Via Defensie zijn we benaderd of we mee wilden werken aan de film. Robert kwam eerst uitleg geven over de achtergrond van de film en de reden waarom hij aan dit project begonnen was. Daarna kwam hij terug met een geluidsman, een cameraman en assistent. Het filmen zelf ging eigenlijk heel natuurlijk. Toch was het pittig, want alles komt weer terug. De herinneringen aan Luc, de herinnering aan het moment dat we het nieuws kregen. De herinneringen aan de moeilijke tijd die daarop volgde. We merkten dat Robert op een heel integere manier met de film bezig was. Daarom kijken we met een positief gevoel terug op de opnames.
Het moment dat we het nieuws kregen weten we nog goed. Het was een zaterdagmiddag en we waren in de tuin. De mevrouw die aanbelde vroeg of ik mevrouw Janzen was en of meneer Janzen ook thuis was. Vervolgens duwde ze me zo’n beetje naar binnen en zette ze ons op de bank. Ze wond er geen doekjes om. Na haar mededeling dat Luc dood was dachten we alleen maar: “Dit kan niet waar zijn, hij heeft gisteravond nog gebeld. Het moet een vergissing zijn.”
De dagen daarna is dezelfde aanzegger van Defensie veel bij ons over de vloer geweest. Zij heeft heel veel geregeld en contact gelegd met mensen die op dat moment bij Luc in Afghanistan waren. Met de geestelijk verzorger van Defensie hebben we nog veel contact, net als met de toenmalig Commandant der Strijdkrachten Peter van Uhm en andere ouders van omgekomen militairen.
Bovendien hebben we heel veel contact gehad met de maten van Luc die samen met hem in Afghanistan verbleven. Dat waren allemaal jonge jongens die al op jonge leeftijd veteraan zijn geworden. We hebben erg veel respect voor deze jongens waarvan er sommige een zware last dragen. We realiseerden ons dat veteranen niet alleen oudere mannen zijn, maar ook jongens en meisjes zoals Luc.
Luc was veteraan, omdat hij al een missie in Afghanistan achter de rug had. Na zijn eerste uitzending was hij duidelijk: hij wilde weer terug. Dat maakte ons trots, want hij wilde zich opnieuw inzetten voor de medemens. En natuurlijk hadden we het moeilijk met zijn beslissing, maar we vonden dat we hem moesten steunen. “Volg je hart, dan komt het goed” zeiden we altijd. Maar helaas, met de tweede missie kwam het niet goed.”