‘Veteranen houden makkelijk rust en overzicht’

11 mei 2020
Deel dit bericht:
Als er geen kok of kapper in de buurt was, dan moest Marc van der Swaal dat tijdens zijn uitzending in Cambodja in 1992 zelf verzorgen. Een situatie die nu ook in Nederland door het coronavirus voor anderen herkenbaar is. ‘Het is in Nederland niet altijd perfect, maar wel ontzettend goed geregeld. Het kan altijd erger en dat moeten we niet vergeten.’

‘Ik denk dat veteranen beter omgaan met de coronacrisis dan burgers. Door onze militaire ervaring en -opleiding houden we rust en overzicht. In tegenstelling tot sommige mensen die alleen maar aan zichzelf denken en toiletrollen hamsteren. We raken niet zo snel in paniek en proberen er het beste van te maken.’

‘We zijn namelijk op de minder mooie plekken van de wereld geweest. Daardoor realiseer je je hoe goed we het in Nederland hebben. Mensen in andere landen hebben niet eens toegang tot een dokter of een Intensive Care. Hier krijgen de meeste mensen doorbetaald. Het is niet perfect, maar wel ontzettend goed geregeld. Het kan altijd erger en dat moeten we niet vergeten.’

‘Dat vermogen tot relativeren is een van de dingen die het militaire leven mij heeft gegeven. Ik mis Defensie elke dag. Er is niks mooiers dan dat. Ondanks de onderlinge verschillen of ruzies bouw je op elkaar. Samen ben je onderdeel van iets groters. Het gezamenlijke doel is het belangrijkste en de rest is bijzaak.’

‘Ik ben uitgezonden naar Cambodja. Ik herinner mij nog die enorme warmte toen ik het vliegtuig uit kwam. Een muur van vochtige lucht waar je tegenaan loopt. Alles plakt daardoor. Wanneer we een patrouille liepen zaten we binnen twee minuten helemaal onder het stof. Ik vind het nog steeds ontzettend knap dat we daar met een groep jonge gasten hebben gezeten. Op enkele locaties had je geen kok of kapper bij je. Daar was je op elkaar aangewezen en moest je dat allemaal zelf verzorgen. Iemand op post hebben staan, iemand voor de logistiek en ook voor het koken. Dat hebben wij samen toch mooi geflikt.’

‘Wij waren daar om de vrede te bewaren. Er was namelijk sprake van een burgeroorlog. Wij moesten patrouilleren en zichtbaar zijn. Bij het uitbetalen van troepen stonden we met een geweergroep tussen 200 man terwijl zij allemaal tot de tanden bewapend waren. Achteraf gezien ben ik blij dat het goed is gegaan.’

‘Aan geluk had Cambo 1,2 en 3 geen tekort. Er zijn de nodige schietincidenten geweest en een poging tot een hinderlaag. Door drills en uiteraard ook geluk bleef het alleen bij gewonden, hoe vervelend dit ook voor hen was.’

‘Door toeval was ik niet in mijn jeep toen die op een mijn is gereden. Met mijn maten had ik geloot wie er als eerste op ons periodieke rust en herstel zou gaan. Ik ging een paar dagen terug naar Nederland. Nadat ik bij het hoofdkwartier in Sisophon was afgezet zijn mijn collega’s later die dag op een mijn gereden. Bij twee jongens waren de voeten helemaal kapot, maar ze hebben ze het gelukkig overleefd.’

‘Uiteindelijk heb ik dankzij de marine ook mijn vrouw leren kennen. Tijdens een uitzending naar Curaçao stond zij achter de balie van het restaurant. Er was meteen een klik. We liepen vaak samen over het strand en in het weekend deden we vaak een dansje op Landhuis Brievengat. Inmiddels zijn we 18 jaar getrouwd en hebben we twee kinderen. Een van hen wil ook weer bij het korps en volgt nu de VeVa opleiding dus we zijn een echte defensiefamilie.’

‘Sinds een paar jaar gaan we met z’n allen naar Veteranendag. Vroeger ging ik nooit. In mijn ogen was het vooral iets voor de oudere veteranen; de mensen die in ‘De Oorlog’ hebben gevochten. Pas jaren later heeft mijn schoonvader, die Libanonveteraan is, mij overtuigd om mee te gaan. Sindsdien ben ik helemaal om. Meelopen in het defilé geeft mij een ontzettend goed gevoel. Dat al die mensen klappen en dat de koning daar speciaal voor ons staat. Dat is toch wel bijzonder.’