“Het speciale van een missie is in mijn ogen dat je samen een klus klaart. En in Afghanistan heb ik ook echt het gevoel dat we goed werk hebben gedaan. Misschien is het een druppel op de gloeiende plaat, maar veel druppels maken uiteindelijk toch ook een plas. En die klus klaar je met elkaar. In goede en in slechte tijden. Je zoekt je grenzen op. Je gaat eroverheen. En je sleept elkaar door moeilijke tijden heen. Het missen van de kameraadschap uit het leger hoor je dan ook vaak als klacht van oud-collega’s die hun baan bij Defensie verruild hebben voor eentje in de burgermaatschappij.
Ik denk dat dat mij de afgelopen jaren ook weerhouden heeft om mijn uniform aan de wilgen te hangen. Natuurlijk heb ik dat overwogen. Na mijn missie in Afghanistan, waar ik als commandant Force Protection zorg moest dragen voor de bescherming van het vliegveld van Kandahar, heb ik wel nagedacht of mijn toekomst nog wel bij Defensie lag.
Ik ben na mijn middelbare school naar de KMA gegaan, omdat de opleiding mij zo geweldig leek. Studeren en sporten. Veel buiten zijn. Op missie heb ik gezien dat mijn werk veel meer is dan een mooie combinatie van leidinggeven en buiten zijn. Je beseft je ineens dat je ook echt bijdraagt aan het stukje bij beetje beter maken van de wereld.
Maar na mijn missie in Afghanistan is mijn leven ook veranderd. Mijn man, een militair weliswaar, en ik hebben een gezin gesticht. Onze kinderen weten wat we doen. Die kijken ook niet raar op van een moeder (of vader) in een militair uniform. Maar die staan niet te trappelen om ons op uitzending te zien gaan.
Op missie in Afghanistan heb ik een aantal rampceremonies [de plechtigheid waarbij het lichaam van een omgekomen soldaat met militair vertoon aan boord van het vliegtuig naar huis wordt gebracht, red.] meegemaakt. Natuurlijk zet dat je dan aan het denken. Tot op de dag van vandaag als moeder van twee kinderen. Maar toch, en wellicht is het wat naïef, redeneer ik als volgt: als het mijn dag is dan is het mijn dag. Dus als het moment daar is om weer uitgezonden te worden, dan ga ik.“