Erwin's uitzending werd mede mogelijk gemaakt door… Jeroen

20 mei 2016
Deel dit bericht:

Collega’s die níet meegaan doen belangrijk werk voor de uitzending

Veteraan Erwin reageerde meteen toen hij op Facebook onze oproep zag: wie was onmisbaar tijdens jouw uitzending, maar kwam nooit in de schijnwerpers? “Dat zijn onze collega’s die níet meegingen op missie, maar vanuit de kazerne de uitzending ondersteunden,” zegt Erwin. “Mijn collega Jeroen heeft ons met van alles geholpen toen wij in Kosovo zaten.”

Kosovoveteraan Erwin Uiterwijk diende zelf in 1999 als korporaal chauffeur M109, een self propelled howitzer. Jeroen van Leuven, korporaal eerste klas bij de elfde afdeling Rijdende Artillerie – de “Gele Rijders” – werkte toen al zes jaar bij defensie, maar kon door gezondheidsproblemen op het laatste moment niet mee op uitzending naar Kosovo. Maar Jeroen heeft tijdens de uitzending bepaald niet stil gezeten: “Ik was op de kazerne druk met het onderhoud aan teruggekomen materieel, heb militairen opgehaald van de luchthaven die eerder terugkwamen, militairen uitgerust die nagezonden werden. Toen de collega’s op uitzending waren, is ons onderdeel verhuisd van de kazerne in Arnhem naar ’t Harde. En de ceremoniële gebeurtenissen van onze afdeling gingen natuurlijk ook gewoon door!”

Op Prinsjesdag verzorgen de Gele Rijders altijd saluutschoten op het Malieveld. Tijdens de uitzending in 1999 waren de Gele Rijders te dun bemand om die ceremoniële saluutschoten te verzorgen. “We hebben toen als thuisblijvers een andere afdeling snel onze exercitie geleerd,” vertelt Jeroen. “Voor het publiek stonden daar gewoon de Gele Rijders, net als anders. Maar wij hebben het er best druk mee gehad om dat netjes door te laten  gaan, toen ons onderdeel weg was.”

Nasturen en repareren

“Soms hadden de collega’s in Kosovo kleding nodig, dat stuurden we dan na. Maar we hebben ook voertuigen nagestuurd. Die lieten we eerst prepareren met kogelwerend materiaal en dan scheepten we ze in voor Kosovo. Ook wapens die gerepareerd moesten worden kwamen bij ons.” Met het combibusje van de eenheid heeft Jeroen heel wat ritjes naar luchthaven Düsseldorp gemaakt. “Repatriërende collega’s of mensen die op verlof gingen brachten we netjes thuis. Je bent één eenheid en je ondersteunt de missie waar maar mogelijk.”

Je wilt er gewoon graag zijn voor je collega’s, met wie je op de kazerne altijd lief en leed hebt gedeeld.

Omdat al het materieel zo’n beetje mee naar Kosovo was, moest Jeroen improviseren. Zo reed hij een keer met een lading te repareren wapens op zijn eigen achterbank op de openbare weg en werd prompt aangehouden. “Dan zit je dus met zeven van die M-16’s in je burgerauto. Ik was de papieren vergeten bij me te steken. Twee agenten liepen aandachtig om mijn auto heen, zagen die stapel Diemaco’s op de achterbank en zeiden: ‘meneer u had uw gordel niet om, daar geven we u een boete voor’. Ik zei: ‘dat is goed’.” Dat moet je nu eens proberen, lacht Jeroen. “Ze zagen mijn uniform en geloofden het kennelijk wel, ook al zat ik dan in mijn eigen auto.”

Veel van Jeroens collega’s woonden indertijd op de kazerne. “Er lag na hun vertrek nog van alles in de keuken dat kon gaan stinken, we hebben dat samen met de huisbaas netjes opgelost. En we hebben met de tien man die achtergebleven waren alle persoonlijke spullen van de collega’s en alle kantoren met inventaris ingepakt en naar ’t Harde gebracht met de verhuizing. Toen onze collega’s terugkwamen stond alles daar al keurig klaar op het nieuwe adres.”

Dubbel gevoel

Het is een dubbel gevoel als je op het laatste moment niet mee kunt met de uitzending, zegt Jeroen. “Voor het thuisfront – mijn vriendin – was het op dat moment best een opluchting. Maar ik heb die unieke ervaring van mijn collega’s wél gemist. Ik ben daardoor ook geen veteraan. Nu kan ik goed relativeren: je hoort verhalen van collega’s die aan de uitzending problemen hebben overgehouden die spelen tot op de dag van vandaag. Dat heb ik gelukkig óók niet mee hoeven maken. Maar toch is het gek. Op reünies had ik lange tijd het gevoel dat ik er niet bij hoorde, omdat ik over dát belangrijke deel van ons werk nooit mee kon praten.”

Dat is precies waarom veteraan Erwin zijn dienstmaat Jeroen een keer in het zonnetje wilde zetten. “Jeroen en onze andere collega’s op de kazerne waren tijdens de uitzending onze foerier, onze wapenherstellers, onze huismeester én onze steun en toeverlaat. Als je op uitzending bent is het goud waard dat er op de basis thuis collega’s zorgen dat alles gewoon door blijft lopen.”