Veel veteranen zijn al jong met leeftijdsontslag gegaan. Maar juist militairen zijn gewend aan: verantwoordelijkheid dragen, vaak van huis zijn, hectiek, werken met een hechte groep collega’s en een werkgever die bepaalt wat je volgende taak is. Hoe trek je dan als vijftiger je pakkie uit om de burgermaatschappij in te stappen?
Jaap Willemsen was sergeant der mariniers en net een half jaar terug uit Afghanistan, toen hij in november 2006 met leeftijdsontslag ging.
Mijn vrouw werkte nog fulltime. Dus wat doe je dan? Eerst ons huis maar eens van boven tot onder opknappen. Maar na drie maanden komt dan toch dat gat is: wat nu?
Het Leeftijdsontslag Militairen (LOM) wordt vaak verward met het Functioneel Leeftijdsontslag – afgekort FLO – dat voor bepaalde functies in de burgermaatschappij geldt. Voor militairen geldt een gedwongen leeftijdsontslag bij het bereiken van de leeftijd van 60 jaar. In het verleden lag dat lager. Op dit moment is er daarom een overgangsrecht van toepassing voor militairen die vóór 1 januari 2002 voor onbepaalde tijd zijn aangesteld bij het beroepspersoneel.
Oud-NBCD Chef Opleidingen adjudant Willem Bouwman ging indertijd op 52-jarige leeftijd met leeftijdsontslag.
De overgang was abrupt. Op vrijdag leverde ik mijn pasje in, op maandag kon ik de poort niet meer in. Dan sta je toch even gek te kijken.
“De meeste vakbonden boden voor 60-plussers een voorbereidingscursus op het pensioen. Maar dat zou voor mij mosterd na de maaltijd zijn. Bovendien wil je op je 52e eigenlijk nog wel graag iets dóen.”
Walter Kers had op 1 december 2015 zijn laatste werkdag bij Defensie. “Ik moet nog een beetje landen. Defensie is een way of living. Je moet écht naar een nieuwe routine toe. Maar ik kan gelukkig met mijn veteranenpas gewoon het Marine terrein nog op om te lunchen met een oud-collega.” Walter bezocht samen met zijn vrouw een ‘dienstverlatersconferentie’ op landgoed Beukbergen. “Wij vonden dat erg zinvol. Met tien stellen, en de eerste middag is het al meteen een les in onthaasten: ‘.. ga nu maar even lekker een stuk wandelen met je vrouw’. Een jaar na de werkelijke dienstverlating kom je dan nog eens bij elkaar, als je dat wilt.”
Jaap Willemsen is door een collega met wie hij naar Afghanistan was geweest gevraagd te komen werken als vrachtwagenchauffeur in een koeriersbedrijf, gespecialiseerd in offshore-opdrachten. Daar werken ze nu met zes ex-militairen. “Onze werkgever is blij met ons. Onze partners zijn er door ons werk bij Defensie al aan gewend dat we veel van huis zijn. Bovendien hebben we tijdens onze uitzendingen heel wat onder onze voertuigen gelegen om de boel weer aan de praat te krijgen!”
Veteranen kunnen goed improviseren.
Willem Bouwman kreeg indertijd van Defensie een foldertje mee, waar hij bij het vinden van een nieuwe dag-invulling niet zoveel aan had. “Ik kwam eerst bij een witgoedzaak te werken, maar die maakte een reorganisatie door en toen verviel mijn deeltijdbaan.” Hij besloot in zichzelf te investeren en haalde zijn taxi-diploma. “Dat is een goede stap geweest, ik werk nu voor een koeriersdienst. Daarnaast doe ik vrijwilligerswerk voor het Veteraneninstituut op beurzen en evenementen en ik ben actief geworden in het bestuur van de wandelbond.”
Walter geeft nu leiderschapstrainingen. “Bij het vinden van deeltijd werk na het leeftijdsontslag zou een certificering voor onderofficieren wel kunnen helpen. Dat vind ik nog wel iets waarin Defensie dienstverlaters meer kan ondersteunen. Maar je moet je ook realiseren dat die dienstverlating er – in mijn geval bijvoorbeeld – al 36 jaar zat aan te komen. Enige zelfredzaamheid mag je dan wel verwachten. Ik werkte er al een tijdje naartoe.”
Naast schriftelijke uitleg en de uitgebreidere conferenties op Beukbergen, krijgen militairen vanuit Defensie ook een voorlichtingsbijeenkomst aangeboden in Breda of Den Helder, waarbij de partner ook welkom is. Onderwerpen die daar aan bod komen zijn naast de bekende ‘kleine lettertjes’ van de dienstverlating ook het veteranenbeleid en hoe je je met je partner mentaal kunt voorbereiden op het naderende leeftijdsontslag.
Voor elk huwelijk is de tijd waarin één van beiden stopt met werken een uitdaging. Maar militairen hebben over het algemeen een partner die eraan gewend is haar eigen boontjes te doppen. Bouwman. “Ik was zo vaak weg voor oefeningen en uitzendingen, dat zij alles thuis altijd al regelde.”
Als je relatie je lief is, moet je dan niet thuis ineens van alles willen overnemen als je met de leeftijdsontslag gaat. Dat gaat geheid mis.
Willemsen wijst erop dat het leeftijdsontslag ook flinke financiële gevolgen kan hebben: “Ik kreeg nog maar 80% van mijn laatstverdiende salaris. Ik kan me niet voorstellen dat veel militairen daarvan kunnen rondkomen, ik móest er gewoon wel werk bij vinden. Het mooie is dan natuurlijk wel dat het niet per se fulltime hoeft te zijn, het gaat net even om die 400 euro erbij. En je komt onder de mensen als je wat werk hebt. Het zou fijn zijn als je al vóór je met pensioen gaat wat contacten kunt opdoen met werkgevers in de burgermaatschappij die graag met veteranen werken.”
Willemsen: “Denk niet: ik heb altijd zat te doen als ik vrij ben, dus dat komt wel. Ouderen komen er niet zo makkelijk meer tussen op de arbeidsmarkt.” Zo is het, een goede voorbereiding is het halve werk. Op 7 april is op de KMA de eerstvolgende voorlichtingsbijeenkomst voor militairen die binnenkort de grote stap naar het leeftijdsontslag gaan zetten. Wij wensen hen een gouden tijd! En kom zeker eens langs bij het Veteraneninstituut.