Een Huzaar van 92 jaar

25 juli 2019
Deel dit bericht:
‘Onze jaarlijkse reünie wil ik niet missen’

Je kunt aan de Tweede Politionele actie in Indonesië hebben deelgenomen, en er zeventig jaar later van zeggen; “ik bewaar goede herinneringen aan die tijd”. Want dat is voor veteraan Piet Harcksen hoe het is. Elk jaar weer staat de reünie van ‘zijn’ Huzaren van Boreel rood-omcirkeld op de kalender.

Beelden: NIMH

“Het was een andere tijd, zo vlak na de oorlog”, roept Harcksen in herinnering. “We waren gewend om instructies op te volgen, en dus gingen we. Als jonge soldaat was ik in 1947 opgekomen. Het jaar daarop ging ik naar Indonesië.” Zelf was Harcksen bestuurder op een Stuart-tank. Zijn uitzending nam in totaal twee jaar in beslag, van 1948 tot 1950.

Olievelden bij Tjepoe

“Een oorlogssituatie kan je het niet echt noemen”, vertelt Harcksen over wat hij in Indonesië aantrof. “Er was sprake van guerrilla-activiteiten. Wij bewaakten het gebied bij de stad Semarang, en onder meer de olievelden bij Tjepoe. De honderdtwintig huzaren, waarvan Harcksen er een was, werden bij verschillende onderdelen geplaatst. “Dat ik vooral goede herinneringen heb, dat heeft alles te maken met het feit dat er weinig van ons sneuvelden.” Het fotoalbum dat hij van die periode heeft, gaat geregeld even open.

Eerbetoon aan kameraden
Voor Harcksen en zijn vrouw Ady vormt de reünie die voor zijn lichting van de Huzaren van Boreel elk jaar georganiseerd wordt, een belangrijk markeerpunt. Op dit moment zijn er nog tien man over van de groep van toen:

 

“Met die paar die er nog zijn, komen ook de herinneringen aan al die anderen. Dat vind ik het belangrijkste; het is een eerbetoon.”

 

Voor hemzelf geldt inmiddels dat de ouderdom deelname aan de reünie belemmerd. “Ik ben slecht ter been. De mensen van het Veteraneninstituut hebben zich enorm voor ons ingezet. Afgelopen twee jaar zijn we door een militair keurig thuis opgehaald en ook weer teruggebracht, zo kan ik er toch bij zijn.”

92 jaar
Harcksen weet dat er met de bril van nu anders wordt gekeken naar wat Nederland als koloniale mogendheid in Indië deed. “Het heeft weinig zin. Je hoort veel mensen die er triest over doen. Ik heb het altijd gezien in het tijdsbeeld. Je hebt die taak volbracht, en ik ben er trots op”, reageert de veteraan monter. De reünie blijft daarin een functie houden. “Met elkaar houden we de herinnering levend.” Zijn vrouw Ady vult aan: “Mijn man is 92. Volgend jaar hoopt hij weer te gaan.”