‘Als anderen groeien, dan groei ik zelf drie meter mee van trots’

21 december 2020
Deel dit bericht:
‘Bij Defensie heb ik een gouden tijd gehad. Het heeft mij gevormd. Mijn ouders hebben mij natuurlijk opgevoed, maar Defensie heeft een kerel van mij gemaakt. Ik heb ontzettend veel gedaan, geleerd om verantwoordelijkheid te nemen en veel leuke mensen leren kennen.’ Dennis van der Kraats, zelf veteraan, heeft na het verlaten van de dienst te kampen gehad met de nodige psychische klachten, maar is daar samen met zijn vrouw Mariska op eigen kracht bovenop gekomen. Vervolgens hebben ze samen het Veteranen Search Team (VST) opgericht, dat voor het eerst is ingezet bij de zoekactie naar Anne Faber. Nu is het VST uitgegroeid tot een professioneel opgezette vrijwilligersorganisatie, bestaande uit ruim 1600 (oud) militairen. Het is tevens een honk voor veteranen, waar ze elkaar kunnen vinden en ondersteunen als dat nodig is. Dit alles onder leiding van Dennis, met Mariska als steun en toeverlaat aan zijn zijde.

‘Ik heb drie missies gedraaid. Twee keer in Bosnië (2001 en 2005) en Afghanistan (2008). Bosnië was voor mij een mooie leerperiode. Het conflict was achter de rug en het land was in opbouw. Een leerzame en ontspannen uitzending. Afghanistan was wat dat betreft echt andere koek.’

‘Mijn uitzending naar Uruzgan was pittig. Er waren een hoop mooie dingen zoals het landschap, de uitdaging en de groepsbinding die helemaal tot uiting kwam. Maar ik had ook een commandant waar het niet goed mee liep. In mijn ogen gaf hij geen leiding aan het detachement, omdat die niet optrad zoals nodig was. Als gevolg hiervan heb ik een Moral Injury opgelopen. Dat komt voort uit het schuldgevoel dat ik mijn kerels in de steek heb gelaten. Sommigen kwamen met schade thuis door de uitzending en dat heb ik heel erg op mezelf betrokken.’

‘Door die problematiek hebben mijn vrouw Mariska en ik het zwaar gehad. Ik had vaak helemaal geen puf meer. Zij heeft er daardoor jarenlang alleen voor gestaan. Nieuwe banen aangenomen, banen opgezegd. Vanwege de kinderen, vanwege mij. Zonder haar had ik niet gestaan waar ik nu sta.’

‘Inmiddels gaat het beter. Ik ben met een aantal van mijn oude maten van de uitzending in gesprek gegaan. Zij konden mij heel duidelijk uitleggen dat het niet aan mij lag. Als er een ander had gestaan was hetzelfde gebeurd. Anderen zeiden ook dat zij zich verantwoordelijk voelden. Dat gevoel had ik eerder niet en door dat te horen viel er een zware last van mijn schouders. Eerst droeg ik een zware rugzak mee en nu is dat een lichter rugzakje dat ik wel kan dragen. Ik heb nog steeds triggers, maar ik voel wel veel beter aan wat ik kan doen om dat te voorkomen.’

‘Tweeënhalf jaar geleden hebben mijn vrouw en ik het Veteranen Search Team opgericht. Tijdens de vermissing van Anne Faber werden wij gevraagd om te helpen. Met een groot aantal collega-veteranen hebben wij een rol gespeeld bij de zoektocht. Die hulp werd zo gewaardeerd dat we samen de stichting opgericht hebben. Intussen draaien we de stichting met een groot aantal andere vrijwilligers maar steken we samen nog steeds 100 uur per week in de organisatie.’

‘Inmiddels hebben we de politie in ruim 55 zoektochten bijgestaan en hebben we ca. 1600 vrijwilligers. Daar zitten veteranen met een beschadiging bij, maar dat maakt ons niet uit. Wij kijken vooral naar wat je wel kan. In principe draait alles bij ons om de zoekactie, maar het mes snijdt aan twee kanten. We kijken ook naar het welzijn van de vrijwilliger. Iedereen moet kunnen bijdragen. Of je nou een been mist of psychische klachten hebt.’

‘Sterker nog: in sommige gevallen kan zo iemand meer bijdragen. Iemand met PTSS kan vaak prima meelopen in de linie en, net als ieder ander, in staat zijn een vermiste aan te treffen. In de meeste gevallen helpt het de vrijwilliger zelfs. Die konden bijvoorbeeld tijdens een uitzending mensen niet beschermen en thuisbrengen. Wanneer dat tijdens een zoektocht wel lukt kan dat een persoonlijke doorbraak betekenen. Of er zijn mensen die al jaren thuis zitten en daar hun ellende wegzuipen, die door ons weer een doel krijgen en alcohol afzweren. Dat is naast de zoektocht ook van enorme waarde voor ons.’

‘Het is fantastisch om genomineerd te zijn voor de Witte Anjer Prijs. Hoewel ik niet zo graag op de voorgrond sta vind ik het hartstikke mooi en eervol. Vroeger had ik vooral individuele ambities, maar nu is ons motto: samen voorwaarts. Iedereen die we daarin mee kunnen krijgen pakken we mee. Als ik anderen zie groeien dan groei ik zelf drie meter mee van trots en plezier. Dat doen we met Veteranen Search Team en daar ben ik ontzettend gelukkig mee.’