“Van het smeermiddel thee op missie heb ik nu mijn werk gemaakt”

14 februari 2014
Deel dit bericht:
“Zoals een voetballer traint om wedstrijden te spelen, zo keek ik uit naar de missies. Uiteindelijk doe je het daar voor. In totaal werd ik drie keer uitgezonden. Twee keer naar Afghanistan en één keer naar Tsjaad, centraal Afrika. Maar ik kwam natuurlijk meer in het buitenland voor mijn werk: zo heb ik een tijd op Curaçao gezeten in de marinierskazerne daar en ging ik op wintertraining naar Noorwegen en op bergtraining naar Schotland.

Tijdens de politiemissie in Kunduz was het als analist mijn taak om de jongens die de poorten van het kamp door gingen veilig op pad te sturen. Vanuit het kamp analyseerden wij – vaak samen met andere veiligheidsdiensten – het hele gebied. We hadden contact met piloten die boven het gebied vlogen. Zij voorzagen ons van live beeldmateriaal waardoor door ons de veiligheidssituatie geanalyseerd kon worden. In Tsjaad ging ik zelf ook veel op pad. We spraken met de lokale bevolking, maar ook met burgermeesters en stamhoofden. Dat gebeurde altijd met een kopje thee erbij. Het was het smeermiddel om informatie te krijgen, die mede onze strategie bepaalde.

Eigenlijk is het heel logisch: thee is altijd belangrijk, of je nu in koud Noorwegen bent of op warm Curaçao zit. En, misschien nog wel belangrijker: de geitenmelk die we vaak aangeboden kregen in Tsjaad durfden we niet te drinken, evenals het water in Afghanistan. We waren bang dat we er ziek van zouden worden. Koffie onttrekt vocht, wat ook niet handig is als je aan het werk bent. En zo kom je toch weer uit op thee.

Ik vond mijn tijd bij Defensie te gek, maar op een gegeven moment begonnen die lange periodes van huis me op te breken. Mijn laatste missie, in Afghanistan, duurde zo’n zeven maanden. De werkdruk was hoog. We maakten 120 uur per week. Toen ik thuis kwam besloot ik dat het mooi was geweest. Ik wilde het roer omgooien en begon CiTea, mijn eigen theebar. Van het smeermiddel op missie maakte ik mijn werk.

Ik begon een hele studie naar thee. Bij Defensie waren ze wel verbaasd: ik had er snel carrière gemaakt. Maar mijn kameraden begrepen wel dat ik toe was aan iets anders. Thee is gay, zeiden ze grappend, maar ik liet me er niet door uit het veld slaan. De spanning die ik eerst had bij Defensie vind ik nu in het opstarten van een eigen bedrijf. Ik zie veel voordelen van mijn tijd bij de marine terug in mijn huidige werk. Ik ben gewend om heldere doelen voor mijzelf te stellen, deze heel gericht na te streven en mezelf constant proberen te verbeteren. Daarnaast zijn wij bij Defensie gewend om met heel veel toewijding te werken: soms moet je je eigen persoonlijke belangen en wensen aan de kant zetten om een gemeenschappelijk doel te bereiken. Ook die kwaliteiten zijn handig in mijn nieuwe baan als ondernemer.

Ik zou heel graag nog eens terug willen gaan naar de landen waar ik op missie ben geweest. Er is bijvoorbeeld al zoveel veranderd in Afghanistan in de tussentijd. Ik blijf reizen voor mijn werk. Zo wil ik graag naar Sri Lanka om theeplantages te bezoeken en misschien zelf thee vandaan te importeren. Het is mooi om te zien dat ik nu een plek kan creëren waar thee mensen samenbrengt.

Dio Buchner runt samen met zijn compagnon in Amsterdam de Theebar CiTea op de Prinsengracht 28. Zijn theebar is elke dag geopend.