“Langzaam golfde het applaus op de Dam naar voren. Ik keek om mij heen; veel mensen stonden met tranen in hun ogen. Ook ik voelde ontroering bij de rede van generaal b.d. Van Uhm tijdens de Dodenherdenking afgelopen 4 mei. Zijn verhaal was een persoonlijk verhaal, maar ging vooral over het belang van het beschermen van vrijheid. Hij zei treffend, dat de strijd voor vrijheid elke dag opnieuw begint. In jezelf. In de samenleving. En in de rest van de wereld. Want vrijheid, gelijkheid en rechtvaardigheid, een betere wereld, die maak je samen.
Tijdens de herdenking stond ik stil bij alle gruwelen van de Tweede Wereldoorlog en andere conflicten, maar ook bij de Nederlandse en Australische collega’s die tijdens mijn uitzending in Afghanistan zijn omgekomen. In 2008 ben ik als pelotonscommandant panzerhouwitzer naar Uruzgan uitgezonden geweest. Daar heb ik met mijn peloton de Nederlandse, Australische en Britse troepen met licht-, rook- en granaten ondersteund.
De uitzending was een eyeopener voor mij. Daar zag ik de waarde van vrijheid pas echt. Ik had al rechten en bestuurskunde gestudeerd en daarna jaren als beleidsmedewerker op een ministerie gewerkt. Militair worden was een lang onvervulde meisjesdroom. Ik dacht dat ik de kansen die je in Nederland krijgt, wel voldoende waardeerde. Dat had ik niet goed gezien. Want in Uruzgan heb ik ervaren hoe niet vanzelfsprekend vrijheid kan zijn. Ik zag wat er gebeurt met een land waar mensen elkaar totaal niet meer vertrouwen. Als mensen niet langer hoop op een beter leven hebben en waar een functionerende overheid decennialang afwezig is. Als je daar als kind met astma geboren wordt dan ga je dood, omdat de juiste medicijnen niet voorhanden zijn. Het onderwijs is slecht en meisjes mogen sowieso nauwelijks naar school.
Nederland en Uruzgan zijn natuurlijk totaal niet met elkaar te vergelijken. Maar mijn ervaringen in Uruzgan deden mij beseffen, dat je hard moet blijven knokken om Nederland op orde te houden. Welvaartsgroei is niet langer een vanzelfsprekendheid. Mensen maken zich zorgen om hun baan, pensioen en werk. En de staat zal ook niet alle problemen oplossen. Ik besloot dat ik ook in Nederland een bijdrage wil leveren aan het behoud van vrijheid en welvaart (als militair, als mens).
Na de val van het kabinet over de verlenging van de missie in Uruzgan en mijn verontwaardiging daarover, besloot ik te solliciteren bij het CDA als Kamerlid. En in die functie beslis ik nu zelf mee over het uitsturen van militairen op missie om de vrijheid van mensen in een ver land te verdedigen. Kamerleden van alle politieke partijen geven aan dat dit de moeilijkste beslissing voor hen is. Ik ervaar dat ook zo. Je bent verantwoordelijkheid voor de militairen die je naar een ver land stuurt. Dat betekent ook, dat je als politiek een taak hebt om goed voor de teruggekomen militairen te zorgen. Veteranen hebben recht op erkenning, waardering en indien nodig zorg.
Veteranen leveren terug in Nederland een belangrijke bijdrage in het kader van het koesteren en waarderen van vrijheid. Zij hebben namelijk in andere landen gezien hoe het kan misgaan en wat dat voor een samenleving betekent. Je moet er met elkaar voor zorgen dat mensen ook in Nederland in vrijheid kunnen blijven leven. Veteranen zijn de beste vertolkers voor die boodschap. Want vrijheid, gelijkheid en rechtvaardigheid, een betere wereld, die maak je samen.”