Een grens markeert, verbindt en verdeelt. Soms is het nodig dat grenzen worden bewaakt, dit om mensen buiten of juist binnen te houden, maar ook om af te schrikken en veiligheid te bieden. Dit is in conflictgebieden aan de orde van de dag. Veteranen kunnen hierover meepraten.
“Mijn eerste ervaring met het oorlogsgebied in Libanon was de aankomst op het vliegveld daar. Dit was een groot contrast je verlaat Nederland in de sneeuw en je komt aan in de hitte van Libanon en vervolgens zie je in de hangaar de kapotgeschoten muren.
”In het Nederlandse VN- district, een grensgebied dat voor een groot deel bestaat uit ravijnen, hadden we vaak te maken met pogingen tot infiltraties door verschillende strijdende partijen.”
We hadden het meest te stellen met de militie van Haddad die vaak dwars lag. Vervolgens was de overgang van de Israëlisch-Libanese grens ook een wereld van verschil. In Israël was je ineens in het Westen en zo voelde dat ook ’’.
‘’Tijdens patrouilles reden we langs en door de bufferzone, de scheiding tussen het Griekse en Turkse deel, van Cyprus. Het ging er vooral om of er niet meer wapens aanwezig waren dan was toegestaan op de grensposten. De Turks-Cyprioten zochten letterlijk en figuurlijk de grens op, ze verstopten wapens wat een directe schending was van het mandaat. Ondertussen hielden zowel de Grieken als de Turken elkaar in de gaten met verrekijkers.
Je stond er dan als VN-militair tussen als een soort politieagent, gewoon om de boel in de gaten te houden.
Beide partijen provoceerden graag om de andere partij de trekker te laten overhalen, dit gebeurde dan soms ook. Ongewild koos ik gedurende de uitzending toch een kant, omdat we veel verhalen van de Griekse-Cyprioten hoorden. Later besef je dat er nog veel meer verhalen zijn ‘’.
‘’We kwamen terecht in een onheilspellend gebied. Zowel Ethiopië als Eritrea waren eigenlijk vrij kalme landen, maar als VN kwam je terecht in de demarcatielijn. Het grensgebied waar de oorlog zich had afgespeeld. Dit gebied was voornamelijk woestijn, waar je je afvraagt hoe mensen er kunnen leven.
Er was dan ook veel ellende bij de grensposten, duizenden mensen die moesten leven met niks.
En dan nog maar te zwijgen over de vluchtelingenkampen waar mensen leven onder een zeiltje. Ik deed dan ook wat ik kon. Soms gaf ik mijn eigen brood weg, maar het uitdelen van voedsel kon je beter overlaten aan het World Food Program (WFP) dan werd het eten tenminste netjes verdeeld.”
Deze fragmenten zijn afkomstig uit de Interviewcollectie Nederlandse Veteranen (ICNV).