De wandelende encyclopedie bij veteranenreünies

8 november 2020
Deel dit bericht:
Als je ooit bij een veteranenreünie, evenement of soortgelijke bijeenkomst bent geweest dan heb je hoogstwaarschijnlijk Gerrit Vink wel zien staan met een informatiestand van het Veteraneninstituut. Gerrit reisde bijna 30 jaar lang heel Nederland door voor reünies van veteranen, helemaal vrijwillig. Voor deze inzet is hij dit jaar genomineerd voor de Witte Anjer Prijs 2020. ‘Hij vond het leuk en wilde graag van betekenis zijn voor veteranen,’ vertelt zijn dochter Alies Vink, ook werkzaam in de veteranengemeenschap. We spreken zijn dochter Alies over haar vader en vrijwilliger van het eerste uur van het Veteraneninstituut: Gerrit Vink.

Gerrit begon zijn carrière bij Defensie, waar hij werkte voor de militair sociale dienst, de maatschappelijke dienst bij Defensie. ‘Mijn vader hield zich bezig met zaken als uitstel van dienst of vrijstelling van dienst, of met mensen die hulpmiddelen nodig hadden,’ vertelt zijn dochter Alies.

Toen hij met de VUT ging was dat niets voor hem. Hij startte al snel bij de Stichting Dienstverlening Veteranen (nu Veteraneninstituut) waar hij pas in december 2019 mee stopte. Daar ging hij met een informatiestandje de reünies rond in heel Nederland. Zittend achter zijn tafeltje met informatiemateriaal van het Veteraneninstituut, kende hij zonder uitzondering iedereen bij naam, inbegrepen de uitzendgeschiedenis en persoonlijke omstandigheden. Veteranen en hun partners maakten graag een praatje en ervoeren zo de daadwerkelijke invulling van hun behoefte aan erkenning en waardering. Als mensen een vraag hadden dan kon Gerrit antwoord geven. ‘Hij is een wandelende encyclopedie,’ lacht Alies.

Gerrit begon zijn carrière bij Defensie, waar hij werkte voor de militair sociale dienst, de maatschappelijke dienst bij Defensie. ‘Mijn vader hield zich bezig met zaken als uitstel van dienst of vrijstelling van dienst, of met mensen die hulpmiddelen nodig hadden,’ vertelt zijn dochter Alies. Toen hij met de VUT ging was dat niets voor hem. Hij startte al snel bij de Stichting Dienstverlening Veteranen (nu Veteraneninstituut) waar hij pas in december 2019 mee stopte. Daar ging hij met een informatiestandje de reünies rond in heel Nederland. Zittend achter zijn tafeltje met informatiemateriaal van het Veteraneninstituut, kende hij zonder uitzondering iedereen bij naam, inbegrepen de uitzendgeschiedenis en persoonlijke omstandigheden. Veteranen en hun partners maakten graag een praatje en ervoeren zo de daadwerkelijke invulling van hun behoefte aan erkenning en waardering. Als mensen een vraag hadden dan kon Gerrit antwoord geven. ‘Hij is een wandelende encyclopedie,’ lacht Alies.

‘In die zin was hij echt van toegevoegde waarde op de bijeenkomsten. Hij kan luisteren en hij weet alles. Hij snapte waar je vandaan kwam, van welke brigade je was, welke rang en waar je terecht kon met je vraag,’ vertelt Alies.

‘Vroeger ging hij elke maandagochtend bij de koffietafel zitten bij het Veteraneninstituut, hield hij een soort audiëntie, checkte bij iedereen hoe het ging en keek of er nog aanvragen waren voor een reünie waar hij heen kon. Of hij hielp de receptionist met het oplossen van een kruiswoordpuzzel. Hij had een agenda vol met briefjes en snippers om dit alles te noteren,’ vertelt Alies. Ze vervolgt: ‘Als hij soms bij mij kwam avondeten bij terugkomst van een bijeenkomst, dan ging het alleen maar daarover. Dat was het enige waar we het over hadden.’ Alies werkt geheel toevallig ook in de veteranengemeenschap. ‘Als mijn vader bij een reünie was geweest dan kreeg ik altijd de groetjes van een BMNO’er. Of juist andersom, als ik terugkwam van werk, moest ik vaak de groetjes doen aan mijn vader.’

Half december 2019 stopte Gerrit met zijn werk voor het Veteraneninstituut. Toen ging het ook al snel slechter met hem. Hij woont nu in een zorgcentrum en dat is erg lastig voor hem. Alies: ‘Hij is een baas en een hele eigenwijze kerel, hij wordt gevoed door prikkels van buiten. Hij wil zijn eigen gang gaan, en dat kan nu helaas niet meer. Onder de mensen zijn en bezig zijn, lekker door het land knorren dat was wat hij het liefste deed.’