Kimberley is psycholoog binnen de militaire gezondheidszorg

24 september 2020
Deel dit bericht:
Uit het dagboek van een hulpverlener, deel 8.

Bij de zorg voor veteranen zijn veel specialisten betrokken. Van geestelijk verzorger tot therapeut, van arts tot jobcoach. Kimberley van Os – de Jong is psycholoog binnen de militaire geestelijke gezondheidszorg (MGGZ). “Structureel vermijden blijkt een mechanisme waar je heel lang mee door kunt gaan. Het is iets wat ik veel tegenkom bij militairen met psychische klachten.”

7.15 uur

Het kantoor is leeg als ik binnenkom. Mijn collega’s kennen me als een vroege vogel. Deze ochtend staan er vooral gesprekken met cliënten in m’n agenda. Vanmiddag mag ik lesgeven over stress en trauma. Tussendoor is er genoeg te doen. Van collegiaal overleg tot administratie en rapportage die bij de patiëntenzorg komt kijken. Ik krijg energie van de veelzijdigheid van mijn werk. Maar nu moet ik nodig een kop thee gaan halen.

8.30 uur

Ik bereid me voor op mijn eerste afspraak. De veteraan waarom het gaat werd kortgeleden vanuit het Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen aan ons doorverwezen voor een intake. Het was eigenlijk meteen duidelijk dat er sprake is van PTSS. Het heeft in zijn geval jaren en jaren geduurd voordat zijn klachten aan de oppervlakte kwamen. Zijn werk als militair was de ideale uitlaatklep, maar het was tegelijkertijd een uitvlucht. Pas toen hij met vervroegd pensioen ging viel zijn strategie van vermijding weg en kreeg hij last van ernstige angst- en paniekaanvallen.

Het is iets wat ik veel tegenkom bij militairen met klachten. De neiging om structureel te vermijden blijkt een mechanisme waar je heel lang mee door kunt gaan. Ik vergelijk het wel eens met een strandbal. Die kan je een tijd onder water houden, maar dan opeens schiet hij oncontroleerbaar naar de oppervlakte. Het is precies wat er bij deze cliënt gebeurde.

9.00 uur

We hebben afgesproken dat zijn partner dit tweede gesprek meekomt en ik ben benieuwd hoe dat gaat. Ik weet uit ervaring dat er in partnergesprekken heel wat boosheid en frustratie boven tafel kan komen. Daar is hier geen sprake van. Uit de opstelling van mijn cliënt blijkt vooral hoe gemotiveerd hij is om nu eindelijk aan zijn problemen te kunnen werken. Zijn vrouw vertelt openhartig dat ze er erg tegenop zag dat haar man zou stoppen met werken. Veel beter dan hijzelf kon accepteren of erkennen, had zij namelijk al veel langer door dat er van alles speelde. Ze zegt het zonder dat er enig verwijt in doorklinkt.

Als ik vertel wat de behandelmogelijkheden zijn en hoe het proces er verder uit zal zien merk ik dat ze het liefst vandaag nog beginnen. Voor mij zijn dit eigenlijk wel de mooiste gesprekken. Zij zijn keihard aan het werk en ik mag ze daarin begeleiden. Het is fantastisch om van dichtbij te ervaren hoe mensen weer vertrouwen krijgen dat ze een heel moeilijke situatie toch het hoofd kunnen bieden. Dat ik daar als behandelaar aan kan bijdragen is precies waar dit werk voor mij om draait.

14.00 uur

Tijdens een college dat drie uur duurt, breng ik een groep specialisten van artsen, psychologen en analisten de basis over stress en trauma bij. Het is intensief, maar ik geniet volop van de interactie met de deelnemers. Wat doe jij als je veel negatieve stress ervaart? Het is een van de vragen die ik de groep voorleg. Ga je piekeren, pak je een zak chips, of heb je de neiging een wijntje te veel te drinken? Aan het gelach is duidelijk dat iedereen zo zijn eigen valkuil wel herkent. Ook bespreek ik de verschillende coping-strategieën: actief aanpakken, afleiding zoeken, jezelf geruststellen in gedachten, vermijding, etc. Je hebt allemaal van nature een voorkeur. Maar, benadruk ik, wees je ervan bewust dat geen enkele strategie altijd helpend is. Dat blijkt voor veel mensen een eye-opener.