"Een kritische terugblik op het eigen militair verleden is belangrijk"

30 september 2016
Deel dit bericht:

De historicus Remy Limpach haalt momenteel het nieuws met zijn net verschenen boek ‘De brandende kampongs van Generaal Spoor’, waarin hij het toepassen van extreem geweld door de Nederlandse troepen in voormalig Nederlands-Indië structureel noemt. Als hoofd van het Kennis- en onderzoekscentrum van het Veteraneninstituut vind ik dat dit enige toelichting behoeft, vooral omdat een groot deel van de Indiëveteranen zich hieraan niet schuldig heeft gemaakt.

indië veteranen

De overheid duidde buitensporig geweld in de jaren 1945-1949 jarenlang aan met de term ‘excessen’, oftewel: iets dat incidenteel voorkwam. Criticasters beweerden juist dat het gebruik van extreem geweld van bovenaf werd opgelegd en onlosmakelijk deel uitmaakte van het optreden van de hele troepenmacht, dus dat het systematisch was. Volgens Remy Limpach ligt de waarheid in het midden. Hij toont met zijn onderzoek dat de term systematisch niet juist is, maar dat het gebruik van buitensporig geweld wel vaker voorkwam dan overheid en historici tot nu toe aannamen en dat het meer verweven was met de aard van dat optreden.

Kenners van herinneringsliteratuur van Indiëveteranen en eerder verschenen studies zullen niet helemaal verrast zijn door de conclusie van Limpach. Vermoedelijk zullen ook veel Indiëveteranen – ongeacht of ze nu zelf wel of niet direct betrokken waren bij  extreem geweld – Limpachs beeld van de inzet en strijd in voormalig Nederlands-Indië herkennen.

Het is inmiddels algemeen bekend dat de dekolonisatie van Nederlands-Indië een keiharde guerrillastrijd was, waarin tal van Indonesische groeperingen ook nog eens elkaar en de (eigen) bevolkingsgroepen te lijf gingen. Alle partijen hebben zich in deze jaren schuldig gemaakt aan het toepassen van extreem geweld. En we vermoeden al langer – juist door de boeken, herinneringen en verhalen van Indiëveteranen zelf – dat extreem geweld ook aan Nederlandse zijde vaker is voorgekomen dan tot nu toe officieel werd onderkend. Bij enkele eenheden was dat zelfs schering en inslag (systematisch), maar bij veel eenheden te velde bleef het wel degelijk beperkt tot incidenten. Limpach benadrukt niet voor niets dat zijn conclusie – dat het extreme geweld structureel van aard was – beslist níet impliceert dat een meerderheid van de veteranen hierbij betrokken was. Volgens hem heeft de meerderheid van de Indiëveteranen zich niet schuldig gemaakt aan het toepassen van extreem geweld.

In Limpachs boek komen verder ook de oorzaken van de gewelddadigheden genuanceerd aan bod, en die lagen vaak buiten de invloedssfeer van de individuele militair. Veel Indiëveteranen waren daar zelf óók slachtoffer van.

Denk bijvoorbeeld aan de slechte opleidingen en uitrusting, het gebrek aan inlichtingen en het soms desastreuze effect van jarenlange, uitputtende inzet op moreel en discipline. Denk ook aan een overambitieuze legerleiding die de vijand onderschatte in combinatie met troepentekorten. Dergelijke factoren zijn nooit een excuus voor het plegen van regelrechte oorlogsmisdaden, maar hebben ontsporingen van geweld onmiskenbaar in de hand gewerkt. Ik denk dat Limpachs boek zodoende ook tot meer begrip kan leiden voor de onmogelijke situatie waarin veel Indiëgangers destijds terechtkwamen.

Een kritische terugblik op het eigen militair verleden is belangrijk.

We mogen onze ogen nooit sluiten voor wat verkeerd is gegaan. Juist door te benoemen waar militairen over de schreef gingen, krijg je er oog voor dat zoveel militairen zich in ongelooflijk moeilijke omstandigheden en ondanks grote risico’s zo vaak juist wel menselijk en militair correct hebben gedragen. Een kritische terugblik hoeft de waardering voor de Indiëveteranen als groep dus beslist niet in de weg te staan. En dat doet het ook niet. Jaarlijks blijkt dat weer tijdens de Nederlandse Veteranendag en uit publieke opiniecijfers. Niet voor niets heeft de minister van Defensie onlangs tijdens de Indiëherdenking in Roermond die maatschappelijke waardering weer volmondig uitgesproken. Hopelijk blijven een eerlijke en kritische terugblik, oog voor de omstandigheden waaronder militairen moesten dienen en waardering voor hun inzet en offers hand in hand gaan!