Geen militair ‘kiest’ voor sneuvelen

4 mei 2018
Deel dit bericht:
Veteraan Mark stond op 4 mei in de erecouloir tijdens de Nationale Herdenking.

Vier keer ging Mark op uitzending: hij was in Afghanistan, tweemaal in Zuid-Soedan en in 2016 nog in Mali als Marechaussee. “Ik moet naar de nationale Dodenherdenking, elk jaar. Niet alleen omdat ik in Afghanistan collega’s verloren heb, het gaat ook om onze geschiedenis als land. Het is belangrijk samen de mensen te herdenken aan wie we onze vrijheid danken.”

Mark kan nog precies het moment aangeven waarop hij wist: nu moet ik vertrouwen op mijn collega’s en de skills en drills die we samen getraind hebben. “Dat was tijdens de slag bij Chora. Ik was in Afghanistan om lokale agenten op te leiden voor hun taak. De Taliban houden van tradities: het was kennelijk precies een jaar geleden dat wij de White Compound overgenomen hadden van de Amerikanen. De Taliban openden de aanval. Ineens zat ik op het dak van de compound achter een punt 50 en moest militair in actie komen.”

Wij waren met 80 of 90 man en hadden geen idee hoeveel Talibanstrijders ons omsingeld hadden. Ik dacht: nu is het afgelopen, dit was het. Een heftige ervaring.

Mark overleefde zijn tijd in Afghanistan, maar zijn moeder had het er moeilijk mee.

In de media kwamen alle aanslagen voorbij en de slachtoffers. Ik zat vaak in een heel ander deel van de provincie, maar voor het thuisfront is dat heel angstig.

Na de fly by op patrouille

Mark heeft heel wat keren opgesteld gestaan bij de Ramp Ceremony: het moment waarop de kist met een omgekomen collega-militair bij het vliegtuig uitgeleide wordt gedaan. “Dat zijn momenten waarop je weet: ik kan de volgende zijn. Maar na de fly by ga je weer naar de werkcontainer en krijg je instructies voor de volgende patrouille. Er is weinig tijd voor emoties op uitzending. Toch herinner ik het me als een fijne tijd. Het is zo intensief, je bent zo intens samen en zo gefocust op je taak.”

 

“Ik heb er later heimwee naar gehad, dat klinkt misschien heel gek.”

In Soedan en Mali maakte hij onderdeel uit van VN-missies. “Een totaal andere ervaring dan een NAVO-missie,” zegt Mark. “In Soedan voelde ik me machteloos, als mensen elkaar naar het leven stonden in een ruzie om een paar koeien. Je wilt ingrijpen, maar je kunt niet veel druk uitoefenen op situaties van onrecht als je ongewapend bent. Je rapporteert. Ik zag situaties die ronduit schokkend waren: kindsoldaten, hekserij, extreme armoede.”

 

Ik kan sindsdien beter relativeren. Maar mensen zeggen ook dat ik veranderd ben, harder geworden.

Postpakketje met noodles

“Thuiskomen uit zo’n land in Nederland is een cultuurshock,” zegt Mark. “Je zit daar in de middle of nowhere. Er waren dagen dat ik alleen kon overleven dankzij de pakketjes noodles die mijn vriendin opstuurde. En dan ben je weer hier, waar iedereen geobsedeerd is door de social media en het altijd maar bereikbaar moeten zijn. Waar maken we ons druk om?”

Er zijn veel dingen waar je weer aan went als je terug bent, zegt Mark.

Maar die obsessieve drang overal met je neus op te moeten zitten, staat me sinds mijn uitzendingen naar Soedan tegen.

“Ik maakte in Khartoum een paar foto’s met mijn mobiel en die liet ik in het dorpje waar we gelegerd waren aan een boer zien. Die man wist letterlijk niet wat hij zag: wat ís dat, vroeg hij. Ik zei dat het hun hoofdstad was. Hij begreep er helemaal niks van. Hij had elke dag maar één zorg: eten regelen en zijn gezin in leven houden. Groter dan dat was zijn wereld niet.”

Op 4 mei stond Mark in het erecouloir op de Dam, de haag van veteranen tussen het paleis en het monument. “Mensen zeggen wel eens als iemand sneuvelt op uitzending: hij heeft er zelf voor gekozen in het leger te gaan. Dat maakt mij boos. Niemand kiest voor de dood als hij militair wordt. Het is een vak. Het is zéker niet zonder gevaar en ik kijk met trots terug op mijn vier uitzendingen.”

 

“En niemand kiest ervoor te sneuvelen.”