Als burgermeisje in de wondere wereld van afkortingen en militaire uitspraken

17 april 2015
Deel dit bericht:

Na jaren werken in de sportbranche solliciteerde ik in mei 2014 bij het Veteraneninstituut . Een andere tak van sport, zo bleek al snel…

“Wat is je affiniteit met veteranen?” werd mij gevraagd tijdens het sollicitatiegesprek. Ook al had ik geen veteranen in mijn directe omgeving, over die vraag hoefde ik niet lang na te denken. Het respect dat ik heb voor (top) sporters vanwege het leveren van hun prestaties en alles wat ze daarvoor moeten laten heb ik ook voor veteranen alleen dan in honderdvoud. De offers die zij brengen voor vrede en veiligheid zijn niet te vergelijken met een sportprestatie en ik zou er graag aan meewerken om de veteranen de erkenning en waardering te geven die zij verdienen.

Een lach en een traan

Een van mijn eerste werkdagen was zaterdag 28 juni 2014: de Nederlandse Veteranendag. Observerend beleefde ik de dag. Verwonderd keek ik naar de vrolijke kameraadschappelijke ontmoetingen, luisterde ik naar de vele verhalen en het gezang van tante Lien. Ik voegde mij in de menigte en aanschouwde de duizenden rijk uitgedoste veteranen die meeliepen in het defilé. Terwijl de stoet aan mij voorbij trok, zag ik in mijn ooghoeken mijn collega’s van het Veteranenloket. Al kijkend naar de oudere veteranen die zich kranig op de voertuigen uit hun stoel verhefden om naar het publiek te zwaaien hoorde ik mijn collega met een zachte stem zeggen:

Kijk… hier doen wij het nou voor, deze mensen hebben zoveel meegemaakt en wij proberen ze te helpen.

Ik zie een traan over haar gezicht lopen.

De wondere wereld van afkortingen en militaire uitspraken 

In de weken die volgden werd al snel duidelijk dat een gemiddelde organisatie toch wel wat verschilt met een organisatie die veel werkt voor en met veteranen. Een aantal collega’s is veteraan. Aan het uniform, de aanspreektitel maar vooral de andere taal die zij  spreken moest ik wennen.  Toen mijn collega, werkzaam bij de marine –wat dus geen marinier blijkt te zijn- aangaf dat hij zat te rammelen in zijn tuig vroeg ik mij af of het wel goed met hem ging. Gelukkig bleek al snel dat hij honger had en we lekker gingen lunchen.

Van Kiki naar burgermeisje

Een ander nieuw fenomeen voor mij was dat ik gezien mijn gebrek aan militaire achtergrond, mij vanaf dag een in de wereld van de ‘burgermeisjes’ bleek te bevinden. Als burgermeisje heb je behoorlijk wat te leren over de wereld van veteranen. Maar mijn interesse in de veteraan is groot. Fouten zoals een marineschip een boot noemen, of een marineman een marinier maak je maar één keer. Iemand bedanken door ‘thanks’ te zeggen leer je ook snel af, door de standaard reactie ‘tanks? Die hebben we niet meer!’.

Na bijna een jaar werkzaam te zijn bij het Vi realiseer ik me dat ik inmiddels behoorlijk inge’burgerd’ raak.  Vorige week bijvoorbeeld… Ik kom thuis en vertel vrolijk aan mijn vriend dat ik tussen de middag in plaats van mijn lupa een lekkere ‘blauwe hap’ heb gegeten. Hij begrijpt er niets van. Voor mij is het een teken dat ik mijn weg begin te vinden in het veteranenlandschap. Al wil ik er nog veel meer over leren.