‘Keihard vechten past niet goed in het beeldvormingplaatje’

16 april 2016
Deel dit bericht:
Militair historicus Christ Klep verzorgde de inleiding van de Veteranenlezing 2014 over Beeldvorming die op 10 april werd gehouden in het Instituut voor Beeld en Geluid in Hilversum. De beeldvorming over veteranen zit boordenvol schijnbare onverenigbare kenmerken. Klep bespreekt vijf stellingen over het fenomeen beeldvorming en veteranen.

1. De beeldvorming in de ‘buitenwereld’ over veteranen is relatief eenvoudig.

Van Dale definieert het woord veteraan als volgt: ‘Een ex-militair die gevochten heeft’. Het publiek vindt dit een handzame definitie, maar ze botst met de Nederlandse werkelijkheid, waarin ook dienende militairen veteraan kunnen zijn en zij niet noodzakelijkerwijs hoeven te hebben gevochten. Het publiek daarentegen ziet bijvoorbeeld militairen die dienden tijdens de Koude Oorlog niet als ‘echte’ veteranen. Hoe versimpelend de Van Dale-definitie ook mag zijn, ze weerspiegelt wel de beeldvorming in de maatschappij.

2. De context voor de beeldvorming over veteranen is merkbaar veranderd.

Meer nog dan voorheen, heeft het Westen oorlogsgeweld verbannen naar het slagveld. ‘We’ hebben veel moeite met maatschappijen waarin geweld nog a way of life is. ‘We’ zijn steeds minder bereid ‘onze’ militairen te offeren voor een verafgelegen doel. Als ze dan toch worden ingezet, verwachten we dat onze militairen ook ‘goed doen’ en niet over de schreef gaan. Denk aan het bijbehorende taalgebruik: ‘robuust optreden’, of ‘de tegenstander irrelevant maken door het vertrouwen van de bevolking te winnen’. Keihard vechten past niet goed in het beeldvormingplaatje. Dit alles bepaalt (mede) de beeldvorming – ook vanuit de Defensie-organisatie zelf – over militairen en veteranen, namelijk als soldier-diplomat of als humanitarian-soldier.

3. De discussie over het militaire beroep als just another job heeft de beeldvorming over veteraanschap niet echt beïnvloedt.

Al een aantal jaren woedt een debat over de vraag of het militaire beroep (nog steeds) bovenal een roeping is, of toch een gewone baan. Deze discussie heeft echter weinig invloed op hoe het publiek het ‘karakter’ van het militaire beroep of veteraanschap ziet. Men associeert de militair en de veteraan nog steeds bovenal met de klassieke militaire waarden: loyaliteit, behulpzaamheid, moed, enzovoorts. De associaties met doden, gewelddadigheid of sensatiezoekerij zijn aanzienlijk minder sterk. Naar het schijnt heeft het beeld van de militair en de veteraan als ‘ruwe bolster, blanke pit’ nog steeds de overhand. Ik meende dat ook te merken in de BNN-reality soap De Langste Dag, waarin ‘de modale jeugd’ in het diepe van een militaire training wordt gegooid. Ik vreesde voor een soort ‘Utopia in camouflagepak’, maar dat viel mee. Centraal in de serie staan de klassieke waarden als doorzettingsvermogen en karaktervorming.

4. Media en veteraan zijn verbonden in een vicieuze cirkel.

De meeste veteranen zien hun operationele inzet als (relatief) positief, bijvoorbeeld als een vormende periode met ongekende kameraadschap. Tegelijk echter zien veel veteranen de media als een negatieve en storende factor. Velen voelen zich miskend door die media. Journalisten pikken juist dit ongenoegen op en het stereotype beeld van de veteraan als beschadigd individu komt in de berichtgeving sterk naar voren. Hier ontstaat een vicieuze cirkel.

5. De beeldvorming die veteranen zelf creëren is lastig en ingewikkeld.

De boeken en interviews van veteranen zitten vol herkenbare en, zoals gezegd, deels schijnbaar onverenigbare thema’s: de vervreemding en overweldiging van het gevecht, angst, onzekerheid, voldoening, euforie enzovoorts. Herkenbaar daarbij is evenzeer de neiging om het zelf al dan niet in het kader van de opdracht toegebrachte leed op een afstand te houden en buiten zichzelf te plaatsen. Dit is ongetwijfeld een mechanisme dat in werking treedt om heftige ervaringen te kunnen verwerken. Bij moderne missies ligt dit alles extra gevoelig. De militair moet immers ook nadrukkelijk ‘goed doen’ en liefst zo geweldloos mogelijk optreden. Dit levert een ongemak op dat in de beeldvorming door militairen en veteranen merkbaar is.