‘Ondanks mijn administratieve achtergrond zag ik het niet zitten om hele dagen op kantoor door te brengen. Daarom ben ik op zoek gegaan naar een baan waarbij ik mijn administratieve achtergrond kon combineren met iets avontuurlijks. Zo ben ik uitgekomen bij de Landmacht. Vervolgens heb ik de basisopleiding tot soldaat gevolgd om te kijken of het iets voor me was.
Voor vrouwen was het toen nog niet echt gangbaar om in het leger te zitten. Na een paar jaar in Den Haag te hebben gewerkt, wilde ik uiteindelijk toch dienen bij een parate eenheid. Na een opleiding tot onderofficier op de KMS ben ik terecht gekomen bij 101 tankbataljon in Soesterberg. Met deze eenheid ben ik in totaal twee keer uitgezonden geweest naar Bosnië, met SFOR 1 in december 1996 tot juni 1997 en SFOR 8 in 2000.’
‘Het leven op de basis met ongeveer 400 mannen en slechts 12 vrouwen was een behoorlijke uitdaging. Vooraf had ik zin om op missie te gaan. Het was precies het avontuurlijke dat ik miste. Een missie hoort bij militair zijn. Je hoort af en toe wel verhalen van collega’s, maar het is toch anders als je het met je eigen ogen ziet. We verbleven in huisjes op een voormalig skigebied. Daar was bijna niks meer van over. Er was geen elektra en het was niet geïsoleerd. We zaten daar in de winter en de huisjes werden dan ijskoud. Toen de kachel in mijn huisje het begaf ben ik uiteindelijk verhuisd naar een ander huisje waar ik met 6 jongens verbleef. Ondanks dat ik deze jongens niet kende ontstond er een hechte band. Het voelde echt alsof ze mijn broers waren.’
‘Door mijn functie als kassier en door de zorg van de bevoorrading van de bar kwam ik geregeld buiten de poort. Bijna dagelijks reed ik door het gebied en werd ik geconfronteerd met de verwoesting van de oorlog. Mijn bezoek aan Sarajevo vergeet ik nooit meer. Het was een stralende warme dag maar al rijdend door de woonwijken waar geen enkel huis of flatgebouw meer overeind stond, en waar de straten oorverdovend stil en verlaten waren kreeg ik kippenvel. Uit het niets zag ik een kindje lopen, een jongen van een jaar of 7. Hij had iets in zijn handen, het deed mij denken aan een overblijfsel van een AT4 (een draagbaar antitankwapen dat eenmaal te gebruiken is). Waarschijnlijk had hij niets anders om mee te spelen. Een surrealistisch beeld wat voor altijd op mijn netvlies gebrand staat.’
‘Jaren later na het afronden van de Fotoacademie wilde ik de ervaringen van mijn uitzendingen vertalen naar een persoonlijk project met fotografische stillevens. Hiervoor ben ik research gaan doen in mijn eigen archief. Door het teruglezen van de brieven die ik destijds naar mijn ouders schreef en door alle foto’s en video’s terug te kijken kwam ik tot het besef dat er nog onverwerkte emoties waren. Door mijn deelname aan Rotterdam Photo met het thema Identity in 2017 heb ik uiteindelijk toegewerkt naar een 6-tal foto’s. Het project is nog niet klaar, als ik eraan toe ben ga ik weer verder. Wanneer dat gebeurt weet ik nog niet.’