Aalderik van Bruggen heeft medailles waar menig militair en burger zijn petje voor afneemt. De minst unieke van het rijtje vervult hem met de meeste trots: zijn onderscheidingsteken voor twaalf jaar langdurige, eerlijke en trouwe dienst. Hij kreeg ‘m afgelopen najaar. Hij was toen al zestien jaar uit dienst.
Aalderik heeft heel wat moeten touwtrekken voor erkenning, tijdens en na zijn loopbaan. Pas tien jaar na zijn eerste uitzending kreeg zijn compagnie, Dutchbat 4, de waardering die ze verdiende. Vervolgens kreeg Aalderik na het behalen van de KMS geen officiële diploma-uitreiking vanwege een administratieve fout. Ook de strepen bereikten hem nooit. Toen hij in 2005 medisch werd afgekeurd wegens PTSS die hij opliep in Bosnië, bleef een uitkering lange tijd uit. En pas vorig jaar werd hij, na een juridische strijd, gecompenseerd voor de schade die hij opliep door zijn ziekte. Daarmee kwam eindelijk een einde aan de slopende schulden die zijn burgerbestaan jarenlang ernstig bemoeilijkten.
Het enige wat toen nog ontbrak was de medaille voor twaalf jaar trouwe dienst. Volgens Defensie was hij hiervoor net te kort in dienst geweest. Maar Aalderik was ervan overtuigd dat hij twaalf jaar en drie maanden had gediend. Dat hem de onderscheiding niet werd toegekend, vond hij wrang. ‘Zo’n medaille als deze, die je automatisch krijgt, doet de meeste collega’s niet zoveel. Mij wel. Dat komt omdat ik in 2005 uit dienst moest vanwege mijn gezondheid. Had het aan mij gelegen, dan was ik tot mijn vijfenvijftigste militair gebleven. Want dat ben ik in hart en ziel, nu nog steeds. Met deze medaille kon ik mijn loyaliteit bewijzen.’
Aalderiks zorgcoördinator bij het Nederlands Veteraneninstituut liet het er niet bij zitten. Hij kreeg voor elkaar dat ook dit laatste stukje werd rechtgezet. ‘Ik weet nog dat hij me belde, het was een vrijdagmiddag: ‘Je hebt gelijk gekregen, Aalderik. Je hebt recht op die medaille.’ ‘Man, wat voelde ik me toen groot!’ Deze allerlaatste zege werd gevierd met een ceremonie. En niet zomaar een.
Aalderik kreeg zijn medaille uitgereikt door niemand minder dan Marco Kroon. ‘Dat hij erbij was, een geridderd man, kan ik nog steeds niet geloven.’ Dit was het werk van Aalderiks zorgcoördinator. Die wist dat Aalderik in een moeilijke periode veel steun had ontleend aan het boek van Kroon. ‘Marco was zo gewoon. Hij kreeg zelfs tranen in zijn ogen toen hij zag hoe trots ik was op mijn medaille. Na afloop hebben we nog even gepraat. Ik moest hem beloven dat ik vanaf nu maximaal voorwaarts zou gaan. En dat ik hem zal bellen als het niet goed met me gaat.’
Maanden later is Aalderik nog steeds niet helemaal geland na deze indrukwekkende dag. In een envelop bewaart hij alle herinneringen aan die dag: naast de medaille – ‘die laat ik natuurlijk opmaken’ –, de speech van Kroon en een genummerde coin die hij van hem kreeg, zitten er ook de cadeaus in van zijn kameraden uit ’95: een beeldje en een stalen mok van de Limburgse Jagers. ‘Voor mij zijn het allemaal onderscheidingen’, aldus Aalderik. ‘Eindelijk is de cirkel rond.’