Mijn medaille - Jan

30 april 2021
Deel dit bericht:
‘Medailles sodemieter je toch niet in een kast?’

Na een paar jaar Marine kan Jan Heijnekamp geen hindernisbaan meer zien. Hij kan maar niet verkroppen dat hij de selectie voor sportinstructeur net niet haalde. Om hem toch bij de Marine te houden, wordt hem een ander dienstvak aangeboden. ‘Kapper, bottelier of kok, ik had het voor het uitkiezen. Maar het probleem was: die zijn op elk schip nodig. Dan vaar je je te pletter’, vertelt Jan. Hij kiest voor de kleermakerij. ‘Altijd als ik daar kwam in Doorn, was het gezellig ouwehoeren. Dat leek me wel wat.

heijnekamp-medailles-opmaken
Foto's: Jonas Briels

Where the magic happens

Nu, vijftig jaar later, hanteert Jan (73) nog steeds naald en draad. Al maakt hij sinds zijn pensioen alleen nog medailles op. Sommigen worden, in een stevige envelop, aangetekend bezorgd bij zijn atelier aan de Vrijheidslaan in Breukelen. Vaak brengt de eigenaar ze persoonlijk. Die wordt dan steevast uitgenodigd om een kijkje te nemen op de werkzolder van Jan, where the magic happens. Daar hoort vanzelfsprekend een bak koffie bij. ‘Zo blijf ik toch aangehaakt bij wat er gebeurt bij Defensie.’

Bij het raam, waar het licht is, zit Jan elke dag urenlang ‘te punniken’. Altijd met een muziekje. Vaak is dat Neil Diamond, Elvis of countrymuziek. Al kan Jan een kritisch gesprek ook waarderen. ‘Ken je Café Weltschmerz op YouTube? Dat is ook prettig behang.’ Zijn werkplek is omlijst door plantjes en rollen lint. ‘Mijn vrouw moppert wel eens dat het een rommel is. Maar daar ben ik het niet mee eens. Het is een georganiseerd zootje. Als ik ’s avonds klaar ben, veeg ik altijd de vloer aan en zorg ik dat mijn tafel leeg is voor de volgende dag.’

Gruwelen van scheve gespen

Het zal niemand verbazen dat Jan kickt op perfectie. ‘Wij mariniers houden niet van prutswerk. Alles moet strak.’ De linten moeten mooi gevouwen zijn en het metaal moet elkaar netjes overlappen. Als Jan ergens van gruwelt, dan zijn het gespen die op verschillende hoogten zitten. Medailles voor uitzendingen, koninklijke onderscheidingen, medailles voor trouwe dienst, NATO-medailles en buitenlandse exemplaren: ze zijn hem allemaal even lief. Alhoewel: eentje steekt boven de rest van het oeuvre uit: de Militaire Willems-Orde die hij mocht opmaken voor Giovanni Hakkenberg. ‘De hoogste onderscheiding die er is. Dat vond ik wel bijzonder.’

Zonder corona was het nu, met 4 en 5 mei voor de deur, spitstijd in het medaille-atelier. ‘Dan is het altijd: vlug, vlug. Want dan moeten ze op de Dam staan, of de Waalsdorpervlakte.’ Dat er militairen in actieve dienst zijn die hun medailles niet op laten maken, snapt Jan niet. Vroeg of laat bellen ze hem toch, bezweert hij. ‘Er komt geheid een moment dat de kinderen ernaar vragen. Dan is het toch doodzonde als je ze gewoon in een kast gesodemieterd hebt?