Je staat tegenover een kindsoldaat. Wat doe je? Het is een voorbeeld van een moreel dilemma, maar dan direct van de heftigste soort. De werkelijkheid zoals militairen die tijdens een missie ervaren roept vaak vragen op die alledaagser zijn. Onderzoeker Miriam de Graaff ging naar Afghanistan om daar met Nederlanders over hun morele dilemma’s te spreken. Over knagende vragen; en waarom aandacht ervoor zo belangrijk is.
Hoewel morele dilemma’s er in soorten en maten zijn, hebben ze op z’n minst een ding gemeen; ze kruipen onder je huid als je er geen raad mee weet. “Daarbij hoeft er echt niet per se sprake te zijn van kwesties van leven en dood”, benadrukt De Graaff die zich als psycholoog specialiseerde op dit onderwerp. Behalve dat ze naar Uruzgan ging, sprak ze ook veteranen uit Angola, Mali en Irak over hun ervaringen. “Er is natuurlijk een kans dat je in een incidentele situatie een keuze moet maken met tragische gevolgen. Wat uit onderzoek duidelijk wordt, is dat het veel vaker de alledaagse dilemma’s zijn waarmee militairen rondlopen.” Ook voor dit soort ogenschijnlijk ‘kleinere’ vragen geldt dat er emotioneel flink wat tijd en energie mee gemoeid is, en dat maakt het belastend.
Je eigen betrokkenheid bij dit onderwerp, waar is dat begonnen?
“Mijn interesse werd gewekt toen ik als leiderschapsadviseur bij de landmacht werkte. Neem die jonge luitenant, net 21 jaar oud, die voor de eerste keer wordt uitgezonden en veertig man moet aansturen. Hij krijgt met allerlei vraagstukken te maken waar hij niet zozeer voor is opgeleid, zoals de omgangsvormen binnen zijn eenheid, of begeleiding van collega’s met psychische klachten. Het zijn aspecten die ogenschijnlijk minder belangrijk lijken voor de operatie, maar die toch voor de inzetbaarheid en teameffectiviteit van groot belang zijn.”
Krijgen vooral militairen die leiding geven te maken met morele dilemma’s?
“In mijn onderzoek komt duidelijk naar voren dat morele dilemma’s in elke rang een rol spelen, van hoog tot laag. Je kunt hooguit stellen dat militairen in een leidinggevende positie met complexere vraagstukken te maken krijgen, omdat de impact van hun beslissingen in veel gevallen groter is. Wij hebben een cultuur waarin van iedereen uitleg wordt gevraagd over de keuzes die hij of zij maakt. In Nederland geldt, ook in het leger, dat iedereen persoonlijk aansprakelijk is voor zijn of haar gedrag. Daarom was ik blij dat ik voor mijn promotieonderzoek zelf naar Afghanistan kon om daar met militairen van alle rangen te praten.”
Waar herken je een moreel dilemma aan?
“Om te beginnen is het goed om erbij te zeggen dat niet elke lastige vraag waar een militair mee te maken krijgt meteen een moreel dilemma is. Het verschil zit ’m erin dat je voor een keuze staat waarbij wat jij beslist niet alleen op jezelf betrekking heeft, maar ook anderen kan raken. Dat je bij een afweging de belangen en rechten van anderen moet meewegen is wat een dilemma tot een dilemma maakt. In zo’n situatie voel je dat er waarden op het spel staan, en dat er mogelijk een conflict is tussen die waarden; effectiviteit tegenover collegialiteit, gehoorzaamheid tegenover veiligheid bijvoorbeeld.”
Wat voor dilemma’s kom je bij militairen tegen?
“Je kunt drie soorten vraagstukken onderscheiden. De eerste is privé-, en thuisfront-gerelateerd en heeft bijvoorbeeld te maken met de vraag wat je aan je partners of kinderen vertelt. De laatste jaren is dat des te meer een kwestie door het gemak waarmee je in contact blijft tijdens een uitzending. Wat kan je vertellen zonder je thuisfront te veel te belasten? Veel militairen lopen daar mee rond.
De tweede categorie is werk-gerelateerd. Vaak gaat het dan over het team waarin je functioneert. Hier geldt; hoe dichterbij de betrokken partijen staan, hoe intenser het dilemma wordt ervaren. Van die coalitiegenoot die vreemd gedrag vertoont kan je makkelijker zeggen; ‘rare jongens die Fransen’. Vermoed je corruptie bij een collega, dan roept dat veel meer op. In mijn onderzoek werd dan ook duidelijk dat militairen dit soort dilemma’s als emotioneel het meest belastend ervaren.
De derde groep dilemma’s heeft een cultureel karakter. Je bent er bijvoorbeeld getuige van dat de lokale bevolking lijfstraffen toepast of – naar onze normen – vrouwen als minderwaardig behandelt. Ook dat veroorzaakt een bepaalde spanning, en het doet een beroep op je; ga ik iets doen, of denk ik; ‘dat doen ze hier nou eenmaal zo’?”
Waarom is aandacht voor dit soort dilemma’s zo belangrijk?
“Het gaat over de veerkracht van mensen die we namens Nederland vragen om in moeilijke omstandigheden hun werk te doen. Wat dacht je van twijfel over de zin van een missie. Veel militairen worstelen daarmee. Gelukkig is er steeds meer aandacht voor juist dat soort dagelijkse kwesties. Kennis over hoe zo’n proces psychologisch werkt helpt bij het begeleiden en trainen. Uit mijn onderzoek komt bijvoorbeeld naar voren dat een houding van relativisme het meest wordt toegepast als zich een cultureel dilemma voordoet. Neem dat voorbeeld van lijfstraffen. Je kunt daar inderdaad schouderophalend bij opmerken dat het bij de lokale gebruiken hoort, maar het is de vraag of dat wenselijk is. Achteraf, bij thuiskomst, is er goede kans dat de betrokkenen alsnog aan de eigen afweging gaan twijfelen: ‘Had ik niet moeten ingrijpen? Was dat niet juist de reden voor de Nederlandse aanwezigheid?’ Dat soort twijfel kan uiteindelijk voor emotionele en psychische problemen zorgen. Het is belangrijk om hier in de opleiding aandacht voor te hebben, zodat militairen zich bewuster zijn van morele uitdagingen die ze in praktijk kunnen tegenkomen. Dat helpt om de angel eruit te halen op het moment dat ze ermee te maken krijgen.”
Een morele afweging is voor een militair toch niet anders dan voor ieder ander?
“Nee, en toch ook; ja! Het oordeelvormingsproces is hetzelfde, maar de context waarbinnen deze plaatsvindt verschilt nogal. Als sociaal psycholoog weet ik dat de context van grote invloed is op de oordeelsvorming, en dus op het uiteindelijke gedrag.
Wat me vanaf het begin raakte, en nog steeds raakt, is om te merken hoe mensen met elkaar omgaan binnen defensie. Het is als een soort familie waarin je merkt dat mensen elkaar verder willen brengen. Er is een sterk gevoel van eenheid en van identificatie met de groep. Zo ontstaat een groepsmoraal. Tijdens een missie wordt dat effect nog verder versterkt, doordat je met een kleine groep mensen lang en intensief optrekt. Daar horen ook blinde vlekken bij, zeker omdat je niet ’s avonds na je werk thuiskomt waardoor de kans kleiner is dat iemand van buiten meekijkt en zegt, ‘hè wat raar dat je zo denkt of doet’. Je gaat – onbewust – andere keuzes maken dan je normaal zou doen. Als daar dan ook nog stress en onveiligheid bijkomen, dan ben je als mens, wij allemaal dus, gevoeliger om een grens over te gaan.”
Wat levert het op als militairen hierin meer inzicht krijgen?
“Opvallend veel. Kunnen verklaren waarom je toen zo handelde is belangrijk om ervaringen beter een plek te geven. Maar het helpt ook al bij het maken van een beslissing. Onderzoek laat zien dat je in moreel intense situaties minder zorgvuldig tot een oordeel komt. Dat heeft te maken met hoe ons brein werkt. Als je weet dat dit gevoel van haast een logische reactie is, dan kan je jezelf ertegen beschermen. Je weet; het is beter als ik even die stap terugzet en mezelf de tijd gun om tot een beslissing te komen. Al in de voorbereiding op een missie is het daarom belangrijk om het over dilemma’s te hebben. Dit gebeurt binnen defensie steeds meer, onder meer door dilemmatrainingen. Dat heeft preventief ook zijn uitwerking, want het is een kans om mensen tegen zelfverwijten te beschermen; ‘had ik maar, had ik maar niet….’ ”
Dr. Miriam de Graaff is sinds 2008 werkzaam bij Defensie, tegenwoordig als hoofd HR Innovatie bij de landmacht. Aan de faculteit Psychologie van de Universiteit Twente promoveerde ze op de vraag hoe individuen in ‘high stake’ omgevingen omgaan met ethische dilemma’s. In 2015 werd ze genomineerd voor de Young Talent Award van de Topvrouw van het Jaar Verkiezing.