Kippenvelmoment - Ruben

29 december 2021
Deel dit bericht:
‘Die luit van jou verdient een bak bier.’

Halverwege zijn ISAF-missie in 2010 is de poort uit gaan routine voor de twintigjarige infanterist Ruben Meulensteen. Maar vandaag niet. Op het programma staat een patrouille naar een hoogrisicogebied dat al een tijd niet meer bezocht is, weet hij sinds gisteravond. De mogelijkheid dat hij vandaag voor het eerst zal moeten vechten, is reëel. En dus loopt hij wat hij zelf in de hand heeft – munitie, wapen, voertuig – driedubbel na. Hij voelt zich opgewonden.

Op scherp

Eenmaal op pad neemt de spanning toe. Zeker als de boordschutter vrouwen en kinderen het dorp ziet verlaten waar Ruben te voet naartoe gaat. ‘Toen wist ik: dit is echt. Dat doen de Taliban voor een gevecht.’ Ruben en zijn collega’s naderen het dorp met een omtrekkende beweging. Wanneer ze de eerste huizen bereiken meldt de ‘overwatch’ over de radio dat de vijand een ‘sterke lijn’ aan het inrichten is. Ruben: ‘Daarmee zegt de vijand zoveel als: tot hier en niet verder.’ Het peloton loopt behoedzaam verder door de nauwe straatjes. In zijn oortje wordt Ruben op de hoogte gehouden door de groepscommandant. De voorste groep laat weten zicht te hebben op de sterke lijn. Ruben: ‘Nog niet eerder stond ik zó op scherp. Ze kunnen je overal verrassen. En ingeklemd tussen die lemen muren kun je geen kant op.’ Ruben is op alles voorbereid. Behalve op die ene onwerkelijke mededeling van zijn luit: ‘Missie volbracht. We gaan terug.’

In Ruben kolken de emoties. Het is een mix van opluchting en teleurstelling. Terug op het kamp is er een bijeenkomst in de eetzaal. Daar vindt een ontlading plaats. Er wordt gediscussieerd of de missie wel echt volbracht is. ‘Het ging er verbaal flink op’, herinnert Ruben zich. ‘Het was een emotionele discussie, geen rationele.’

Heftig moment

Een poos later patrouilleert een andere eenheid in hetzelfde risicogebied. Ruben en zijn collega’s hebben de radio aan staan. Wat hun collega’s op patrouille zeggen kunnen ze niet horen. Daarvoor is de ontvangst te slecht. Het hoofdkamp, dat altijd herhaalt wat de eenheid heeft gezegd, verstaan ze wel. Zo verneemt Ruben live dat een van hun jeeps op een IED is gereden. Drie personen zijn zwaar gewond en drie hebben het niet overleefd. ‘Dat was een enorm heftig moment, voor iedereen. Helemaal omdat een van ons een gesneuvelde persoonlijk kende.’ Al snel komen er vragen op bij Ruben en zijn collega’s. ‘Hoelang lag die bom daar al? Hadden wij dat kunnen zijn? Of is ‘ie pas gelegd nadat wij zijn vertrokken? En wat als het wél tot een gevecht gekomen was? Was het dan ook gebeurd? Vragen waarop geen antwoord mogelijk is.’

Een bak bier

Een jaar na zijn missie, als Ruben met zijn vader zit te praten, komt de patrouille van toen ter sprake. ‘‘Die luitenant van jou’, zei mijn vader, ‘die krijgt een bak bier van mij.’ Toen pas begreep ik zijn perspectief, en veranderde het mijne. Geen enkele gevechtservaring weegt op tegen ongeschonden thuiskomen.’ Het gesprek met zijn vader schiet een paar jaar later opnieuw door zijn hoofd. Hij bedenkt dat het een moeilijke beslissing moet zijn geweest voor zijn luitenant. Hij vindt zijn oud-collega op Facebook en stuurt een persoonlijk berichtje: ‘Ons pap heeft gezegd dat je een bak bier verdient. En ik vind ook dat je het juiste besluit hebt genomen.’