‘Beoordeel mij op wat ik kan en niet op wie ik ben’

19 juni 2019
Deel dit bericht:
Het is 45 jaar geleden dat toenmalig minister van Defensie Henk Vredeling het verbod op homoseksualiteit ophief. Volgens Jaus Müller zijn we er nog niet. Na een carrière als oorlogsjournalist begon hij in 2012 met de opleiding tot militair officier bij de landmacht en is hij uitgezonden naar Mali in 2015 en 2016. Ondanks zijn positieve ervaringen denkt hij dat er meer sociale acceptatie, gelijkheid en evenredige arbeidsparticipatie van LHBT–personeel binnen Defensie kan zijn. ‘Het is vooral belangrijk dat iedereen bij Defensie zichzelf kan zijn, zonder dat ze worden buitengesloten.’

‘Via een omweg kwam ik bij Defensie terecht. Daarvoor was ik jarenlang oorlogsjournalist en kwam ik door mijn bezoeken aan Afghanistan met die wereld in aanraking. Het is indrukwekkend om zo’n groep van dichtbij mee te maken. Als individu stel je namelijk niks voor. Samen sta je namelijk sterker. Die groepsband trok mij wel en vormde een groot contrast met mijn beroep als journalist, wat soms best eenzaam kan zijn. Een paar jaar later stopte ik als journalist en werd ik militair officier bij de Landmacht.’

‘De overstap was vrij pittig. Ik had net gestudeerd en was nog de universiteit gewend waar men smoesjes verzint om onder deadlines uit te komen. Zo werkt het dus niet bij Defensie. Zes uur ’s ochtends verzamelen is echt zes uur ’s ochtends. Ze pakken je keihard aan als je te laat komt. Eerst vond ik dat lastig, maar nu begrijp ik het veel beter. Om een heel bataljon te laten functioneren als een eenheid is die discipline heel belangrijk. Daarnaast zorgt het ook voor dat unieke groepsgevoel.’

‘Ondanks het goede groepsgevoel blijft het soms ingewikkeld om te vertellen dat ik homoseksueel ben. Ik wil niet dat ze een oordeel hebben over wie ik ben, in plaats van wat ik kan. Gelukkig zijn de reacties tot nu toe positief.’

‘Dit is niet altijd het geval. Zo vertelde een onderofficier tijdens een uitzending over zijn seksuele geaardheid aan zijn kamergenoot. Die maakte er een groot probleem van en wilde niet meer samen op een kamer slapen. Deels komt dit door de masculiene cultuur bij Defensie. Er heerst veel competitie en er is weinig ruimte voor kwetsbaarheid. Het meest gebruikte scheldwoord bij Defensie is zelfs nog steeds homo! Dat moet en kan anders.’

‘Deze verandering gaat langzaam en heeft tijd nodig. Het is echter ook belangrijk dat we inzetten op een aantal quick wins. Zoals de openheid van rolmodellen. Dat helpt echt. Zo was er een Luitenant-kolonel die naar zijn collega’s uit de kast was gekomen. In diezelfde week kwamen meerdere jongeren naar zijn kantoor om over hun homoseksualiteit te vertellen. Zo’n voorbeeld hoger in de hiërarchie werkt enorm krachtig.’

‘Het is vooral belangrijk dat iedereen bij Defensie zichzelf kan zijn, zonder dat ze worden buitengesloten. We zetten ons namelijk allemaal in, vaak met gevaar voor eigen leven, voor het belang van ons land.’