‘Tien jaar werkte ik als operatie assistent en in die hoedanigheid werd ik vier keer uitgezonden. In 2009 naar Kosovo, in 2010-2011 naar Kunduz en in 2012 naar Kandahar waar ik werkte voor het internationale hospitaal onder leiding van de Amerikanen. In 2014 ben ik nog op antipiraterij missie geweest rond de Somalische kust. Hoe vaker je weg bent geweest, hoe makkelijker je er weer aan went om terug te zijn in Nederland. De missies waren zo verschillend. Van rustige tot mega drukke missies waarbij we ons een slag in de rondte werkten.’
‘Kandahar was de zwaarste missie. Er waren veel slachtoffers met verwondingen die je in Nederland nooit te zien krijgt. Echt oorlogsletsel waarbij leven en dood heel dicht bij elkaar ligt. Je moet proberen de beste zorg te leveren met de middelen die je hebt. En daarom ook creatief zijn. De taal van opereren is universeel. Het maakt niet uit waar je bent met wie en wat; je kan altijd opereren. We doen ons best om mensen te redden, maar wordt iemand die twee benen en een arm mist nog wel geaccepteerd in bijvoorbeeld de Afghaanse maatschappij? Je laat iemand niet zomaar gaan, maar dan twijfel je wel of je het goede doet.’
‘Op missie gaan vond ik heel bijzonder. Je leert jezelf echt op een andere manier kennen en je leert thuis beter waarderen. En met elkaar heb je een gezamenlijk doel. Ik vind het jammer dat mensen negatief zijn over uitzendingen. Ik heb dat nooit zo ervaren en het voelde als een verrijking van wie ik ben. Het scheelt wel dat je als medicus altijd goed werk doet. Dat zorgt misschien ook voor een andere beleving dan collega militairen die betrokken zijn bij gevechtshandelingen.’
‘Ik werk nog steeds bij defensie. Inmiddels als plaatsvervangend hoofd van het calamiteitenhospitaal. Dit is een slapend ziekenhuis voor het geval er een ramp, ongeval of incident in Nederland plaatsvindt. Ik ben veel bezig met relatiebeheer, instandhouding, maar we organiseren ook veel rondleidingen en presentaties. Inmiddels ben ik moeder geworden. Op missie gaan is voor mij niet zo makkelijk meer, maar ik kijk terug op een hele mooie en waardevolle tijd waar ik veel internationale contacten aan heb overgehouden.’