Het vliegtuig als veteraan

14 november 2019
Deel dit bericht:
Expeditie West-Papoea: Op zoek naar de neergestorte B-25.

Verzengende hitte, bloedzuigers en moeras. Dat zijn de ingrediënten die erbij horen als je op zoek bent naar een in 1944 neergestorte B-25 in West-Papoea, Nieuw-Guinea. In januari 2019 is een klein team van Nederlandse specialisten naar het sagomoeras gereisd op zoek naar de Amerikaanse B-25H Mitchell bommenwerper die er in juli 1944 een noodlanding maakte.

B52-nieuw-guinea-west-papoea
Tekst: Bas Kreuger / Fotografie: Fred Warmer

De crashlocatie lag zo’n driehonderd kilometer achter de Japanse linies en diep in de jungle. Een doodvonnis voor de bemanning: ze zou omkomen in het oerwoud of onthoofd worden door de Japanners. De Nederlandse officier van de Netherlands Indies Civil Administration, 2e luitenant (KNIL) Louis Rapmund stelde een ongeveer twintig man sterk reddingsteam samen met Australische en Amerikaanse survivalexperts, infanteristen en Indonesische gidsen en tolken.

De bemanning van de in het moeras gelande B-25 bestaat uit 1e luitenant Ira M. Barnett (vlieger), flying officer Thomas R. Wright (navigator), sergeant Peter P. Whipland (radio-operator) en korporaal Harold A. Tantaquidgeon. Wegtrekken is onmogelijk uit het gebied en daarom slaan ze op de vleugel van hun toestel hun kamp op. Met parachutes bouwen ze een tent. Voedsel wordt door hun squadronmaats of door Catalina’s van het 2e Air-Sea-WWRescue Squadron afgeworpen. Hoe moeilijk de omstandigheden zijn, blijkt wel uit het feit dat de mannen er drie uur over doen om de gedropte voorraden die tweehonderd meter verderop terecht zijn gekomen te bereiken. Een Catalina-vliegboot bracht Rapmund’s reddingsteam intussen naar Moegim, aan de monding van de Kais. In het dorp regelde Rapmund kano’s om de groep stroomopwaarts te vervoeren. Toen het na een aantal uur roeien donker werd, hoorde Rapmund motoren op de rivier. Hij kon net op tijd de kano’s de duistere oever in laten duiken, toen voorbij de bocht in de rivier bewapende Japanse schuiten de rivier afzakten. Gelukkig voeren de Japanners verder.

jungle-west-papoea-guinea

Rugdekking
Toen de groep in kampong Baroe aankwam, bleek dat de Japanners op de hoogte waren van hun komst en had negentig soldaten naar Baroe stuurden. Rapmund vroeg daarop via een walkietalkie aan luitenant Lang, de vlieger van de Catalina die de bevoorrading verzorgde, of deze kampong Teminaboean, de plek waar de Japanners zich verzameld hadden, wilde bombarderen en beschieten. Kapitein Gillespie, sergeant Brickner, twee specialisten van de Royal Austalian Air Force en twee mannen van het KNIL, de korporaals Soemanti en Marlisse, gingen met tien kano’s op zoek naar de B-25H. Rapmund bleef, tegen zijn zin, met de overige teamleden achter om een eventuele aanval van de Japanners op te vangen.

Dat dit nodig was, bleek een dag later, toen drie kano’s met zo’n 35 Japanse soldaten aan boord bij kampong Baroe aankwamen. Om niet in een onvoorspelbaar vuurgevecht terecht te komen, liet Rapmund de Papoearoeiers van de kano’s in hun eigen taal (die de Japanners niet verstonden) toeroepen overboord te duiken. Zodra ze dat deden, openden de Amerikanen en KNIL’ers het vuur en doodden zo de meeste Japanners. Vier man werd gevangen genomen en later naar Biak afgevoerd.

Rijsttafel
Na een kleine week kwam de groep van Gillespie terug met de bemanning van de B-25H. Behalve een flinke jaap in Whipland’s been, waren ze er goed aan toe. De mannen hadden onder leiding van boordschutter chief Tantaquidgeon, een volbloed stamhoofd van de Mohegan-indianen, een geïmproviseerd kamp gebouwd. Samen met de crew zakte het team de rivier af. Voordat Barnett, Whipland, Wright en Tantaquidgeon terugvlogen naar Biak, aten ze met hun redders en lokale Papoea’s een rijsttafel. Een groepsfoto met de crew, Gillespie en Rapmund vereeuwigde de bijzondere redding. Het was maar weinig bemanningen in de luchtstrijd boven Nieuw-Guinea gegeven gered te worden. Ze vonden vaak de dood in de uitgestrekte jungles en gebergte, of in de door haaien en zoutwaterkrokodillen vergeven kustwateren – als ze niet al eerder werden onthoofd door de Japanners.

1 / 1

Louis Rapmund zou later naam maken met gewaagde reddingsacties in Nieuw-Guinea. Voor die acties plus de redding van de B-25-bemanning werd hij in april 1945 onderscheiden met de Bronzen Leeuw. In oktober 1945 werd hij vermoord tijdens de bersiapperiode op Java.

In het spoor van Rapmund
Een klein team trekt 75 jaar later in het spoor van Rapmund de Kais-rivier op om deze B-25 terug te vinden. Luchtvaarthistorici Fred Pelder en Bas Kreuger, fotograaf en Afghanistanveteraan kapitein Fred Warmer en de voormalige commando’s Rob Hoogendoorn en Max Ammer van Papua Diving gaan in januari 2019 op pad. Hun boot voorzien van twee 30pk motoren doet slechts twee dagen over dezelfde tocht waar de Papoea-roeiers twee weken over deden. Onderweg stopt de groep bij de kampongs. In elk dorp  worden ze doorverwezen naar het volgende, tot ze kampong Bawane bereiken waar men weet te vertellen dat hun dorp ooit iets noordelijker lag. Samen met zes Papoea’s varen ze een paar kilometer door en maken een kamp nabij de resten van een dorpje.

1 / 1

De volgende dag trekken ze het moeras in. Tot de knieën, soms tot de heupen waden ze door de bagger, geteisterd door muskieten en bloedzuigers. Na uren zich een weg banend hebben ze anderhalve kilometer afgelegd. Maar nog geen zicht op het wrak. Het toestel ligt in een meertje aan de rand van het moeras en is weggezonken en voor het expeditieteam onbereikbaar. Het plan is om in september 2019 terug te keren, nu met extra materiaal en duikuitrusting, om zo het wrak aan een onderzoek te onderwerpen. Het vliegtuig is in 75 jaar onberoerd gebleven en ligt geconserveerd in een zoetwatermoeras en moet daardoor nog in een redelijk goede staat verkeren.

Na gesprekken met de lokale Papoea’s blijken die op de meegebrachte historische foto’s van de bemanning en hun redders uit 1944 het afgebeelde gebouw te herkennen. Het is de kerk in kampong Baroe en het bijzondere is dat deze kerk er nog steeds staat. Na deze verrassende vondst zakt het team de rivier weer af en besluit een kijkje te gaan nemen. Het is zondag en de kerkdienst is gaande. De mannen praten met de kerkgangers en dan komt opeens een vrouw met een heel oude Papoea aanlopen. Ze vertelt dat hij haar opa is en Paulus heet. Hij is ruim negentig jaar oud en heeft als jongen meegeholpen bij de redding van de Amerikaanse vliegers. Sterker nog, hij staat zelfs op de groepsfoto!

1 / 1

En zo vinden ze zowel de locatie van het vliegtuig als een onwaarschijnlijke veteraan; een ooggetuige van en deelnemer aan een bijzondere reddingsactie. Daarmee kan deze expeditie gerust geslaagd genoemd worden.

1 / 1