Dit jaar viert Nederland tachtig jaar bevrijding. Als het aan Hubert Nijgh en Willem Schonenberg ligt, dan wordt die gelegenheid opgeluisterd met de aanwezigheid van een van de laatste nog varende Liberty-schepen, de SS Jeremiah O’Brien. Moeten ze het nog wel even uit de Verenigde Staten naar Nederland halen.
In 2018 ging huisschilder Hubert Nijgh (45) onderzoek doen naar de geschiedenis rondom het oorlogsherinneringskruis van zijn grootvader, een Katwijkse visser. ‘In de winter lag de haringvangst stil. Mijn opa heeft toen getekend bij de Rotterdamse Lloyd, een grote rederij, als bemanningslid op een koopvaardijschip. Hij vertrok in februari 1940 naar zijn werk en is pas vijf en een half jaar later weer teruggekomen.’
Huberts opa was net in toenmalig Nederlands-Indië gearriveerd toen de Duitsers Nederland binnenvielen. De Nederlandse regering voerde toen de vaarplicht in voor alle koopvaardij-bemanningsleden tussen 16 en 60 jaar oud. ‘In Nederlands-Indië is hij verplaatst naar een passagiersschip dat verbouwd werd tot troepentransportschip’, vertelt Hubert. ‘Er werden kanonnen op het dek gemonteerd en de hutten werden verwijderd. Daarvoor in de plaats kwamen haken aan het plafond om hangmatten aan op te hangen.’
Hubert raakte gefascineerd door het verhaal over de Nederlandse koopvaardij en al snel ontstond een idee: wat zou het mooi zijn als de koopvaardij tijdens de herdenking van tachtig jaar bevrijding een prominente en zichtbare rol kreeg. ‘Ik wilde een Liberty-schip naar Nederland halen, als eerbetoon aan de grote verdiensten van het koopvaardijpersoneel in oorlogstijd. De koopvaardij wordt altijd maar vergeten, je hebt iets groots nodig om de aandacht te trekken.’ Hij richtte de Stichting Libertyship.nl op en begon plannen te maken.
En daar komt Willem Schonenberg (62) het verhaal binnen. ‘Hubert is ook voorzitter van de Stichting Koopvaardijpersoneel 1940–1945 en hij mocht aanwezig zijn bij de kranslegging op de Dam op 4 mei. Vorig jaar vroeg hij me om mee te gaan’, vertelt Willem. ‘Ik voelde me betrokken bij de rol van de koopvaardij. De broer van mijn oma heeft op de Javazee zijn graf gevonden, kort na de verloren gelijknamige slag. Zijn schip was al in veiligheid, maar werd terug-gestuurd om mensen van de marine en de Bataafse Petroleum Maatschappij te evacueren. Het schip werd bij de tweede vluchtpoging aangevallen en vernietigd. Hubert en ik hebben die dag ook een biertje gedronken en toen vertelde hij over zijn plan met het Liberty-schip. Ik zei: nou Hubert, we hebben nog een jaar, we moeten maar eens beginnen.’
Het volledige artikel verscheen in Checkpoint 03/2025.