Bart Hamming haalt diep adem. Dan wandelt hij de woonkamer in. Het is zover, het kippenvel staat hem op de armen. Hij staat oog in oog met zijn intens bedroefde moeder, rouwend om het overlijden van haar man, Barts stiefvader.
Een week eerder is Bart geland op vliegbasis Eindhoven. ‘Het was 2004. Als SFOR-militair hielp ik in het naoorlogse Bosnië bij het handhaven van de vrede en de wederopbouw, ingedeeld bij een club die zich bezighield met joint military activitities.’ Amper een paar weken op missie krijgt hij het bericht dat zijn stiefvader Joop volkomen onverwacht stervende is. Als Joop is overleden, zit Bart een paar uur later al in het vliegtuig naar Nederland. Zodra hij voet op eigen bodem zet, zakt het lood hem in de schoenen. De kilometers tussen Bosnië en de situatie thuis hadden ook de emoties op afstand gehouden, merkt hij.
Pantseren
‘Eenmaal terug besefte ik pas dat ik weldra zou ondervinden dat mijn stiefvader er echt niet meer was. Ik zag er bovendien enorm tegenop om geconfronteerd te worden met het verdriet van mijn moeder.’ Bart vreest ook de onvermijdelijke vragen over Bosnië. ‘Daar wilde ik het niet over hebben. Ik wilde alleen met Joop bezig zijn, dat was al meer dan genoeg. Ik had nog niet eens een begin gemaakt met de verwerking van mijn indrukken van het uitzendgebied.’ Hij besluit niet meteen naar huis te gaan, maar om eerst een paar dagen bij vrienden door te brengen. ‘Ik had tijd nodig om te schakelen. En het hielp me om mezelf te pantseren voor wat zou komen. Dat moest wel, wilde ik er kunnen zijn voor mijn moeder.’
Brieven over onmacht
Zijn pantser houdt stand. Als hij zijn moeder voor het eerst weer ziet, houdt Bart zich staande. Alleen het kippenvel verraadt zijn emoties. Ook de uitvaart komt Bart goed door. ‘Die was prachtig, ik heb het gelukkig allemaal binnen durven laten komen.’ De dag erna bezoeken Bart en zijn moeder met zijn tweetjes het graf. ‘Dat waren intieme momenten. Ze gaven me de kracht om later die dag weer terug te keren naar de missie in Bosnië.’
Na het overlijden van Joop is het juist de fysieke afstand van de missie die Bart en zijn moeder nader tot elkaar brengt; ze beginnen een briefwisseling. ‘Ze schreef me dat mooie dingen haar niet meer raakten. Dat ze verondersteld werd om het verlies van haar man te verwerken. Maar wat is verwerken nou eigenlijk?, vroeg ze zich af. Door haar openhartigheid durfde Bart ook zijn kwetsbaarheid te tonen. ‘Ik zat met soortgelijke verwerkingsvraagstukken. We schreven elkaar brieven over de onmacht die we voelden. Het was in die periode dat mijn moeder ook mijn vriend werd.’