Operatie Provide Comfort in Noord-Irak

19 april 2021
Deel dit bericht:
De Nederlandse bijdrage in Noord-Irak.

Dertig jaar geleden, op 19 april 1991, besloot de Nederlandse regering tot deelname aan operatie Provide Comfort. Het was een van de eerste expeditionaire operaties van de Nederlandse krijgsmacht na de Koude Oorlog. Aanleiding was de humanitaire ramp die zich in Noord-Irak voltrok na afloop van de Tweede Golfoorlog (januari 1991).

Irak-missie-Provide-Comfort

Nadat een anti-Iraakse coalitie onder leiding van de VS het Iraakse leger met geweld uit Koeweit had verdreven, richtte het Iraakse leger zich tegen opstandige Koerden in Noord-Irak en sjiieten in het zuiden van het land. Het leger sloeg beide opstanden genadeloos neer. De Koerdische bevolking sloeg massaal op de vlucht. De Koerden trokken de bergen in waar ze onder erbarmelijke omstandigheden moesten zien te overleven. De Veiligheidsraad riep de VN-lidstaten begin april 1991 op om de vluchtelingen te helpen. In het noorden van Irak stelde de anti-Iraakse coalitie een veilige zone in, zodat de vluchtelingen de bergen weer zouden verlaten en internationale hulporganisatie hun werk konden doen.

Irak-missie-Provide-Comfort
Duizenden Koerden bivakkeren onder slechte omstandigheden in de bergen van Noord-Irak. Foto: NIMH.

De Nederlandse bijdrage aan operatie Provide Comfort bestond uit een geïntegreerde eenheid van 400 mariniers en vlootpersoneel en 608 militairen van de landmacht, luchtmacht en marechaussee (11 Geniehulpbataljon). Opmerkelijk was dat ruim 70% van de 608 militairen van het geniehulpbataljon dienstplichtig was en zich vrijwillig had aangemeld. Het personeel van het geniehulpbataljon hield zich vooral bezig met hulpverlening en de mariniers waren verantwoordelijk voor de beveiliging. De mariniers trokken op 23 april vanuit Turkije de grens over, op 26 april gevolgd door een groep van bijna 60 kwartiermakers van het geniehulpbataljon. De hoofdmacht volgde tussen 1 en 7 mei.

1 / 1

Onmiddellijk na aankomst in het operatiegebied rond de stad Zakho begonnen de Nederlandse militairen met de bouw van het eerste kamp voor zo’n 20.000 vluchtelingen. Aanvankelijk kwamen er weinig Koerden uit de bergen, omdat er zich nog steeds Iraakse veiligheidsagenten in Zakho ophielden. Na 8 mei begon een vluchtelingenstroom uit de bergen op gang te komen en startten de Nederlanders de bouw van een tweede kamp. Vanaf 20 mei startten ze zelfs de bouw van een derde kamp. Op het hoogtepunt bevonden zich bijna 58.000 vluchtelingen in de kampen nabij Zakho. Naast het bouwen van kampen, hielden de Nederlanders zich bezig met medische hulpverlening en het opruimen van enorme hoeveelheden onontplofte munitie en explosieven. Elke dag om 12.00 uur – op een vast afgesproken tijdstip zodat de Koerden ervan wisten en niet uit angst voor nieuw geweld de bergen weer invluchtten – brachten de EOD’ers de munitie tot ontploffing. De enorme explosies leverden hen de eretitel Masterblasters op.

Irak-missie-Provide-Comfort
Sergeant-1 J.A. Blokvoort bereidt gecontroleerde ontploffing van munitie voor. Foto: Ministerie van Defensie.

Omdat de veiligheidssituatie zich snel verbeterde, begonnen de eerste Koerden in de loop van mei vanuit de vluchtelingenkampen terug te keren naar hun eigenlijke woonplaatsen. Op 31 mei besloot de Nederlandse regering om 11 Geniehulpbataljon terug te trekken. Tussen 4 en 15 juni keerde het personeel groepsgewijs terug naar Nederland. Het helikopterdetachement en een EOD-team bleven achter om de mariniers te ondersteunen. Op 22 juni trokken ook de meeste mariniers zich terug. Een compagnie mariniers bleef in Irak achter, gesteund door het EOD-team en het helikopterdetachement. Op 15 juli trok deze compagnie mariniers zich terug naar Turkije. Daar stond de compagnie (later afgelost door een versie compagnie uit Nederland) stand-by als onderdeel van een internationale Quick Reaction Force (QRF). Het helikopterdetachement (later eveneens afgelost door nieuw luchtmachtpersoneel) bleef de compagnie ondersteunen, terwijl de EOD’ers naar Nederland terugkeerden. De laatste mariniers en het luchtmachtpersoneel keerden tot slot op 28 september terug in Nederland. Alleen luitenant-kolonel der mariniers J. Bruning bleef tot 31 januari 1992 achter als lid van het Military Coordination Committee om de contacten met de Iraakse autoriteiten te onderhouden.

Irak-missie-Provide-Comfort
Alouette III van het helikopterdetachement voert een transport uit voor Artsen zonder Grenzen. Foto: NIMH.

Aan de operatie Provide Comfort namen in totaal 1.138 Nederlandse militairen deel. Binnen een week waren de mariniers en het eerste detachement van het geniehulpbataljon ter plaatse. Het overige deel van het geniehulpbataljon was binnen twee weken expeditionair. De commandant van het geniehulpbataljon, luitenant-kolonel M.L.M. Urlings, prees deze prestatie die velen voor onmogelijk hielden: “(…) namelijk in zéér korte tijd een nieuwe eenheid formeren en volledig door de lucht transporteren naar een operatiegebied op grote afstand.” Ook voor contigentscommandant kolonel der mariniers E.C. Klop was operatie Provide Comfort een groot succes: “[W]ij hebben het gat opgevuld wat de niet-militaire organisaties niet zo snel op zo’n grote schaal kunnen leveren. (…) Bij deze calamiteit met zo’n onveilig situatie is de krijgsmacht de enige die kan inspringen.”

Niet iedereen hield een goed gevoel over aan de humanitaire missie in Noord-Irak. Vooral degenen die meer hulp hadden willen bieden. Een dienstplichtig gewondenverzorger omschreef zijn schuldgevoel als volgt: “Ik heb het gevoel bij die uitzending dat ik tekort geschoten ben. (…) Dat ik beter mijn werk had kunnen doen. Dat er misschien minder overleden waren. (…) Misschien heeft het er ook mee te maken dat we daar heel vroeg weg zijn gegaan. Dat laatste dag dat we naar het ziekenhuis gingen om daar te werken, toen klampte een vrouw mij aan en die smeekte dat we daar zouden blijven, dat we niet weggingen. Ik wist ook niet zo goed wat ik daar mee moest. ‘Moet je mijn baas vragen’, heb ik gezegd. Maar ik vond het zelf ook dat we daar te vroeg weggingen. D’r was nog genoeg te doen.”

1 / 1

Zelf luisteren naar verhalen van veteranen? In de Interviewcollectie Nederlandse Veteranen  van het Nederlands Veteraneninstituut zitten 17 interviews met veteranen die hebben deelgenomen aan de operatie Provide Comfort.