Louis Guldemond was mijnenruimer

12 juni 2018
Deel dit bericht:
Het verhaal van een Kathy Mijnen Party veteraan.

In 1950 meldde Louis Guldemond zich als 16-jarige aan voor de Koninklijke Marine en werd ingedeeld bij de Mijnenopruimdienst (MOD). Hij werd ingezet om de vele Duitse zeemijnen die voor de Nederlandse kust lagen, op te sporen en te vernietigen. Pas in 2011 kregen hij en zijn collega’s hiervoor de veteranenstatus. Zijn verhaal is nu opgenomen in de Interviewcollectie Nederlandse Veteranen (ICNV). Een bijzonder interview: niet eerder werd het verhaal van een veteraan van een Kathy Mijnen Party in de ICNV opgenomen.

Atlantikwall

Omdat Hitler een geallieerde invasie op het Europese vasteland wilde verhinderen, liet hij langs de gehele Atlantische kust forse verdedigingswerken aanleggen, beter bekend als de Atlantikwall. Onderdeel van deze stellingen vormden miljoenen land- en zeemijnen. Zo lagen voor de Nederlandse kust ongeveer 10.000 zeemijnen, vooral Käthiemijnen, die landingsvaartuigen moesten uitschakelen in het geval van een invasie. Na de bevrijding liep de scheepvaart veel gevaar door deze mijnen. Guldemond moest tijdens zijn diensttijd bij de MOD meehelpen met het schoonvegen van de Nederlandse kust.

Zeemijnen ruimen

Tijdens zijn militaire opleiding had Guldemond nooit iets gehoord of geleerd over de MOD. Hij wist ook niet wat zijn taak zou zijn toen hij werd overgeplaatst naar een Kathy Mijnen Party (KMP) van de MOD op Texel. Daar aangekomen werd hij naar een rubberboot gestuurd en kon hij gelijk met zijn ploeg aan de slag. In de praktijk leerde hij hoe hij zeemijnen moest ruimen.

 

Tussen twee boten werd een sleeptouw gespannen dat over de bodem schraapte. Als het touw ergens achter bleef hangen, werd de plek gemarkeerd met een boei. Een duiker stelde vast of het om een zeemijn ging of niet. In het geval van een zeemijn kwam er een springploeg, die met een springlading de mijn tot ontploffing bracht. Nadat het vuurkoord in de boot was aangestoken, hadden de ruimers ongeveer vier minuten de tijd om de springlading aan te brengen en weer weg te roeien. En als de zee onrustig was, duurde het aanbrengen van de springlading langer, waardoor het twee keer voorkwam dat een mijn vlak achter Guldemonds boot ontplofte. Niet iedereen had dat geluk. In totaal zijn er na de oorlog tot eind 1953, toen de Nederlandse kust officieel mijnenvrij werd verklaard, veertien Nederlandse mijnenruimers van de marine omgekomen tijdens hun werk.

Veteranenstatus

Het duurde lang voordat het personeel van de KMP’s erkenning en waardering kreeg. Bij een reünie van de Explosieven Opruimingsdienst bleek dat de medewerkers niet wisten waar Guldemond het over had, toen hij vroeg of er een Käthiemijn in hun explosieven- en munitiecollectie zat. Om te voorkomen dat de KMP’s zouden worden vergeten, schreef hij een boek waarin hij zijn persoonlijke ervaringen aanvulde met verklaringen van andere MOD’ers, militaire correspondentie en krantenartikelen. Na lang getouwtrek kreeg het personeel van de KMP’s in 2011 de veteranenstatus. Een officiële onderscheiding voor hun diensten kregen ze niet.

Interviewcollectie Nederlandse Veteranen

Het interview met Louis Guldemond is opgenomen in de Interviewcollectie Nederlandse Veteranen en te beluisteren via de website van de interviewcollectie. Klik hier om het interview met Louis Guldemond te beluisteren!

 Leestips

  1. Louis Guldemond, De vergeten marine. De geschiedenis van de Kathy Mijnen Party’s in de periode van 1945-1952 (z.p. z.j.)
  2. Jeoffrey van Woensel, Vrij van explosieven. De geschiedenis van het EOCKL en zijn voorgangers, 1944-2004 (Den Haag 2004)