‘We moeten voor die oude bazen opkomen’

18 juni 2019
Deel dit bericht:
‘Eigenlijk wilde ik vroeger ruimtevaarder worden, maar ik ben militair in hart en nieren. Ik ben opgegroeid met militaire verhalen, militair worden was daarom uiteindelijk een logische stap: een familietraditie.

Mijn familie komt uit de plaats Waai op het eiland Ambon, maar ik ben geboren in Hollandia (nu Jayapura) waar mijn vader na zijn tijd als KNIL-soldaat gedetacheerd was bij de politie als posthuis-commandant. Toen ik twee jaar was verhuisden we naar Nederland. Mijn vader vertelde nooit iets over zijn ervaringen, totdat mijn ooms – die ook militair waren – op bezoek kwamen bij ons thuis. Je had toen nog geen PlayStation of televisie, dus ik hing aan hun lippen te luisteren naar hun verhalen. Zo groeide ik op met oorlogsverhalen en beleefde ze uiteindelijk ook zelf als militair. Nu vecht ik voor alle veteranen, waar ze ook vandaan komen. We moeten opkomen voor deze oude bazen.’

‘Ik kwam als dienstplichtig militair in dienst bij Defensie. Toen mijn tijd er bijna op zat werden er vrijwilligers gevraagd om op vredesmissie te gaan naar Libanon. Het was eind jaren 70 en ik was redelijk pacifistisch. Iedereen in die tijd praatte over vrede. Libanon zag ik als een manier om vrede in de praktijk te zien. De geschiedenis wees anders uit. Als onderdeel van de patrouille van de zogenoemde ‘bovenposten’ heb ik veel vuurcontact meegemaakt. Je wist niet wie je vijand was. Overdag zwaaide en lachte iedereen, maar in de avond brak het vuurgevecht uit.’

‘Libanon heeft veel indruk op mij gemaakt. Het is iets wat maar weinig mensen begrijpen. Terugkomen naar Nederland was dan ook moeilijk. Maar ik wil niet zielig gevonden worden. Ik vind mezelf nog sterk, sommige jongens hebben het na terugkomst heel zwaar gehad of kunnen het niet eens navertellen.’

Waardering voor onze veteranen


‘Doordat ik ben opgegroeid met veteranenverhalen en als veteraan zelf, ben ik mij honderd procent gaan inzetten voor veteranen en veteranenverenigingen. Veel mensen kennen het misschien niet, maar ik maak elke woensdag om 23:00 (herhaling zondag 11:00) veteranentelevisie genaamd Veterans4Veterans op SALTO (Publieke Omroep Amsterdam, red.). Ik hoop met dit programma veteranen in het zonnetje te kunnen zetten. Door mijn eigen ervaringen als militair maar ook door het KNIL verleden van mijn familie, streef ik naar een totale erkenning en waardering voor onze veteranen.’

‘Ik wil niet het plakkaat krijgen dat ik alleen voor de KNIL vecht, ik vecht voor alle veteranen. Dit jaar is het 75 jaar geleden dat Europa en Nederland werden bevrijd. Daar hebben veel groepen aan meegeholpen. Niet alleen Nederlanders, maar ook Ambonezen, de Surinaamse Schutterij en Antilliaanse militairen hebben gevochten in Nederlands-Indië en voor de Nederlandse bevrijding. We moeten vechten voor die hoogbejaarden veteranen. Of ze nou Surinaams, Nederlands of Indisch zijn, we moeten voor die oude bazen op komen.’

Herwaardering

Vechten doet Leo, en zeker niet zonder resultaat. Samen met het Nationale Comité 4 en 5 mei is het gelukt om in 2020, tijdens de Nationale Dodenherdenking op de Dam, een aantal Surinaamse veteranen aanwezig te laten zijn, om zo hun hulp tijdens de bevrijding te erkennen en herdenken. Bovendien vecht Leo door voor erkenning van veteranen, ook na hun dood. ‘Zo ga ik dit jaar een werkgroep starten met een gemeente om de graven van veteranen onder de ‘bijzondere graven regeling’ te laten vallen, zodat nabestaanden geen grafrechten hoeven te betalen en de erkenning ook voor hen blijft bestaan.’

‘In 2017 heb ik op Veteranendag bloemen gelegd bij het Nederlands-Indië monument, omdat ik vond dat er niet genoeg werd stilgestaan bij de KNIL Veteranen tijdens Veteranendag. In 2017 gebruikte ik de hashtag #vergetenveteranen op Instagram toen ik sprak over de KNIL veteranen. Zo kwam ik in contact met Inspecteur-Generaal Krijgsmacht Hans van Griensven. Uiteindelijk leidde dit tot een tent voor de KNIL op Veteranendag, de allereerste reünie voor KNIL veteranen én een groet van de Koning aan de nog levende KNIL veteranen tijdens de Veteranendag. Dat was een heel emotioneel moment en wekte veel emoties op bij de KNIL veteranen, maar ook breder voor velen in de Molukse gemeenschap. Die dag heeft zo’n grote impact gehad. Bij Molukkers denken mensen vaak direct aan de treinkapers of de Satudarah. Maar na zo’n groet van erkenning van de Koning voel ik dat na mijn dood, niemand in Nederland nog tegen mijn kleinkind zegt: gelukszoeker of immigrant. Want mijn kleinkind kan nu zeggen: “ik ben de nazaat van een Nederlandse veteraan.”’