Massai en Chalina hebben een bijzondere vriendschap. Van samen uren op de ziekenauto in Bosnië naar elkaar helpen het leven ‘goed te leven’.
Toen: hulppostcommandant GNK AMV’er
Nu: filiaalmanager kledingwinkel en tour- en podiummanager van verschillende artiesten
Missies: 1996 IFOR-3, 2000 SFOR-8, 2001/2002 SFOR-111
Over Chalina: ‘Zij vertrouwt op haar intuïtie.’
‘Toen ik een nieuw team moest gaan bouwen om mee naar Bugojno in Bosnië te gaan, kwam Chalina binnen als chauffeur. Zij viel direct op: ze is heel klein van stuk, maar niet op haar mondje gevallen. Een klein mens met een groot voorkomen. Ik vond haar een vrouwelijke Pietje Bell: ze is slim, heeft veel inzicht, maar als ze uit haar vel sprong, dan gebeurde er wat. Gelukkig kon ze zich heel goed beheersen, want ze deed aan kickboksen. Ik was dan officieel wel haar commandant, maar ze voelde als mijn gelijke. Dat ligt ook aan mijzelf. Ik laat mensen graag zelf besluiten nemen en het hele team hield wel van die zelfstandigheid. We hielpen ook allemaal mee bij de bar en bij Herstel.’
‘Nee, we verschillen van elkaar. Ik kan me nog herinneren dat wij met de ziekenwagen in een konvooi langs een ongeluk reden. Ik moest kijken of er geen militairen bij betrokken waren. Ik kon ze wat materialen zoals infusen geven, maar voor één persoon konden we niks meer doen. Zijn hoofd lag eraf. In overleg met onze commandant reden we door. Chalina stelde in de avond een paar keer de vraag “Hadden we echt niks kunnen doen? We kunnen toch altijd íets doen?” Ik ben dan nuchter: “We hebben alles gedaan wat we konden.” Maar de volgende ochtend stelt Chalina die vragen opnieuw. Zij is er nog lang mee bezig geweest. De dood is dichtbij daar. Zo waren we als team ook veel bezig met de broer van ons teamlid Sonja. Hij diende bij de eenheid die wij in Bosnië aflosten en was tijdens de missie door een eigen tank overreden en overleden.’
‘Met het Herstelpeloton hebben we een oud en nieuwfeestje georganiseerd. We wilden het onvergetelijk maken, dus kozen we voor een beachparty in de sneeuw. We reden zand naar binnen, maakten palmbomen van de groene jute van onze camo, er was een badkuip en een dj. Als genezerik heb je trouwens nooit echt vrij hè, want als er in de nacht een van de jongens laveloos op de gang lag, dan werd ik opgetrommeld. En overdag trokken mensen ook altijd naar ons toe, voor een babbeltje. Dat Chalina nu bij personeelszaken werkt, past helemaal bij haar. Zij kan voor mensen opstaan en werkgever én werknemer vertegenwoordigen.’
Toen: gewondenverzorger GNK
Nu: hr-support bij Rutges Cargo Europe B.V.
Missie: 2001 SFOR-11
Over Massai: ‘Hij is als een broer voor me.’
‘We waren met een klein clubje, dan word je heel hecht. Lekker samen sporten, hardlopen rondom de compound. En gekkigheid uithalen. Massai is een echte lolbroek. Wij zaten bij het NSE, Nationaal Support Element. Massai heeft die naam met spuitsneeuw op de fabunit gespoten. En dat ging er heel moeilijk af. Ik heb nog een foto dat hij het eraf staat te poetsen met een sopje. Hilarisch om te bedenken dat hij sergeant was!’
‘Ik kan altijd terecht bij hem. Hij is een coach voor me geweest. Het is een man/vrouw-vriendschap, maar er is nooit spanning geweest. Hij is al heel lang met zijn vrouw Rianne. Hij praat heel liefdevol over haar. Voor mij zit het zo: met je vriendinnen ga je winkelen en tutten, en met een man ga je al sneller in gesprek over de zin van het leven. Wij kunnen uren klessebessen over van alles, maar ook heel diepe gesprekken voeren.’
‘Zijn vrouw Rianne. En God, uit het geloof haalt hij zijn kracht.’
‘Zijn oprechte interesse. Hij onthoudt ook wat je vertelt, kan heel goed luisteren.’
‘Ik zou weleens terug willen naar Bosnië, met z’n tweeën of met een terugkeerreis. Of met onze partners, want ik heb mijn man Youssef daar leren kennen. Massai weet alles nog heel goed en kent veel details.’
‘Pluk de dag, wees dankbaar en oordeel niet over mensen.’
‘We zijn allebei sociaal, oprecht, oplossingsgericht en hebben humor. Ook hebben we militaire skills meegenomen de maatschappij in: onze mensenkennis, doorzetten, niet lullen maar poetsen. Ik krijg nog altijd rode vlekken van mensen die last hebben van hun linkerteen en dan thuisblijven van hun werk.’
Dit artikel verscheen in Checkpoint 08/2024.