Altijd op zoek naar avontuur

23 april 2021
Deel dit bericht:
Iwan Leendert Dompig overleed op donderdag 15 april 2021 op 96-jarige leeftijd.

In zijn eigen woorden: hij overleed niet, maar hij sneuvelde. Militair bloed stroomde door zijn aderen. Hij diende tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Pacific, na de Japanse overgave nog enige tijd in Nederlands-Indië en in de Korea-oorlog. Dompig was een vriendelijke man die vermakelijk over zijn avonturen kon vertellen.

iwan-dompig-veteraan

Dompig werd geboren op 2 december 1924 in Paramaribo. Hij groeide op in Suriname met vijftien broers en twee zussen. Zijn vader was in dienst als schrijver van de Gouverneur van Suriname. Door zijn functie had het gezin waarin Dompig opgroeide het goed. Dompig zocht op jonge leeftijd graag de grenzen op bij zijn ouders. “Ik was altijd bezig met gekke dingen. Pa zei dan: ‘Ik deel hier de lakens uit!’ En ik zei dan: ‘Maar ik zie geen schone lakens.’”

Dompig wilde niet wachtlopen tijdens zijn diensttijd in Suriname. Hij had zin in een avontuur. Daarom meldde hij zich in 1943 als vrijwilliger om voor Nederland te vechten in de oorlog. Uiteindelijk maakte Dompig in 1944 deel uit van een groep van ongeveer 450 Surinaamse vrijwilligers die naar Australië werd overgebracht om samen met de al aanwezigen Nederlanders tegen de Japanners te vechten. De opleiding in Australië was zwaar. Het eten was er slecht en de training fysiek veeleisend. “Daar in Canungra w[e]rden militairen getraind om te moorden. Hier zouden wij een fronttraining krijgen met het oog op de invasie van Balikpapan.” Na deze guerrillatraining werd Dompig overgeplaatst naar het 18 Squadron Netherlands East Indies (NEI) van de Royal Australian Air Force in Canberra.

dompig-veteraan-tweede-wereldoorlog

Na enige tijd werd het 18 Squadron (NEI) ingezet voor operationele taken, zoals bombardementen en de luchtsteun van grondtroepen. Omdat het in 1945 snel ging met de opmars van de geallieerden in de Pacific, werd Dompig ingezet om geïmproviseerde vliegvelden aan te leggen op de stranden van eilanden die weer in geallieerde handen waren gevallen. Tijdens het aanleggen van het eerste vliegveld op Biak in mei 1945, maakte Dompig voor het eerst luchtaanvallen mee van de Japanners. “Je weet op dat moment niet hoe je eruit komt (…). Ik zag ze overvliegen, heel hoog. Ze dropten hun bommen en ik denk dat ze niet wisten waar die precies terechtkwamen. En daar beneden wist je nooit of er iets op je kop kwam. Wie zou dan niet bang zijn? Dat mag je me vertellen, wie niet bang is in een oorlog. Iedereen is bang en je bent altijd gespannen: haal ik het of niet?”

Dompig overleefde de strijd op Biak en maakte ook de strijd tegen de Japanners mee op Balikpapan in juli 1945. Vervolgens kreeg hij na de Japanse capitulatie de taak om vliegvelden op Java op te knappen. De Surinaamse vrijwilligers bleven in Nederlands-Indië totdat in maart 1946 de eerste troepen vanuit Nederland arriveerden. Dompig voelde zich daar letterlijk tussen wal en schip. De Surinaamse vrijwilligers wilden niet vechten tegen de Javanen die in Suriname hun buren waren.

Het oefenkamp voor Korea-vrijwilligers in Roosendaal. Het "Surinaams Kamp", 14 mei 1952. (Bron: Nationaal Archief / Anefo / Harry Pot)

Dompig was ook een van de 115 Surinaamse vrijwilligers die diende in het Nederlandse Detachement Verenigde Naties (NDVN) in Korea. Hij maakte deel uit van de eerste groep die op 27 juni 1951 vanuit Suriname naar Nederland werd overgevlogen. In Nederland kregen ze een training van twee maanden bij de commando’s in Roosendaal. “Daarna vertrokken we naar Korea en dat was geen gezellige grap”, aldus Dompig. Op 8 oktober 1951 in de avond kreeg de NDVN opdracht zich op te maken om naar het front te gaan. De Surinaamse vrijwilligers organiseerden een rouwritueel: aan een lange tafel dronken ze en zongen ze rouwliederen. Een Nederlandse kolonel vroeg zich af wat ze deden. “Toen zei de hoogste in rang, sergeant Singh: ‘Kolonel, wij doen het op zijn Surinaams. Morgen gaan we naar het front en we weten niet wie er terugkeert, dus de rouwdienst hebben we hier.’” Op 10 oktober sneuvelden twee van zijn Surinaamse maten op heuvelrug 905-605. Dompig sneuvelde zeventig jaar later.

Het oefenkamp Korea-vrijwilligers in Roosendaal. Surinaamse militairen in de veldkeuken, 14 mei 1952. (Bron: Nationaal Archief / Anefo / Harry Pot)

In 2011 werd Dompig geïnterviewd voor de Interviewcollectie Nederlandse veteranen (ICNV), waarin hij in meerdere interviews zijn verhaal deed. Beluister de interviews hier: interview 1 interview 2 interview 3

Zijn verhaal verscheen ook in 2020 in het boek Militaire Ooggetuigen. 75 jaar bevrijd: Herinneringen aan strijd en onvrijheid in Europa en Azië.