“Eindelijk is het verhaal van oom Mari rond. We zijn trots op hem.”

26 april 2017
Deel dit bericht:

Mari van Esch (54 jaar) is een geruime tijd bezig geweest met een onderzoek naar het leven en de dood van zijn oom, Marinus van Esch. Marinus is op 10 mei in 1940 gesneuveld in Kessel, Limburg. Toen hij als kleine jongen vroeg naar zijn oom, kreeg hij nooit antwoord. Mari heeft het leven van zijn oom altijd interessant gevonden en kwam tot vele ontdekkingen.

“Vorig jaar gingen Monique en ik na dertig jaar op het kerkhof in Haarsteeg nog eens kijken hoe het militaire graf van mijn oom Mari erbij lag,” zegt Mari van Esch. “Als klein manneke fietste ik daar vaak even langs.

Ik was altijd zo nieuwsgierig naar mijn gesneuvelde oom, het liet me niet los. Maar als ik er thuis naar vroeg – oom Mari was de oudste broer van mijn vader – zei niemand iets. Ik wist alleen dat er een breuk in de familie was ontstaan rond het overlijden van mijn oom in mei 1940.

Verwaarloosd oorlogsgraf

“We schrokken ons een hoedje van het graf. Het was vies, overwoekerd. Ik vroeg de parochie wie de rechten eigenlijk had over dit graf. Niemand wist precies hoe het zat.” Mari besloot nu eindelijk eens uit te zoeken wat er gebeurd was met zijn naamgenoot. “

Het is ongelofelijk wat ik sindsdien allemaal heb ontdekt, gelezen en voor elkaar heb gekregen met hulp van archivarissen en mensen die ook ‘aangestoken’ raakten door dit verhaal.

“Midden in deze boeiende zoektocht hoorde ik dat ik niet lang meer te leven heb, door uitgezaaide kanker. Ik kreeg daardoor zelf meer haast bij het uitzoeken, maar wilde absoluut geen misbruik maken van de situatie. Het is ongelofelijk hoe iedereen me geholpen heeft bij deze zoektocht. Stukken waar ik snel kopieën van kreeg, foto’s, informatie, ondersteuning hier in de regio vanuit de Heemkundekring Onsenoort. Het was hartverwarmend.”

Duitse inval

In de vroege ochtend van 10 mei 1940, toen de Duitsers de Maas over kwamen om Nederland te bezetten, stond Marinus van Esch – roepnaam Mari – uit Haarsteeg als mitrailleurschutter in een kazemat bij het Limburgse Kessel. “Toen zijn sectie zich wilde overgeven omdat de Duitse overmacht te groot was, zou mijn oom geroepen hebben: ‘Laat mij hier alleen maar verder vechten.’” Zegt Mari. Dat zou te maken hebben gehad met een verkering die uit was gegaan, een verhaal dat in die onrustige oorlogstijd hardnekkig rondgezongen heeft in het dorp.

 

Maar uit deze brief, die mijn oom op 8 mei 1940 – twee dagen voor zijn dood – aan zijn moeder schreef, lees ik echt iets anders. Mijn oom was daar helemaal niet mee bezig. Hij was militair in hart en nieren en voorjaar 1940 ging hij volledig op in de situatie aan de Maas. Dat dorpsverhaal kan echt de prullenbak in.

Karakter en plichtsbesef

“Als oom Mari wilde doorvechten toen de anderen zich zouden overgeven, komt dat ongetwijfeld door zijn karakter en plichtsbesef,” weet Mari nu. “Hij was nog geen week achttien toen hij zich in 1933 in Den Bosch aanmeldde bij de Vrijwillige Landstorm, een vrijwilligersleger dat in de weekends samen militair onderricht kreeg en schietoefeningen deed.”

Oom Mari was een uitstekende schutter. Later vervulde oom Mari zijn dienstplicht en werd hij opgeroepen voor de voormobilisatie in april 1939. Zijn 41e regiment Infanterie heeft eerst Schiphol beveiligd en in oktober 1939 zijn ze overgeplaatst naar de Maaslinie bij Kessel.

“Uit de gevechtsverslagen die ik kreeg van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie in Den Haag, blijkt dat we 77 jaar op de verkeerde plaats gezocht hebben. Hij stond in Kazemat G-61, 500 meter van de plek vandaan waar de familie altijd gedacht heeft dat oom Mari omgekomen was. Kazemat G-61 was van metaal. Oom Mari beschoot van daar uit de Duitsers, die met bootjes de Maas over aan het steken waren. Ik las dat pal voor het schietgat van deze kazemat een Duitse brisantgranaat is ingeslagen. Dat waren enorme projectielen, oom Mari moet op slag dood zijn geweest.” De familie heeft later deze helm gekregen van zijn dienstmaten.

Nu ik weet hoe zwaar de inslag was, is mij duidelijk dat die ongehavende, gave helm door een van de anderen ter beschikking moet zijn gesteld. Hij kan niet van Mari zelf zijn geweest. Ik heb alle rapporten die in 1940 en 1941 nog geschreven zijn over de Maasstelling mogen lezen. Dan schrik je van de oude troep en slechte voorbereiding waarmee die jongens naar het front werden gestuurd. Ik kan alleen maar bewondering hebben voor hoe die mannen daar op hun plek zijn gebleven en hun best hebben gedaan, onder zulke moeilijke omstandigheden.

Nieuwe graftrommel

Na de oorlog waren er eerst nog jaarlijkse herdenkingen voor oom Mari in de kerk in Haarsteeg, waar de maten van oom Mari bij elkaar kwamen. “En na al die jaren komen we nu in die kerk nog één keer bij elkaar om hem te gedenken,” zegt Mari. “En het mooiste is dat door deze zoektocht nu ook het graf gerestaureerd is. Er is een nieuwe bloemtrommel gemaakt die op het graf is geplaatst, de steen is schoongemaakt en de letters zijn opnieuw ingekleurd. Het is eigenlijk een herbegrafenis, zó voelt het voor mij.

Op 10 mei wordt het hernieuwde graf met familie, veteranen en andere belangstellenden ingewijd. Ik hoop zo dat ik daar nog bij kan zijn. Eindelijk krijgt oom Mari de eer die hem toekomt en is onze hele familie er samen bij.

De inwijding van het gerestaureerde graf van Mari van Esch vindt plaats op 10 mei en begint met een plechtigheid om 18.30 uur in de parochiekerk te Haarsteeg.