Tijdens de Nationale Herdenking stonden ze samen in de erecouloir op de Dam. ‘Van mij hoefde het niet direct, maar Rob heeft mij overtuigd om toch te gaan.’
Toen: onderzeedienst diverse functies
Nu: als burger werkzaam in het onderwijs voor de onderzeedienst
Missies: Operation Allied Force (1999) en geheime missies
Ruud: ‘Zeker, onze opa van moeders kant was marineman en onze vader ook. De marine is een logische keuze als je in Den Helder woont. Ik wilde eerst bij de politie, maar na een gesprek met een pessimistische politieman besloot ik toch voor de marine te gaan. Rob kwam er via de dienstplicht bij. Onze vader was veel van huis. Uitzendingen duurden toen soms wel negen maanden en de opvoeding lag voornamelijk bij moeder.
In 1983 begon ik boven water met het opsporen van Russische onderzeeboten. Zes jaar later ben ik overgestapt naar de onderzeedienst. Op een onderzeeboot moet je sociaal flexibel zijn en dus met iedereen kunnen opschieten. Je krijgt daar al jong veel verantwoordelijkheid. Al met al paste die werkomgeving mij goed.’
‘We fietsten, als we niet op zee zaten, samen van huis naar de marinehaven en weer terug. Ik vond het fijn om de dag te starten en af te sluiten met een halfuurtje fietsen. Beetje stoom afblazen, beetje competitie.’
‘Eerst iets sportiefs doen en dat afsluiten met drankje. Mijn broer kent weinig schaamte, terwijl ik juist wat verlegen ben. Hij heeft de lachers op zijn hand en zo maakte ik ook makkelijker contact. Wel handig, zo’n broer die het ijs breekt.’
“Sociaal flexibel zijn is een must op een onderzeeboot.”
‘Heb je schrale plekken en moet je nog een stukje door? Smeer er Labello op.’
‘Ik was niet meteen enthousiast, ik treed niet zo snel op de voorgrond. Ik ben wel veteraan, maar voel mij dat niet echt. Ik zat meestal relatief veilig onder water. Toen ik wat langer nadacht over de spannende situaties waarin ik met mijn onderzeeboot heb gezeten voor Nederland, was dat voldoende reden om dit samen met mijn broer op te pakken. Daarnaast vind ik het, zeker in deze tijd, belangrijk dat er aandacht is voor het werk dat wij doen.’
Toen: technische dienst
Nu: werkt als zzp’er in de dronetechniek
Missies: Joegoslavië (1995), Somalië (2006, 2010, 2011)
Rob: ‘De Nijmeegse Vierdaagse. Met een rugzak van tien kilo veertig kilometer lopen. Dan heb je het over van alles. Je loopt niet de hele dag samen, maar ziet elkaar sowieso weer op het rustpunt. Tijdens het oefenen van tevoren hadden we ook genoeg te bespreken. Zeker in de tijd dat onze moeder ziek werd. Hoe konden we het goed doen voor haar en onze vader zo veel mogelijk ontlasten?’
‘Zeker, wij pakken aan. Ook toen ze overleed hebben we alle regeldingen als een militair proces aangepakt, stapsgewijs.’
‘Muziek luisteren en spelen. Hij zingt en heeft zichzelf gitaar leren spelen. Hij treedt nu alleen of met Lusanne op met mooie luisterliedjes, in verzorgingshuizen en op festivals.’
“In al die jaren hebben we maar één keer samen in een haven gelegen.”
‘Ieder jaar naar Curaçao waar onze vader overwintert.’
‘De enige keer tijdens onze loopbaan dat we samen in een haven lagen. Het was in Scandinavië en Ruud had al gedacht dat we elkaar er konden treffen. Zijn missie was heimelijk, dus pas toen er een bericht binnenkwam, wist ik dat hij er was. We zijn samen een café ingedoken en hebben alleen maar gepraat. Hij had een heftige tijd achter de rug aan boord en kon van zich afpraten.’
‘Neem eens een colaatje tussendoor.’
‘Toen ik aan een oud-collega tijdens veteranenmiddag in Den Helder vertelde dat ik me had opgegeven, was ze blij. Ze vindt dat er te weinig marinemensen in de erecouloir staan. Toen heb ik Ruud er ook bij gevraagd. Hij twijfelde eerst, maar ik vind: je hebt dan geen kogels om je oren gehad, maar met één raket kan het schip tot zinken gebracht worden. En je hebt vanuit zee de wereld iets veiliger gemaakt.’
Dit artikel verscheen ook in Checkpoint 04/2025.