‘Terwijl ik in 2000 al de diagnose PTSS kreeg, heb ik gewoon doorgewerkt tot 2020. Na de landmacht ging ik naar de politie en daarna aan het werk in de psychiatrische zorgverlening. Ik viel om toen mijn vrouw zwanger was van onze jongste en iemand mij vroeg “wie is George Hermans eigenlijk?” Ik moest erkennen dat ik dat niet meer wist. Ik kon niet meer.
Ik ging door mijn diepste dal en ben er nog niet helemaal uit. Bij de politie heb ik veel suïcides gezien en dat wilde ik echt niet, zeker ook niet voor mijn kinderen. Ik moest terug naar een basis die goed voelt: lekker lopen, rugzak op en gaan. Voor mij geeft die rugzak ook geborgenheid. Je voelt een druk op je schouders en heupen die je afleidt van de kilometers.
Langzaam maar zeker werd er een idee geboren. Ik wilde een eerbetoon brengen aan (oud-)collega’s die alles hebben gegeven, zowel fysiek als mentaal. Niet alleen aan veteranen maar aan alle ‘first responders’ (ik noem ze frontliners) en hun gezinnen die iedere dag een strijd voeren om deel te nemen aan het dagelijks leven.
Inmiddels organiseer ik met stichting De onzichtbare frontliner elk jaar een sponsormars van 112 kilometer in 24 uur. In dat etmaal pel je jezelf helemaal af. Je sleept elkaar erdoorheen. Met de opbrengsten steunen we frontliners én hun omgeving tijdens hun diagnosetraject. Het is in die periode zó belangrijk om af en toe uit eten te gaan, even op vakantie of samen eropuit. Het is van levensbelang dat je elkaar juist dán niet verliest.’