Mohan Verstegen (45) is militair arts en hij maakt zich sterk voor diversiteit en inclusie binnen Defensie. Op zijn socialmedia-account, @doktermo, deelt hij verhalen en inzichten om acceptatie te bevorderen en meer bewustzijn te creëren. Zijn doel: een veilige en inclusieve omgeving voor iedereen
Missies: Afghanistan (2014) en Irak (2017).
‘Als militair arts ben ik op uitzending geweest naar Afghanistan en Irak. Ik denk wel dat je een andere militair wordt door een uitzending. Ik kreeg als dokter meer inzicht in klachten waar andere militairen mee kunnen lopen, zoals fysieke en mentale belasting. Ik kan me nu beter voorstellen hoe het is om mensen te missen, om een hechte groep te vormen en hoe om te gaan met bepaalde praktische uitdagingen tijdens een missie.
In mijn werkpak zie je niet dat ik ook op uitzending ben geweest, maar soms kwam het ter sprake tijdens een consult. Dan vertelde iemand dat hij of zij op uitzending was geweest en zei ik: “Ik ook.” Meestal hield ik het daarbij. Het was niet altijd nodig om mijn eigen ervaringen te benoemen, maar wanneer ik dat wel deed, merkte ik dat het een bepaalde verbinding schiep. Het kan patiënten geruststellen om te weten dat ik hun situatie vanuit een gedeelde ervaring begrijp.
Zelf heb ik geen last gehad van mijn uitzendingen, maar ze gaven me meer begrip voor de context van het thuiskomen na een missie. Niemand heeft dezelfde ervaring, maar dat ik zelf op uitzending ben geweest helpt mij om gerichter vragen te stellen als dokter.’
‘Ik ben homo en heb redelijk snel mijn seksuele geaardheid gedeeld op het werk, maar het is iets waar je telkens opnieuw mee te maken krijgt. De geneeskundige dienst van Defensie is vrij divers. Er werken veel vrouwen en mensen die ook buiten Defensie werkervaring hebben opgedaan. Achteraf gezien was het niet altijd nodig dat het zo’n “ding” was.
Defensie is een plek waar je veel verschillende mensen ontmoet, maar er is nog steeds een bepaalde conservatieve cultuur, vooral onder oudere militairen. Er zijn nog steeds mensen die denken dat roze niet bij een man past. Dat soort vooroordelen blijft bestaan.
Maar tijdens internationale uitzendingen, bijvoorbeeld met de Italianen en Hongaren, ben ik wel weer terug de kast in gegaan. Je zit samen met ze in een kamp, eet pizza of goulash en dan praat je natuurlijk over thuis. Maar ik koos ervoor om dat niet te delen. Niet uit angst, maar om het gewoon makkelijk te houden. Je wilt geen gezeik. Dat was een bewuste keuze en als ik nu weer op uitzending zou gaan, denk ik dat ik hetzelfde zou doen. Je weet niet hoe mensen in andere landen of krijgsmachten hierop reageren, dus je voorkomt liever mogelijke problemen. In Oost-Europa is het door de huidige politieke koers voor de lhbti-gemeenschap moeilijker geworden. Dat merk je ook binnen de krijgsmachten van landen als Hongarije.’
“Voor mij zijn Gwenda Nielen en Claudia Redout mijn boegbeelden. Zij hebben met moed en toewijding inclusie van vrouwen bij Defensie op de kaart gezet.”
‘Mijn visie is dat Defensie over tien jaar een plek is waar iedereen zich thuis voelt, ongeacht wie ze zijn of waar ze vandaan komen. Ik deel op Instagram regelmatig berichten over thema’s als gender, seksuele voorkeur en de masculiene norm. Hiermee wil ik anderen aanmoedigen om met elkaar in gesprek te gaan. Het is bijzonder om te zien dat anderen zich herkennen in mijn dilemma’s en wie ik ben. Dat geeft me veel energie om door te blijven gaan.
Vaak hoor ik: “Ik zou willen dat ik de kracht en moed had om te doen wat jij doet, maar die heb ik nog niet.” Dit raakt me, omdat het aantoont hoeveel mensen worstelen met zichzelf en hun plek binnen Defensie. Voor mij gaat mijn inzet verder dan alleen het zijn van een boegbeeld. Het draait om het ondersteunen van mensen, om te laten zien dat ze niet alleen staan en ze aanmoedigen om zich uit te spreken. Dat is voor mij het allerbelangrijkste.
Er is vaak een spanningsveld tussen de generaties binnen Defensie. We hebben het Defensie van het verleden, waar veel veteranen nog in denken. Het Defensie van het heden zet stappen richting meer diversiteit en daar willen we naartoe werken.
Mijn hoop is dat over tien jaar diversiteit binnen Defensie vanzelfsprekend is, maar ik ben bang dat ik dan nog steeds zal moeten vechten voor verandering. Het is een lange weg, maar ik geloof dat we het gaan bereiken. Defensie moet uiteindelijk een plek worden waar iedereen zichzelf kan zijn, ongeacht seksuele geaardheid of gender.’
Twintig portretten van veteranen die als boegbeelden de veteranengemeenschap versterken en die onze vertegenwoordigers zijn in de burgermaatschappij. Het respect en de waardering die zij ontvangen, is een erkenning voor alle veteranen.