Groot respect voor de loyaliteit

13 juni 2019
Deel dit bericht:
Reflecteren op 70 jaar NAVO.

Jaap de Hoop Scheffer en Mart de Kruif kijken terug op het verleden en reflecteren op het ‘Trumpiaanse’ heden van het bondgenootschap, dat dit jaar zeventig jaar bestaat. ‘We hebben de Koude Oorlog gewonnen en daar ben ik trots op.’

interview-checkpoint-zeventig-jaar-navo-mart-de-kruif-jaap-de-hoop-scheffer

Voormalig secretaris-generaal van de NAVO Jaap de Hoop Scheffer en luitenant-generaal b.d. Mart de Kruif, die in Afghanistan leiding gaf aan een grote multinationale troepenmacht, reflecteren op het bestaan van het Atlantisch bondgenootschap, op de zin van de missie in Afghanistan en spreken over militairen en veteranen van nu. ‘In de maatschappij is het respect voor de krijgsmacht toegenomen, zeker sinds we echt worden ingezet’, constateert De Kruif.

De geschiedenis van de NAVO kent ruwweg drie tijdvakken. De eerste fase wordt gevormd door de Koude Oorlog. De twee periode begint na de val van de Muur en loopt door tot de missies die na de aanslagen van 2001 plaatsvinden. In de huidige periode ligt het accent op de verdediging tegen Poetins Rusland, minder machtig dan de Sovjet-Unie maar volop destabiliserend bezig. De Kruif:

‘We hebben de Koude Oorlog gewonnen en daar ben ik als militair trots op.’

Hij maakte als jonge officier de laatste fase van dit conflict mee en leerde toen, onder andere, leidinggeven aan grote eenheden. ‘Het maakt nogal uit of je met een peloton van veertig man van A naar B moet of met een brigade van vierduizend man. We zijn dat laatste, door kleinschalig optreden tijdens missies en door bezuinigingen, helaas verleerd. Daar hebben we nu last van, nu we vanwege Rusland weer in groter verband moeten kunnen opereren.’

Voor De Hoop Scheffer vormde de politieke cohesie die de NAVO tijdens de Koude Oorlog onder leiding van de Verenigde Staten tentoonspreidde, de kracht van het bondgenootschap. Die cohesie werd afgedwongen door de ‘toen voor iedereen waarneembare en voelbare dreiging van de Sovjet-Unie’. Het is de huidige Amerikaanse president die de samenhang van de NAVO nu onder druk zet. Trump zaait met zijn uitspraken twijfel over de veiligheidsgarantie van de VS aan Europa. ‘Er is reden voor grote zorg’, verzucht De Hoop Scheffer. ‘Er zit een president die ad hoc twittert en besluiten op intuïtie neemt, terwijl verstandige adviseurs als minister van Defensie Jim Mattis, die ik als secretaris-generaal goed leerde kennen, inmiddels allemaal zijn ontslagen of teruggetreden.’ Toch denkt hij dat de NAVO de crisis zal doorstaan. Mede omdat de Verenigde Staten het zich als mondiale macht niet kunnen permitteren zich uit de wereld terug te trekken. De Hoop Scheffer: ‘Die terugtrekkende beweging hebben ze na de Eerste Wereldoorlog ook gemaakt en daarvoor is later met Pearl Harbor en op de stranden van Normandië een hoge prijs betaald.’

Solidair met Amerika
Volgens De Kruif ziet president Trump als het gaat om de NAVO-partners een cruciaal moreel feit over het hoofd. ‘Toen ik het ISAF-bevel voerde over operaties in Zuid-Afghanistan verloren wij 282 mensen. Daaronder waren 104 Amerikanen, maar de meerderheid bestond uit Britten, Canadezen, Roemenen, Denen, militairen uit de Baltische staten en ook Nederlanders. Ze kwamen uit landen die door hun deelname aan de missie en de geleden verliezen een vergaande solidariteit toonden met Amerika. Dat mag niet worden vergeten.’

Trump heeft volgens De Kruif en De Hoop Scheffer nadrukkelijk wél een punt als het gaat over de te lage Europese defensie-inspanning. De kritiek op die te geringe bijdrage klinkt al veel langer vanuit Amerika en leeft daar in brede kring. De Hoop Scheffer: ‘Er zit bovendien een buitengewoon gevaarlijke kant aan die te lage Europese inspanning, want naarmate je met conventionele militaire middelen minder in staat bent een vuist te maken, verlaag je de atoomdrempel, dat wil zeggen, het moment waarop nucleaire wapens moeten worden ingezet.’

over-mart-de-kruif-jaap-de-hoop-scheffer

Morele dilemma’s
Na de Koude Oorlog brak voor de NAVO een periode aan van verre missies en optredens. De grote ISAF-missie in Afghanistan is daarvan bij uitstek het voorbeeld. Nederland nam er volop aan deel, in Uruzgan en elders. Maar de missie leidde ook tot politiek en maatschappelijk debat. De Hoop Scheffer: ‘Er was lange tijd in ons land een mistige discussie of het nu een opbouw- of een vechtmissie was. Maar het was natuurlijk beide. Er werd nadrukkelijk óók gevochten. Die werkelijkheid werd mij als secretaris-generaal iedere ochtend meer dan duidelijk als het lijstje met gesneuvelde ISAF-militairen binnenkwam, dat maakte diepe indruk.’ Er speelden ook morele vraagstukken, want hoe zit het met westerse waarden in een land waar krijgsheren de gewoonte hebben jongens te misbruiken en waar vrouwen worden onderdrukt? De Kruif: ‘Er gebeurden zeker heel slechte dingen. Daar probeer je wat tegen te doen. Je probeert in ieder geval een positieve invloed uit te oefenen.’

Nabuurschap
‘Daarnaast moet je oog hebben voor de goede kanten van het land en niet alleen kijken met een westerse blik. Zo is er dankzij de stammenstructuur veel onderlinge hulp, zeg maar een superieure vorm van nabuurschap.’ Een grote vraag blijft of het optreden in Afghanistan zin heeft gehad. Voor De Hoop Scheffer is het antwoord duidelijk: ‘Ik kijk terug op een NAVO-operatie die zowel in politiek als militair opzicht misschien niet hét verschil, maar wel verschil heeft gemaakt voor de toekomst van Afghanistan. We zijn er niet voor niets geweest.’ De Kruif beaamt dat: ‘Ik heb het beeld dat een groot deel van de Afghanen bewust bezig is met de toekomst en bereid is daarvoor te vechten, dat is mede door ons bereikt.’ Maar voor De Kruif is het antwoord op de succesvraag uiteindelijk niet beslissend. ‘Af en toe zijn er momenten in het leven waarin je zegt: ik moet wat doen, ongeacht wat de uitkomst is. Ik bedoel dit niet verheven, in de zin van standbeelden en helden, het gaat mij om de persoonlijke zingeving, om persoonlijke keuzes die
je maakt.’

Trotse veteranen
Alle operaties en tussentijdse aflossingen samen, zijn er in de jaren na 2001 bijna 30.000 Nederlandse militairen uitgezonden naar Afghanistan. De militairen die daar dienden, hebben de veteranenstatus. Dat geldt dus ook voor De Kruif. Burger en niet-veteraan De Hoop Scheffer:

‘Ik voel, zonder daar pretentieus over te willen doen, een hechte band met veteranen. In mijn functie van secretaris-generaal heb ik groot respect gekregen voor de enorme loyaliteit van militairen.’

De Kruif beklemtoont dat veteranen ‘over het algemeen positief terugkijken op hun missie’ en met hun ervaringen een grote maatschappelijke meerwaarde hebben’. Over zichzelf zegt hij: ‘Ik ben trots op wat ik heb gedaan en voel me als veteraan absoluut niet miskend.’ Op dit moment is De Kruif volop betrokken bij de voorbereiding van de Invictus Games voor fysiek en/of psychisch gewond geraakte militairen. Die worden in 2020 in Den Haag gehouden. ‘Als de Invictus Games één ding laten zien dan is dat de kracht van de mens, het blijven denken in kansen en mogelijkheden. Dat geeft me veel energie. Daarnaast zie ik bij de voorbereidingen ook een mooie kant van onze samenleving, want er hebben zich letterlijk al duizenden vrijwilligers gemeld om te helpen.’