je leert omgaan met spanningen en verwachtingen. Zonder dat fundament van plezier zal het moeilijk zijn om sport op de lange termijn vol te houden. Zelfs het bereiken van kleine doelen kan een boost in gelukshormonen geven en die zijn essentieel voor zowel lichaam als geest.’
‘Dat klopt! Als ik kijk naar mijn eigen situatie, ik mis een been, dan kom ik in de burgermaatschappij dergelijke mensen vrij wel nooit tegen. Maar tijdens de Invictus Games zie ik ze elke dag. Het herinnert me eraan dat ik niet alleen ben en het geeft een gevoel van kracht. Iedereen heeft daar vergelijkbare ervaringen: lange tijd van huis, niet onge-schonden teruggekeerd. Dan zie je dat je omringd bent door honderden mensen die hetzelfde doormaken. Die verbinding geldt trouwens niet alleen voor sportende en gewonde veteranen, maar voor alle veteranen wereldwijd. Wij komen allemaal uit een organisatie die overal ter wereld een sterke kameraadschap, verbroedering en een gedeeld gevoel van saamhorigheid weet te creëren. Zet je veteranen bij elkaar die elkaar niet kennen, dan zie je in no time die unieke kameraadschap ontstaan die zo kenmerkend is voor Defensie. De gedeelde ervaringen scheppen een band.
Ik heb het zelf meegemaakt tijdens een lezing in Parijs voor de World Veterans Federation. Daar waren Engelse en Argentijnse militairen die tegen elkaar hadden gevochten in de Falklandoorlog, maar zelfs zij hadden genoeg aan een blik om elkaar op dat moment te ondersteunen. Het was een duidelijk voorbeeld van hoe we als veteranen, ondanks de politieke en militaire verschillen, mens blijven en geen haat hoeven te voelen voor elkaar. Dat was een prachtige ervaring.’
“Douglas Bader werd, ondanks het verlies van beide benen, gevechtspiloot in de Tweede Wereldoorlog. Na de oorlog heeft hij andere gewonde militairen geholpen, precies zoals ik dat nu doe”
‘Er is veel discussie over dit onderwerp, maar uit mijn eigen ervaring zie ik juist veel waardering. Kijk bijvoorbeeld naar de Invictus Games in Den Haag: alles was uitverkocht en de sfeer was geweldig. Dat waren niet alleen collega’s van Defensie, maar ook veel mensen uit de burgermaatschappij. Sinds 2016 heb ik meer dan zeshonderd lezingen gegeven, vaak voor organisaties zonder directe connectie met Defensie. Keer op keer hoor ik: “Wauw, dit is indrukwekkend.” Hoewel dit mijn persoonlijke verhaal is, benadruk ik altijd dat het slechts een van de duizenden succesverhalen is. Soms kijken we te veel naar Amerika, waar veteranen in volle stadions applaus en respect krijgen. Dat is prachtig, maar dat gaan we hier in Nederland niet meemaken.
In plaats daarvan moeten we ons richten op wat hier wél mogelijk is. De Invictus Games in Den Haag en Düsseldorf hebben laten zien hoeveel waardering er is voor sportende veteranen met een beperking. Tegelijkertijd moeten we realistisch blijven. De Nederlandse cultuur is nu eenmaal ingetogener; we schreeuwen het niet van de daken. Toch bouwen veteranen vaak indrukwekkende netwerken op en hebben ze impact in de burgermaatschappij. Neem bijvoorbeeld een initiatief zoals het Veteranen Search Team. Dat is een prachtig voorbeeld van hoe veteranen zich maatschappelijk extra nuttig maken door justitie op professionele wijze te ondersteunen bij zoekacties. De reacties hierop zijn uitsluitend positief. Het toont aan dat veteranen naast hun gewone werk nog meer kunnen betekenen en dat wordt in de samenleving enorm gewaardeerd.’
‘De Invictus Games zijn fantastisch en laten zien wat sport kan betekenen voor het herstel en welzijn van gewonde militairen en veteranen. Maar het zou mooi zijn als we dit soort initiatieven verder uitbreiden en programma’s ontwikkelen voor álle veteranen. Het hoeft niet meteen grootschalig of nationaal te zijn; lokaal beginnen is ook een geweldige stap.
Gemeenten zouden bijvoorbeeld meer kunnen investeren in sport- en beweegprogramma’s speciaal voor veteranen die daar behoefte aan en baat bij hebben. Denk aan wekelijkse trainingsgroepen, wandelclubs of aangepaste sportevenementen. Uiteindelijk zou het niet alleen om de gewonde veteraan moeten gaan, maar ook om diegene die op het eerste gezicht niets mankeert, maar die soms denkt: Hé, ik zit niet lekker in mijn vel. Ook voor hem kan sporten een uitlaatklep zijn, een manier om structuur in de week te brengen of nieuwe sociale contacten op te doen. Tegelijkertijd moeten we realistisch blijven. Sport is niet voor iedereen dé oplossing. Veel veteranen houden van sport en beweging, maar er zijn er ook genoeg die er minder interesse in hebben.
Voor de een is dat een teamsport, voor de ander misschien yoga, vissen of schilderen. Het belangrijkste is dat we veteranen die dat nodig hebben, blijven ondersteunen bij het vinden van een gezonde balans in hun leven.’ Het beëindigen van een sportcarrière is net zo belangrijk als het beginnen ervan. ‘Daar zit echt een harde kern van waarheid in. Uiteindelijk geldt dat ook voor de Invictus Games. Canada 2025 was mijn laatste keer. Het is misschien een cliché, maar het is waar: je moet stoppen op je hoogtepunt en dat geldt ook hier. Het doet pijn, want ik heb daar eigenlijk helemaal geen zin in, maar het is goed dat ook anderen – niet alleen ik, maar een groot deel van de staf – ermee stoppen.
Ik ben al meer dan tien jaar actief betrokken bij de Invictus Games. Gedurende deze tijd heb ik drie keer deelgenomen als atleet en twee keer als teammanager. Het is een ongelooflijk bijzondere periode geweest waarin ik heb mogen werken met toegewijde sporters, een ondersteunend thuisfront en een betrokken begeleidingsteam. Iedereen heeft zich altijd volledig ingezet om het beste uit zichzelf en uit elkaar te halen, en dat heeft geleid tot prachtige resultaten – zowel op als buiten het veld.
Het zien groeien van de sporters, het overwinnen van persoonlijke barrières en het vieren van hun successen is iets wat me altijd zal bijblijven. Deze reis heeft niet alleen sportieve prestaties opgeleverd, maar ook diepe verbindingen en blijvende herinneringen die veel verder gaan dan de sport zelf. Het is nu tijd voor anderen om de kans te krijgen om de Invictus Games voort te zetten en hun eigen invulling eraan te geven.’
Twintig portretten van veteranen die als boegbeelden de veteranengemeenschap versterken en die onze vertegenwoordigers zijn in de burgermaatschappij. Het respect en de waardering die zij ontvangen, is een erkenning voor alle veteranen.