Dit moet je vooral niet doen als het koud is

27 februari 2018
Deel dit bericht:
10 tips van veteranen.

Veel veteranen zijn op koudweertraining geweest. Welke lessen hebben zij om met de kou om te gaan? ‘Don’t eat the yellow snow’.

Foto's: Korps Mariniers

“Kou is emotie, emotie kun je uitschakelen.” Het is een gevleugelde kreet onder militairen en veteranen die de kou in moeten. Veteraan Harry Vos is het hier maar ten dele mee eens. “Dat is gedeeltelijk waar, maar je moet de elementen niet onderschatten. Zeker een harde wind maakt de kou verraderlijk.” (Bereken hier de gevoelstemperatuur!)

Vos kan het weten, want hij diende 32 jaar bij het Korps Mariniers, ging o.a. op missie naar Cambodja en Haïti en maakte tien keer een koudweertraining in Noorwegen mee. “Ik zou liever zeggen: ‘Slecht weer bestaat niet, maar slechte kleding wel. Of: Denk bij koud weer altijd vooruit en wees voorbereid!’” Ook Afghanistanveteraan Pascal Bobbe maakte de koudweertraining in Noorwegen mee. Samen hebben ze een aantal tips hoe je vooral niet met de kou moet omgaan:

1. Je handen opwarmen met je adem

Hier zit veel vocht in, wat vervolgens kan bevriezen. Over vocht gesproken: als je in een wak terecht komt en er ligt sneeuw, ga in eerste instantie daar in rond rollen. De sneeuw neemt verbazingwekkend veel water op.

Dit ervaren de mariniers bijvoorbeeld bij het ‘wakskiën’, waarbij ze met kleding, ski’s en rugzak een wak inspringen.

2. Je gezicht insmeren met een zalfje op waterbasis

Ook dit geeft meer kans op bevriezing.

3. Je (hand)schoenen opwarmen bij de kachel

In je schoenen zit vaak leer en vocht en kunnen daardoor kromtrekken.

4. Met al je kleding in een slaapzak gaan

Als je met diezelfde kleren vervolgens de volgende ochtend de slaapzak uitkomt, dan krijg je het nooit meer warm.

Wel: Uitkleden tot op je shirt en onderbroek en de rest van je kleding onderin je slaapzak stoppen. En als je ’s nachts je slaapzak uit moet om naar het toilet te gaan, rits dan je slaapzak weer dicht en rol hem op. Zo behoud je de warmte.

5. Koude en koolzuurhoudende dranken nuttigen

Dit kost je lichaam veel energie. Drink ook absoluut geen alcohol. Dat geeft misschien even een warm gevoel, maar werkt averechts.
Wel: neem een thermoskan warme thee mee. Het liefste met wat suiker erin. Dit geeft veel energie.
Wel: Zorg ook dat je onderweg water en voedsel bij je hebt. Als er iets gebeurt en je komt onderweg vast te staan, dan is het vreselijk om in een koude auto te moeten bivakkeren. Je hebt dan geen mogelijkheid om op te warmen. Vos: “Aan het einde van de herfst verzamel ik al dit soort spullen en gooi ik het in de achterbak van mijn auto. Met die materialen kan ik tenminste twee dagen overleven.”

6. De motor van je auto starten en dan je ramen gaan krabben

Dit is echt slecht voor je motor! Wat ook veel mensen doen: de dag voordat je vertrekt even je motor starten om te kijken of ‘ie nog werkt, zonder gelijk een stukje te rijden. Het starten van moderne auto’s trekt zoveel energie uit de accu, dat je niet gek moet opkijken als ‘ie dan de volgende dag niet meer werkt.

7. Je stuur krampachtig vasthouden bij sneeuw of gladheid op de weg

Houd je stuur losjes vast, waardoor je beter kunt anticiperen. Het omknellen van je stuur kost ook veel energie.

8. Je plas ophouden voordat je gaat slapen

Je lichaam verbruikt veel energie om je urine warm te houden.
Wel: Zorg dat je genoeg gegeten en gedronken hebt. Kou vreet aan je lichaam. Een marinier heeft tijdens de koudweertraining ongeveer 4800 calorieën per dag nodig.

9. Je banden hard oppompen

Als het sneeuwt heb je meer grip als de banden van je auto niet teveel op spanning zijn.

10. Last but not least: ‘Don’t eat the yellow snow’

Hoewel, het gevaar hiervoor is de laatste jaren in Noorwegen een stuk minder. De militairen die daar op training gaan, maken tegenwoordig gebruik van een ‘poep- en plashole’. Vos: “Vroeger deed iedereen maar wat en vonden de Noren overal hoopjes met uitwerpselen in het gebied. Nu is dat beter geregeld. De kartonnen doos met uitwerpselen moet je na afloop zelf meenemen. Dan hoopt je maar dat het flink vriest, want dan ruik je het tenminste niet.”