Militair succes op de Olympische Spelen

5 augustus 2016
Deel dit bericht:
Veteraan Ton Bijkerk is Olympisch historicus.

Nieuw-Guineaveteraan Ton Bijkerk (85) raakt niet uitgepraat als het gaat over de Olympische Spelen. Sport speelde altijd een belangrijke rol in zijn leven, niet alleen als voormalig Nederlands (militair) kampioen zwemmen, maar vooral als Olympisch historicus. Hij weet alles over militairen en veteranen die Olympische medailles wonnen en zelf kreeg hij de Olympic Order in Silver uit handen van Anton Geesink.

Onderzoek

Als Ton Bijkerk in 1960 een Duits boek over de geschiedenis van de Olympische Spelen koopt, leest hij tot zijn verbazing dat ons land in 1900 deelnam aan de Spelen in Parijs en daar ook enkele medailles won. Hij vraagt dit na bij het Nederlands Olympisch Comité (NOC). Bijkerk:

Het NOC wist van niets en dat is het begin geweest van mijn interesse in de Nederlandse deelneming aan de Olympische Spelen.

De Nieuw-Guineaveteraan gaat op zoek naar gegevens en resultaten van alle Nederlandse deelnemers aan alle Olympische Spelen. Zijn zoektocht wordt bemoeilijkt door het ontbreken van het vooroorlogse archief van het NOC: het zou tijdens de Tweede Wereldoorlog door een bombardement op het Haagse Bezuidenhout zijn vernietigd. Pas in 2012 had Bijkerk alle gegevens compleet. Deze verzamelt hij in zijn boek ‘Olympisch Oranje’. Na de Spelen van Londen in 2012 verscheen daarvan het derde en ook laatste deel. Niet omdat hij de gegevens niet meer bijhoudt, maar om de eenvoudige reden dat de uitgeverij niet meer bestaat.

Alle gegevens van de Spelen daarna, in 2014 in Sotchi en dit jaar in Rio, verwerkt hij nog wel, maar verschijnen niet meer in boekvorm. “Omdat ik een persaccreditatie heb, kan ik alle gegevens ophalen in het Main Press Center, waardoor ik constant op de hoogte blijf van de Nederlandse prestaties.”

Rugslag

Bijkerk was op jonge leeftijd al een verdienstelijk zwemmer. Tijdens de Nederlandse Kampioenschappen Zwemmen in 1949 en 1950 behaalde hij zilver bij de rugslag. Een jaar later, in opleiding tot marineofficier op het Koninklijk Instituut voor de Marine, werd hij met dezelfde slag militair kampioen.

Vijf jaar later, in mei 1956, werd Bijkerk geplaatst op de Marinierskazerne in Fak Fak in Nieuw-Guinea. Daarna werd hij gestationeerd op Hr.Ms. Snellius., die vanuit Merauke hydrografische werkzaamheden verricht in de Arafurazee. Hij omschrijft het als “een leerzame periode”.

Olympic Historians

Thuis wacht hem een andere opdracht: een band opbouwen met zijn oudste dochter. Ze was drie maanden bij zijn vertrek en reeds twee jaar bij zijn thuiskomst. Bijkerk verlaat de marine en werkt 25 jaar als directeur bij de Gemeentelijke Dienst voor Sport en Recreatie in Leeuwarden.  Na zijn pensionering in 1990 stortte hij zich vol overgave in de historie van de Olympische Spelen.

In 1991 stond hij aan de wieg van de International Society of Olympic Historians, een door het Internationaal Olympisch Comité (IOC) erkende internationale organisatie met 460 leden in 54 landen. In de organisatie bekleedt hij nu de functie van secretaris-generaal. “Je bent de spil waar alles om draait”. Als teken van dank ontving hij in 2001 uit handen van IOC-lid Anton Geesink de Olympic Order in Silver, de hoogste onderscheiding die het IOC kent. Het NOC benoemde hem tot lid van verdienste.

Fakkels

Bijkerk beschikt over een grote Olympische collectie. “Het was de basis van het – helaas in 2004 gesloten –  Olympisch en Sportmuseum in Lelystad. Het merendeel daarvan heb ik in 2012 verkocht aan het nieuw te bouwen museum in Qatar, naar verluidt nog steeds in aanbouw.” Qatar had geen belangstelling voor de zestien Olympische fakkels die in het bezit van Bijkerk zijn. Zijn enorme bibliotheek van boeken, tijdschriften en dergelijke heeft hij nagelaten aan het Domein Sport, Bewegen en Voeding van de Hogeschool van Amsterdam.

Zo’n 73 verhuisdozen zijn al opgehaald. De rest blijft nog even bij mij staan!

Eenmaal op dreef raakt hij niet uitgepraat over de Olympische Spelen. Bij het doorbladeren van het boek Olympisch Oranje komen nogal wat militaire deelnemers langs, vooral van voor 1940. Ze kwamen vooral uit op onderdelen waarop militairen destijds uitblonken, zoals de vijfkamp, schermen met sabel en/of degen en in de ruitersport. Bijkerk vult aan:

In totaal heb ik tot nu toe 110 militaire deelnemers kunnen achterhalen, drie daarvan zijn vrouw.

Cavalerist Charles Ferdinand Pahud met zijn paard Marcroix (1928)

Prinses Irene Brigade

De Nederlandse militaire deelname begint op de Spelen van 1900 in Frankrijk. Op het onderdeel degenschermen komt beroepsmilitair E.A. van Nieuwenhuizen uit. Hij wint geen medailles en is geen veteraan. Dat geldt wel voor cavalerist Charles Ferdinand Pahud de Mortanges. De ruiter haalt op de Spelen tussen 1924 en 1936 vier gouden en een zilveren medaille. Bijkerk roemt hem niet alleen om zijn medailleoogst. “Hij heeft zich enorm ingezet voor het NOC en IOC. Het was een man die voor iedereen aanspreekbaar bleef, ruiterlijk in hart en nieren. Hij schopt het later tot luitenant-generaal en chef van het Militaire Huis van H.M. de Koningin.”

De Nieuw-Guineaveteraan vertelt hoe bijzonder het moet zijn geweest voor Pahud de Mortanges om eerst deel te nemen aan de beroemde Spelen van 1936 in de Duitse hoofdstad Berlijn om vervolgens tegen datzelfde Duitsland te vechten en uiteindelijk als krijgsgevangene te eindigen in een concentratiekamp. En daar blijft het niet bij. Pahud de Mortanges ontsnapt en vlucht via Gibraltar naar Engeland. Daar sluit hij zich als Engelandvaarder aan bij de Prinses Irene Brigade en neemt deel aan de bevrijding van Nederland.

Fakkel overnemen

Voor Bijkerk zijn de Olympische Spelen van Rio de laatste waar hij ‘in functie’ aanwezig zal zijn. Het is wachten op iemand die daarna de fakkel van hem overneemt. En het zwemmen?

Indien mogelijk nog drie keer per week veertig baantjes (1000 meter), liefst rug- of vrije slag.

Door: Bart Hetebrij

Lees het hele verhaal van Nieuw-Guineaveteraan Ton Bijkerk in Checkpoint 06/2016: Passie voor sport.