‘Door corona maken we ons extra zorgen over dakloze veteranen’

16 april 2020
Deel dit bericht:
“A man may be down, but never out”, zei de eerste generaal van het Leger des Heils. Die visie volgt kapitein Harm Slomp nog steeds. Als officier van het Leger des Heils helpt hij mensen zonder helper. Jaarlijks zijn dat zo’n 50.000 mensen die vaak te maken hebben met een combinatie van problemen; dakloos, verslaafd en medische problematiek. Hieronder bevinden zich ook dakloze veteranen.

‘Een verhaal kan ik maar niet uit m’n hoofd krijgen. Een veteraan vertelde dat hij door zijn ervaringen op missie naar de fles greep. In zwarte buien werd hij dan een gevaar voor zijn vrouw en kinderen. Een verschrikkelijke situatie. Daarom koos hij bewust voor het isolement en verliet hij zijn huis. Uit liefde voor z’n vrouw en kinderen, om ze niet te beschadigen. Dat soort voorbeelden zien we best vaak. Uit onderzoek blijkt dat tientallen veteranen een beroep doen op de opvang. We vermoeden dat het werkelijke aantal in de honderden loopt. Juist voor dat soort mensen bestaat het Leger des Heils.

In mijn ogen moet de Nederlandse samenleving en Defensie meer doen voor de dakloze veteraan. Ik heb een enorm respect voor alle mannen en vrouwen die zich beschikbaar stellen voor de krijgsmacht. Daarmee zetten ze zich in voor Nederland en het internationale vredesbelang. Dat verdient een groot respect en waardering. Elke vorm van dakloosheid is een aanklacht tegen de samenleving, maar dat voel ik nog sterker voor dakloze veteranen. Die hebben nu dezelfde rechten en plichten als andere burgers, maar ik zou het normaal vinden als we in Nederland voor dakloze veteranen een extra inspanning leveren. Als dank voor hun soms levensbedreigende persoonlijke inzet.

Er is al veel hulp, maar door persoonlijkheid, trauma of andere problemen komt het daar niet van. Die mensen komen wij dan tegen. Het valt ons ook op dat veteranen vooral baat hebben bij hulp door andere veteranenJe hebt echt mensen nodig die hetzelfde hebben meegemaakt. Die begrijpen wat er op een missie gebeurt. Wat je ziet, hoort en ruikt. Dat maakt het verschil. Daar proberen we onze zorg nu meer op in te richten. Met zelfhulpgroepen onder begeleiding van veteranen.

Met het coronavirus maken we ons extra grote zorgen over deze groep. Zij hebben veelal een slechte gezondheid, een drugsverslaving, psychiatrische problemen en zijn moeilijk te in het gareel te houden. Dat maakt ze slecht controleerbaar. Terwijl dit juist voor de bestrijding van het virus enorm belangrijk is. Er is ons veel aangelegen om die groep zoveel mogelijk te beschermen. Voor henzelf en de rest van de samenleving.’