Omloop van de Slagvelden

20 augustus 2019
Deel dit bericht:
Volg het Vi-team tijdens de koers.

19 augustus ging in alle vroegte de tweede editie van de Omloop van de Slagvelden van start. Een ruim 2000 kilometer lange koers langs de voormalige slagvelden in België, Luxemburg en Frankrijk. Veteranen Patrick, Wolf en Tom vormen samen met militair-historicus Martin het fietsteam van het Veteraneninstituut. Hun deelname is een eerbetoon aan  alle sinds 1940 omgekomen Nederlandse militairen. Van iedere etappe doen we verslag, volg het Vi-team hier!

Bron & Fotografie: Daan Bruijn

Etappe 1: 19 augustus (Oosteeklo – Amiens) “An auspicious start”
Vier fietsers gingen vanochtend om zes uur vol goede moed van start in het Vlaamse Oosteeklo. Amiens was het einddoel van deze dag. Een etappe die onze mannen over een parcours van niet minder dan 310 kilometer lang voerde. Hoewel de dag begon met veel wind en technische mankementen beten de geharde randonneurs goed van zich af. Netjes op schema – soms zelfs vóór op schema – arriveerden de fietsers bij de opeenvolgende controle- en rustpunten.

De eerste gevaarlijke tegenslag vond echter al aan het begin van de tocht plaats. Eén van de andere deelnemers – een leeftijdgenoot van Tom van Mierlo – kwam in botsing met een brommer en brak een pink. Dit betekende het einde van zijn omloop. Ook ons team bleef niet gespaard. Wolf de Wilde brak één van zijn trappers vlak voor Ieper. Nadat het verplichte fotomoment bij de Menenpoort was volbracht werd gelukkig een fietsenmaker gevonden die het euvel kon verhelpen. Ondanks dat zijn werkplaats verbouwd werd bleek hij bereid Wolf van een nieuwe trapper te voorzien.

 

Tom, Patrick, Wolf en Martin bij de Menenpoort in Ieper.

Met hernieuwde kracht zetten onze vier bikkels vervolgens de tocht voort. Langzaamaan werd de harde zeewind afgelost door verraderlijke heuvels. Naarmate de etappe vorderde werd steeds duidelijker wat de historische betekenis is van deze omloop. Na vrijwel iedere kilometer was wel een begraafplaats te vinden. Een respectvolle maar tegelijkertijd grimmige herinnering aan wat hier is gebeurd – of een waarschuwing voor de prijs die we voor oorlog betalen. Jos Groen (één van de begeleiders van het Vi-team) merkte na het passeren van het zoveelste ereveld op: “Een hele generatie afkomstig uit alle uithoeken van de wereld ligt hier begraven: Australiërs, Britten, Canadezen, Afrikanen, Fransen, Duitsers. En waarvoor?”

Na het avondeten besloot de 77-jarige Tom van Mierlo de etappe, na al 265 kilometer te hebben afgelegd, niet uit te rijden. De geest wilde nog wel maar het lichaam vond het welletjes. Hoewel dit betekent dat Tom niet meer officieel de omloop kan voltooien, blijft hij bij ons en fietst hij waar hij kan mee. Van zijn onuitputtelijke kennis en ervaring op het wielrengebied zullen de andere fietsers nog vaak profiteren. Na een lange dag maakt iedereen zich op voor een nacht die veel te kort zal blijken.

Etappe 2: 20 augustus (Amiens-Parijs) “Aan de poorten van Parijs”
De kop is er af. Na de eerste etappe te hebben voltooid stonden Wolf de Wilde, Patrick Woldinga en Martin Elands vanochtend om vijf uur weer aan de start van etappe twee. Voor de fietsers (en hun begeleiders) zat er tussen de eerste twee etappes dan ook niet meer dan vier uur slaap. In tegenstelling tot de nachtrust was de tweede etappe betrekkelijk lang. Om precies te zijn 295 kilometer. Zonder rustdag tussendoor hebben de fietsers dus ruim zeshonderd kilometer gefietst in twee dagen.

1 / 1

De beloning voor het volbrengen van deze zware etappe is een rustdag in Parijs. Het vooruitzicht om niet nog een keer om vier uur ’s ochtends op te moeten staan doet vermoeide benen weer opleven en de laatste kilometers wegtrappen. Het laatste stuk voor einddoel Parijs vraagt echter het uiterste van onze mannen. Martin Elands begint in de loop van de dag veel last van zijn benen te krijgen:

“Op de rechte stukken is er niet zoveel aan de hand, maar bij iedere klim is het vechten om boven te komen”.

Helaas zijn de laatste dertig kilometers gevuld met heuvels, sommigen van wel 18%.

 

Aan militair-historische bezienswaardigheden is ook tijdens deze etappe geen gebrek. Dit is de dag waarop de fietsers de rivier de Somme oversteken. De slag bij de Somme in 1916 zou honderdduizenden militairen het leven kosten en vrijwel geen beweging in het front bewerkstelligen. Het herdenken blijft echter niet beperkt tot de Eerste Wereldoorlog. Bij Orry-la Ville vinden we de laatste rustplaats van 114 Nederlanders: militairen, verzetsstrijders en joodse vluchtelingen die gedurende de Tweede Wereldoorlog op Franse bodem zijn gesneuveld.

Iedere dag herdenken we tijdens onze rustpauzes een Nederlandse militair die op die datum is overleden. Vandaag is het precies 75 jaar geleden dat de dienstplichtig wachtmeester Cornelis Martinus Pluk tijdens zijn inzet in voormalig Nederlands-Indië is gesneuveld. In de nacht van 10 op 11 augustus 1949 was weliswaar een staakt-het-vuren bereikt, maar desondanks braken op sommige plaatsen nog schermutselingen uit. Tijdens een van deze gevechten bij de kampong Tjibulakan op West-Java is de wachtmeester Cor Pluk bam het 8e Regiment Veldartillerie op 20 augustus 1949 gesneuveld. Cor Pluk was op dat moment 23 jaar oud. Hij ligt begraven op het Nederlands ereveld Menteng Pulo in Djakarta op West-Java.

Met een hoofd vol bijzondere indrukken en historische overpeinzingen zien de fietsers de Eiffeltoren voor zich opdoemen. Goed verlicht en omringd door een bruisende, levendige stad. Nergens een teken van oorlog. Alleen op de monumenten, en in onze herinnering. Alle drie de overgebleven fietsers zetten door en bereiken rond elf uur ‘s avonds de finish. De eerste twee ritten zitten er op, en voor ons ligt nu een welverdiende rustdag in het verschiet.

Etappe 3: 22 augustus (Parijs-Bar-le-Duc)
Rust is het enige wat aan het eind van de tweede etappe nog door ons hoofd spookt. De fietsers hebben in twee dagen ruim 600 kilometer afgelegd. Met slechts een uur of vier slaap tussendoor. De rustdag in Parijs bestaat dan ook grotendeels uit slapen en eten. Tijd om de prachtige stad waarin we ons bevinden te bewonderen is er eigenlijk niet. De volgende rit begint namelijk om twee uur de volgende morgen.

Op deze rustdag herdenken we de soldaat der eerste klasse KNIL Tairas Zadrach die 70 jaar geleden is gesneuveld. Tairas Zadrach is op 16 januari 1898 in de Kampong Ilir geboren. Deze kampong ligt bij het oord Tondano op Sulawesi (destijds Celebes geheten). Tairas Zadrach maakte deel uit van het Bataljon Infanterie XI van het KNIL, dat de bijnaam “Gadjah Merah” (Rode Olifant) droeg. Het bataljon was ingezet op Midden Java. Op 21 augustus 1949 kwam hij bij de plaats Djatibarang om het leven. Hij was destijds 51 jaar oud.

Na deze rustdag begon de monsteretappe naar Bar-le-Duc. Niet alleen is dit hiermee de langste etappe, er moet ook veel worden geklommen. De fietsers volgen tijdens deze rit grofweg de frontlijn van de slag bij de Marne. Dit geallieerde tegenoffensief wist in 1914 de Duitse opmars te stuiten en het front te stabiliseren. Het was rond deze periode dat de ons welbekende loopgravenoorlog vorm begon te krijgen. Beide kanten realiseerden zich dat verdere offensieven weinig succesvol zouden zijn en verschrikkelijk veel levens zouden kosten. Hierop groeven beide legers zich in op een frontlijn die in vier jaar weinig zou verschuiven.

Zo fris en fruitig als een mens kan zijn na maximaal vier uur slaap verschijnen onze fietsers aan de start. Patrick Woldinga maakt zich al vrij snel los van de rest en zal deze voorsprong de rest van de dag behouden. Voor Martin Elands slaat al gauw het noodlot toe: een lekke band. Hoewel de bus van de begeleiders niet ver is verliest hij kostbare tijd. Hierdoor kan hij Wolf de Wilde niet bijhouden en zijn al onze deelnemers individueel onderweg.

De waanzin van de Eerste Wereldoorlog wordt ons, zowel de fietsers als de begeleiders, steeds meer duidelijk tijdens deze derde etappe. Monument volgt monument en begraafplaatsen liggen nooit ver uit elkaar. Erg indrukwekkend is het Amerikaanse ereveld bij Romagne-sous-Montfaucon. Eindeloze rijen witte kruizen strekken zich tot de horizon uit. Het is moeilijk te bevatten dat achter ieder kruis een eigen verhaal, een heel mensenleven schuil gaat. Een andere begraafplaats biedt rust aan zowel Franse als Duitse soldaten die tijdens de Eerste Wereldoorlog zijn gevallen. Het is geruststellend om te zien dat na zo veel destructie en verlies verzoening mogelijk is. Twee voormalige vijanden die elkaar terug vinden in de herinnering van een zwarte bladzijde uit hun gezamenlijke geschiedenis.

Alsof het zo heeft moeten zijn vinden ook onze fietsers elkaar na enige uren weer terug. Ondanks zijn achterstand fietst Martin Elands het gat tussen hem en Wolf snel dicht. Waar hij bij de tweede controlepost ver achter Wolf de Wilde zat en bijna te laat binnen kwam, arriveert hij na een bewonderingswaardige sprint bijna tegelijk met hem in Reims. Als Tom van Mierlo dan ook nog zijn wielerkleren aantrekt en mee op de fiets springt kunnen de mannen niet meer stuk. Goed hersteld van de eerste etappe trapt Tom fanatiek mee. Ondertussen heeft Patrick om kwart voor vijf ’s middags de finish bereikt. Een enorme prestatie waar hij met recht trots op is.

Wanneer de begeleiders tegelijk met Martin, Tom en Wolf bij het rustpunt in Varennes-en-Argonne arriveren is er tijd voor een moment van herdenking en bezinning. Er staat hier namelijk een monument voor Amerikaanse gevallenen in de Argonne. Omdat we iedere dag ook een Nederlandse militair herdenken die tijdens of na de Tweede Wereldoorlog is gevallen, staat begeleider Jos Groen samen met de anderen stil bij een gesneuvelde oud-Marineman. We herdenken de technisch ambtenaar Pieter van Eeten, in dienst van het Gouvernement en voor de Japanse inval werkzaam op het Torpedo-atelier van het Marine-etablissement te Soerabaja, die samen met onder andere vier militaire collega’s slachtoffer was van een vliegramp op 22 augustus 1942. Pieter van Eeten is geboren op 23 augustus 1900 te Hellevoetsluis en is op de dag voor zijn verjaardag verongelukt. Hij was die dag onderweg van Trinidad naar Willemstad (Curaçao). Vlak na de start is het vliegtuig onder onbekende omstandigheden in de jungle neergestort, waarbij alle inzittenden om het leven zijn gekomen. Pieter van Eeten is op de R.K. begraafplaats van Arouca (te Trinidad en Tobago) begraven. Hij was destijds 42 jaar oud.

De militairen die we hier herdenken bevonden zich vaak in situaties die voor onze fietsende veteranen herkenbaar zijn. Het stilstaan bij hun ervaringen roept sterke emoties op. Gecombineerd met de therapeutische werking van sport helpt deze herdenkingstocht veteranen met het verwerken van hun trauma’s en het helen van oude wonden. Misschien blijven hun ervaringen altijd bij ze, maar sport kan ze draaglijk maken. Vele miljoenen gingen hen voor in de Eerste Wereldoorlog. Voor hen was er geen fietstocht om hun ervaringen te verwerken. Voor hen is er enkel een anoniem graf. Daarom staan wij stil bij hun offer. Opdat wij niet vergeten.

 

Etappe 4: 24 augustus (Bar-le-Duc – Belfort)
In het kleine stadje Bar-le-Duc kunnen we op vrijdag van een welverdiende rustdag genieten. De fietsers herstellen van hun inspanningen en de begeleiders gaan richting Verdun en de oude slagvelden die daar liggen. Onderweg naar Verdun rijden we over een weg die een bijzondere betekenis had ten tijde van de Eerste Wereldoorlog. De zogeheten “Voie Sacrée” werd tijdens de slag bij Verdun gebruikt om Franse troepen aan te voeren en te bevoorraden. Op het hoogtepunt van de strijd reed hier iedere 14 seconden een vrachtwagen.

Wanneer we Verdun bereiken zien we de sporen van de strijd die door deze weg gevoed werd. Op sommige plekken zijn de kraters en loopgraven goed bewaard gebleven. Hoewel de grond overwoekerd is met gras en planten kun je aan de onnatuurlijke vormen zien dat de aarde hier lang geleden is omgeploegd door mensenhand en artillerie. Het is moeilijk voor te stellen hoe iemand dit geweld kon overleven.

In de strijd bij Verdun die van februari tot december 1916 duurde hadden beide legers honderdduizenden doden en gewonden te betreuren. Hoewel de oorlog lang verleden tijd is, blijven de littekens zichtbaar. Dit is het best te zien bij de begraafplaats en het Ossuarium van Douaumont. Hier liggen 15.000 gesneuvelde militairen in eindeloze rijen van kruizen. Dit aangezicht helpt de schaal van vernietiging die hier heeft plaatsgevonden te visualiseren. De aantallen die genoemd worden zijn simpelweg te groot om te bevatten. In het gebouw boven de begraafplaats liggen de beenderen van nog eens 130.000 ongeïdentificeerde militairen.

Wij herdenken op deze dag naast de gevallenen van de Eerste Wereldoorlog ook een Nederlandse militair. Vandaag is dit Johannes Nicolaas Habben Jansen, geboren in Haarlem op 15 december 1925. Johannes Nicolaas Habben Jansen was een sergeant bij het Korps Mariniers van de Koninklijke Marine. Hij was in 1948 als hoofd van de tekenkamer ingedeeld bij de Amphibisch Technische Eenheid (A.T.E.) van de Mariniersbrigade en als zodanig ingezet tijdens de dekonolisatiestrijd in Nederlands-Indië. Hij is op 24 augustus 1948, op het moment van schrijven precies 71 jaar geleden, overleden te Probolinggo op Oost-Java en is begraven op het Nederlands Militair ereveld Kembang Kuning in Surabaya. Johannes Nicolaas Habben Jansen was op dat moment 22 jaar oud.

Met hernieuwde krachten en vastberaden om de finish te bereiken stellen de fietsers zich de volgende ochtend om drie uur op buiten het hotel. Daar begint de vierde etappe. Dit keer worden 312 kilometers afgelegd met tegen het eind een zware klim. Het overwinnen van de Ballon d’Alsace staat centraal in deze etappe. De berg stijgt 1171 meter boven zeeniveau uit en moet met een klim van negen kilometer lang bedwongen worden. Vandaag is daarnaast extra belangrijk omdat we hierna meer dan de helft van de totale afstand van de omloop hebben afgelegd.

Direct aan het begin rijden de meeste deelnemers al de verkeerde kant op. Behalve Wolf de Wilde die, eigenwijs als altijd, zijn eigen weg wel vindt. Zo kan het zijn dat onze marineman het begin van de etappe aan kop rijdt. Tot de snellere fietsers, onder wie Patrick Woldinga, hem verderop weer inhalen. De rit die naar de Ballon leidt is zwaar. De temperatuur loopt gedurende de dag op tot wel dertig graden. De fietsers zijn al voor ze aan de voet zijn erg vermoeid. Voor de 77-jarige Tom van Mierlo heeft het beklimmen van de Ballon d’Alsace een speciale betekenis. Hij heeft in het verleden de berg al meer dan eens bedwongen, maar voelt zich nu slecht en heeft last van kramp. Wanneer hem echter gevraagd wordt of hij niet liever in de bus naar boven rijdt is zijn stellige antwoord: “Nee, ik beklim de Ballon op de fiets, dat staat vast.”

Of dit vast stond betwijfelden sommigen, maar Tom heeft ons allemaal het tegendeel bewezen. Patrick Woldinga had eerder op de dag de berg al beklommen en kunnen genieten van het prachtige uitzicht dat de top biedt. Bij het licht van de ondergaande zon begonnen de andere drie fietsers en begeleider Jos Groen aan de klim. Nog geen uur later verschenen vier fietsers aan het controlepunt op de in duisternis gehulde top van de Ballon. De Ballon d’Alsace is overwonnen, de fietsers zijn over de helft van de omloop en de stemming is opgewekt. Na de afdaling aan de andere kant van de berg staan in Belfort een zacht bed en een rustdag op de deelnemers te wachten.

 

Tip: Bekijk ook de site van de organisatie www.wielerroem.com voor meer nieuws en updates.

Etappe 5: 26 augustus (Belfort – Strasbourg)
Na de zware etappe over de Ballon d’Alsace is onze rustdag in Belfort zeer welkom. We nemen de tijd om uit te slapen, boodschappen te doen, en hier en daar een terrasje mee te pakken. We zijn tijdens dit moment van rust echter niet de boodschap vergeten waarmee we vertrokken zijn: herdenken en herstellen. Terwijl we ’s avonds genieten van een pizza staan we stil bij de verliezen die hier en elders zijn geleden tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Op een plein in Belfort vinden we een monument genaamd “Les trois Victoires” (de drie overwinningen). Deze overwinningen vonden plaats tijdens de vele oorlogen die Frankrijk heeft gevochten vóór de Eerste Wereldoorlog. Wat opviel was dat er hier drie standbeelden van succesvolle generaals en commandanten stonden. Op de plakkaten werd gesproken van heroïsche daden en overwinningen. Wanneer we een stukje verderop in een parkje een monument voor de Eerste en Tweede Wereldoorlog aantreffen is de toon heel anders. Hier wordt niet gesproken over generaals of overwinningen. Hier staat rouw centraal. Rouw om de ontelbare zielen die vielen in een oorlog waarvan achteraf eigenlijk niemand begreep waarom hij gevochten was. Oorlog was na deze vernietigende conflicten geen sport meer.

De vijfde etappe van de omloop brengt ons van Belfort naar Straatsburg, een van de hoofdsteden van Europa. Hoewel de etappe met 170 kilometer vrij lang is, valt hij in het niet bij de ritten van ruim 300 kilometer die we reeds achter de rug en nog voor de boeg hebben. We starten pas om 10 uur ’s ochtends dus er kan voor de tweede dag op rij uitgeslapen worden. Hierdoor beginnen de fietsers uitgerust en vol goede moed aan de rit.

Bij de eerste controlepost in Mulhouse staat voor ons een herdenking gepland. We nemen plaats bij het “Monument aux Morts de Mulhouse” waar Jos dit keer twee gesneuvelden herdenkt. Vandaag heeft onze kleine ceremonie een extra persoonlijke insteek. De twee militairen die worden herdacht zijn bekenden van twee van onze veteranen.

Allereerst herdenken we de sergeant der eerste klasse (sgt1) Martijn Rendert Rosier van de Koninklijke Landmacht, geboren op 6 februari 1977 te Leeuwarden. Hij was een kennis van Patrick Woldinga, één van onze fietsers. Martijn Rosier overleed vandaag precies 12 jaar geleden op 26 augustus 2007 in Afghanistan tijdens de ISAF-missie toen hij op een IED (geïmproviseerd explosief) stapte. De geniegroep van de Rosier begeleidde op deze dag de QRF van de B-cie (13 Infbat LMB Stoottroepen Prins Bernhard), die vanuit Kamp Hadrian te Deh Rawod onderweg was naar een post van de Afghaanse Nationale Politie (ANP) nabij het oord Chutu en de Helmand rivier. De ANP post  werd op deze dag door de Taliban aangevallen. De geniegroep van de Rosier onderzocht een heuveltop naar IED’s, zodat de QRF veilig haar posities zou kunnen innemen. Tijdens het searchen knielde hij op een plek waar zijn apparaat een uitslag aangaf. Op dat moment ontplofte de IED waarbij hij op slag dood was. Martijn Rendert Rosier was op dat moment 30 jaar oud.

De tweede militair herdenken we op verzoek van Tom van Mierlo, de oudst deelnemende veteraan. Het gaat om zijn goede vriend en sobat: de korporaal Gerhardus Marinus Derks. Met hem was Tom destijds naar Nieuw-Guinea was uitgezonden. Korporaal Marinus Derks was geboren op 26 november 1941 te Raalte. Hij diende net als Tom bij 41 Bataljon Stoottroepen. De korporaal Marinus Derks was een geliefd man. Hij was altijd vrolijk en opgewekt, ondanks de moeilijke omstandigheden op Nieuw Guinea. Op 9 augustus 1962 sneuvelde de korporaal Marinus Derks tijdens een vuurgevecht in de omgeving van de plaats Kaimana. Zijn dood werd door velen ook als een schok ervaren. Hij was 20 jaar jong toen hij op Nieuw-Guinea sneuvelde. Korporaal Marinus Derks rust op de gemeentelijke begraafplaats Westdorp te Raalte.

Na het noemen van deze twee mannen is het even stil. De emoties zijn bij iedereen in de groep merkbaar. Hoe moeilijk het ook is terug te denken aan deze duistere plekken in ons geheugen, het is belangrijk om ze een plaats te geven en te verwerken. Daarbij mogen we de offers die deze mannen brachten nooit vergeten. In onze gedachten zullen ze altijd voortleven. Na deze emotionele ontlading vertrekken de fietsers weer richting het volgende controlepunt.

 

Het gebied waarin we fietsen is in het verleden meer dan eens van handen gewisseld. Zowel de Fransen als de Duitsers hebben hier voor lange periodes met de scepter gezwaaid. Dit zien we onder andere terug in de plaatsnamen. Dorpen als Sainte-Croix-en-Plaine worden afgewisseld met Wittenheim en Witzfelden. Ook de architectuur verandert naarmate we dieper het gebied in rijden. Huizen en dorpen vertonen steeds meer kenmerken van Duitse stijl. Het gebied is tegenwoordig Frans, maar de roerige geschiedenis die het heeft doorgemaakt is tot op de dag van vandaag zichtbaar.

De rest van de rit verloopt voorspoedig en de groep komt tegen zeven uur ’s avonds in het mooie Straatsburg aan. Na een ongezonde maar lekkere maaltijd klimmen we ons bed in. De volgende etappe belooft weer ouderwets zwaar te worden.

Etappe 6: 27 augustus (Strasbourg – Luxemburg)
Met de start van de zesde etappe komt ook langzamerhand het einde van de omloop in zicht. Vandaag rijden we 296 kilometer, een lange rit met veel hoogtemeters. Hierop volgt een rustdag, waarna ons nog maar twee etappes resteren. Het vertrek uit Straatsburg verloopt soepel, al zijn de begeleiders even zoet met navigeren door het doolhof van straatjes in de binnenstad.

Het eerste controlepunt staat in het plaatsje Bitche, een oude stad waar een imposant fort bovenuit torent. Deze citadel wist tijdens de Frans-Duitse oorlog van 1870-1871 stand te houden tegen een grote Duitse overmacht. Dit wapenfeit in combinatie met de Eerste en Tweede Wereldoorlog, en de koloniale oorlogen in Indochina en Algerije, wordt herdacht op een monument vlakbij de kerk.

De vermoeidheid die zich in de afgelopen week heeft opgebouwd, wordt bij iedereen zichtbaar in de loop van de dag. De fietsers en begeleiders maken lange dagen en er is gisteren geen rustdag geweest. Het fietsen van een etappe van bijna 300 kilometer is één ding, dit doen met weinig rust en al honderden kilometers achter de rug is een ander verhaal. Tot overmaat van ramp begint het navigatiesysteem van Martin Elands kuren te vertonen halverwege de etappe. Hij neemt een verkeerde afslag en raakt verdwaald in bossen en op grindpaadjes, geen terrein voor de fiets. Bijna dreigt hij de tocht te moeten opgeven omdat hij de controlepost mogelijk niet op tijd kan bereiken.

Dit is echter ook het moment dat de teamgeest van onze hechte groep fietsers naar de voorgrond treedt. Terwijl de bus Martin gaat zoeken, wacht Wolf de Wilde bij de eerstvolgende controlepost, met het risico dat hij zelf niet meer op tijd binnen kan komen. Jos Groen en Tom van Mierlo waren al vooruit gefietst en wachten in Metz op de twee. Tegen de tijd dat Martin en Wolf hier arriveren is Patrick Woldinga al bij de finish in Luxemburg stad aangekomen. Met zijn drieën fietsen Jos, Wolf en Martin verder. Het is al middernacht als zij arriveren bij de finish in Luxemburg stad.

Met al deze tegenslagen zouden we bijna vergeten waarom we aan deze tocht begonnen zijn. Bijna. Vandaag herdenken we de soldaat Hendrik Rutger Radstaat, geboren op 18 maart 1929 te Zaandam. Midden 1952 was Rutger Radstaat naar Korea uitgezonden met het Nederlands Detachement Verenigde Naties (NDVN). In deze periode was de NDVN van 20 augustus tot 5 september 1952 ingezet in stellingen tussen de heuvels ‘Old Baldy’ en ‘Arsenel’. De opdracht van de NDVN was naast het voeren van een hardnekkige verdediging ook agressief patrouilleren om krijgsgevangenen te maken. Er was echter nauwelijks vijandcontact. De enige vermeldenswaardige ontmoeting had plaats in de avond van 27 augustus toen de dagelijkse hinderlaagpatrouille een doorgedrongen afdeling van de vijand met behulp van een tank terugdreef. Waarschijnlijk is Hendrik bij deze actie, vandaag precies 76 jaar geleden, omgekomen. Hendrik Rutger Radstaat is 23 jaar geworden.

Met een gevoel van opluchting gaat iedereen na een stevige pint naar bed. Alle fietsers waren op tijd binnen, en deze uitdaging heeft ons als groep alleen maar sterker gemaakt. Dit is ook een belangrijke boodschap om uit te dragen naar veteranen die met problemen kampen: hoe diep je ook in de put zit, je staat er nooit alleen voor. Fietsers en begeleiders slapen al voordat hun hoofd het kussen raakt. Morgen slapen we uit en genieten we van een rustdag in het mooie Luxemburg.

Etappe 7: 29 augustus (Luxemburg – Brussel)

We hebben inmiddels zo veel vroege starts gehad dat we vanochtend eigenlijk niets meer tegen elkaar hoefden te zeggen. Op de automatische piloot verdween de bagage in de bus en maakten de fietsers zich klaar voor de laatste grote etappe. Luxemburg sliep nog toen we om half vijf ’s ochtends aan de start verschenen. Voor ons liggen 309 kilometers aan zwaar terrein. Vooral het eerste deel van de rit, dat door de Ardennen loopt, wordt als slopend ervaren. Juist nu het einde in zicht is, stijgt de spanning bij de deelnemers. Het zou toch zonde zijn om zo vlak voor het einde uit te stappen?

De inspanningen van bijna twee weken fietsen is de mannen echter niet in de koude kleren gaan zitten. Vermoeidheid en pijntjes eisen hun tol. Deze etappe gaat beslissend worden. Dit zijn echt de laatste loodjes. Wie vanavond in Brussel aankomt, zal ook de laatste etappe naar Oosteeklo wel halen, die is immers ‘maar’ 80 kilometer lang. De 77-jarige Tom van Mierlo besluit deze etappe vanaf het begin mee te fietsen. Dit is echt zijn terrein. Uiteindelijk zal hij 250 van de 309 kilometer afleggen, het zwaardere deel van de route, wel te verstaan.

De etappe van vandaag zit vol met geschiedenis. Onze eerste controlepost is in Bastogne. Deze stad werd vanwege haar strategische ligging op een kruispunt in het wegennet één van de doelen van het Duitse Ardennenoffensief in 1944. Deze laatste wanhoopspoging van de Duitsers om de geallieerde legers in tweeën te splijten was van begin af aan gedoemd te mislukken. Desondanks wisten de Duitsers zichzelf en de geallieerden veel schade te berokkenen, om nog maar te zwijgen over de burgerbevolking van de Ardennen. Die had gedacht voorgoed bevrijd te zijn, tot het moment dat Duitse tanks weer in hun dorpjes verschenen.

Verderop in de route, net voorbij Luik, stuiten we op een imposant fort dat uit de late 19e eeuw dateert. Tijdens de Eerste Wereldoorlog kozen de Duitsers ervoor om, net als in de Tweede Wereldoorlog, via België Frankrijk aan te vallen. België ving in augustus 1914 dus de eerste klappen op van de oorlog die nog vier jaar lang vernietigend zou huishouden in Europa. Eén van de obstakels voor de Duitse opmars was het Belgische fortencomplex bij Luik. Fort Lantin was één van de twaalf forten behorend tot dit complex. Hier staan wij stil bij een gevallen Nederlandse militair.

 

 

1 / 1

Vandaag hebben we bij Fort Lantin de matroos Govert Faas van de Koninklijke Marine herdacht, geboren op 30 juni 1921 te Zaamslag op Zeeuws Vlaanderen. Gedurende de Tweede Wereldoorlog was de matroos Govert Faas één van de geallieerde krijgsgevangenen die was ingezet bij de aanleg van de Birma-spoorweg, ook wel de dodenspoorlijn geheten. In de zomer van 1943 hadden de Japanners de zogeheten ‘Speedo-tijd’ ingevoerd. De dwangarbeiders moesten zich dubbel inspannen om het spoor af te krijgen. De Japanners jaagden hen op door ‘Speedo! Speedo!’ te roepen. Dat betekende dat de vaak al uitgeputte mannen nog meer moesten opschieten. Govert Faas is in deze periode op 29 augustus 1943 in een klein Japans werkkamp voor krijgsgevangenen aan deze spoorlijn bij het plaatsje Kuye in Thailand overleden. Hij ligt begraven op de Kanchanaburi War Cemetery in Thailand. Bij zijn overlijden was Govert Faas 22 jaar oud. Juist op de dag waarop in Doorn de overgebleven WO2-veteranen een warm eerbetoon ten deel viel, is het goed stil te staan bij de gevallenen en een van hen speciaal te herdenken tijdens de Omloop van de Slagvelden!

Govert Faas was een jongeman van 22 jaar die al oorlog heeft meegemaakt, gevochten heeft en gevangen is genomen. Dan wordt hij ook nog eens ingezet als dwangarbeider en moet hij onder erbarmelijke omstandigheden een spoorweg helpen aanleggen. Het is moeilijk voor te stellen hoe iemand die dit leed voor weken, maanden, zelfs jaren ondergaat nog hoop kan houden op een goede afloop. Hoe konden ook de soldaten die tijdens de Eerste Wereldoorlog vier jaar lang in een modderige loopgraaf zaten door blijven vechten? Menselijke wilskracht kan soms onvoorstelbaar sterk zijn. Laat het dan ook onze taak zijn, als Nederlanders levend in vrede, hulp te bieden aan veteranen die deze wilskracht nog niet gevonden hebben.

Daar fietsen we voor. En die wilskracht tilt onze mannen om één uur ’s nachts over de eindstreep. Ze zijn de laatsten die binnenkomen, maar nog steeds ruim op tijd. Alleen onze snelheidsduivel, Patrick Woldinga, was al eerder vanavond binnen. Veel tijd om hun aankomst te vieren is er niet. Iedereen is moe en morgen wacht ons de laatste etappe. Morgen kunnen we de voltooiing van de omloop vieren, een niet te onderschatten prestatie, geïnspireerd door de bijzondere doelen van de deelname. Laten we echter niet te vroeg juichen, de laatste loodjes wegen altijd het zwaarst. Pas daarna mag het loodje van de fiets!

Voor meer informatie over de ontmoetingsbijeenkomst van Tweede Wereldoorlog-veteranen in Doorn, klik op onderstaande link.

Etappe 8: 30 augustus (Brussel – Oosteeklo)
Voor de verandering starten we vandaag pas laat, om kwart over twaalf ’s middags. De etappe die voor ons ligt is 87 kilometer lang en loopt van Brussel naar Oosteeklo. Voor aankomst in Oosteeklo staat een stop gepland in Waarschoot. Hier wordt gewacht op alle fietsers om vervolgens gezamenlijk naar de finish te rijden. De fietsers vertrekken vanaf het Atomium in Brussel onder politiebegeleiding richting Gent. Hier staat de enige tussentijdse controlepost van deze etappe waar de deelnemers even iets kunnen eten en uitrusten.

De aankomst in Waarschoot overtreft al onze verwachtingen. De straat waar de stempelpost zich bevindt is afgesloten voor verkeer en staat vol met publiek. Hier wachten we tot alle fietsers aangekomen zijn om weer gezamenlijk te vertrekken. Dit is ook het moment waarop wij ervoor kiezen een korte herdenking te houden op de lokale begraafplaats, waar ook een monument voor de eerste wereldoorlog staat. Jos leidt ons hier in een wat uitgebreidere laatste herdenking.

Vandaag herdenken we de sergeant Mathieu Jalhay, op 08 mei 1894 te Maastricht geboren. Sergeant Jalhay is als gevolg van zijn gedwongen inzet als dwangarbeider bij de bouw aan de Pakanbaroe-spoorweg te Sumatra overleden. Deze spoorweg op Sumatra was een van de zogenaamde ‘dodenspoorwegen’ die in de Tweede Wereldoorlog in Azië tussen september 1943 en augustus 1945 onder verschrikkelijke omstandigheden dwars door de jungle door dwangarbeiders in opdracht van de Japanse bezetter werd aangelegd. Op 15 augustus 1945 was de spoorweg nog niet helemaal klaar. De Japanners verzwegen voor de dwangarbeiders dat Japan die dag gecapituleerd had, zodat de dwangarbeiders aan de spoorweg bleven doorwerken, terwijl ze eigenlijk ‘vrij’ waren. Sergeant Mathieu Jalhay is daarom in feite op 30-augustus-1945 als vrij man gestorven. Hij ligt begraven op het Nederlandse Ereveld Leuwigajah te Cimahi dat even buiten Bandung op Java ligt.

Op deze vrijdag, de laatste dag van de “Omloop van de Slagvelden”, is het een gepast moment om terug te gaan naar 11 november 1918, de dag dat de Eerste Wereldoorlog eindigde. Als dank voor onze deelname aan deze prachtige omloop, zo perfect georganiseerd door onze Belgische organisatoren, staan we op deze dag stil bij de Belgische militairen die op het allerlaatste moment van de Eerste Wereldoorlog zijn gesneuveld.

Velen zullen denken dat deze laatste oorlogsdag geruisloos verliep. Het tegendeel is waar. Exact op het moment dat de wapenstilstand destijds om 11:00 uur ’s ochtends inging zwegen de wapens, waarbij er die dag nog minstens 2738 militairen sneuvelden. Het daggemiddelde over de hele oorlog was 2250 doden. Een echt rustige dag was 18 november 1918 daarom niet.

Naar schatting 60 Belgische militairen stierven er op deze laatste oorlogsdag. Maar enkelen van hen waren effectief aan het front. Meer dan de helft (waarschijnlijk 38) bezweken in een hospitaal of krijgsgevangenenkamp aan de Spaanse Griep, een verwoestende ziekte die destijds de wereld in haar greep had. Van enkele Belgische soldaten is het met zekerheid vastgesteld dat zij aan of nabij het front zijn gesneuveld.

De laatste Belg die waarschijnlijk op deze dag omkwam was de vijfentwintigjarige Luikenaar Marcel Terfve. Om 10:42 uur kreeg hij een kogel door zijn borstkas nabij Kluizen aan het kanaal Gent-Terneuzen. Drie minuten later bezweek hij aan zijn verwondingen. Hij werd begraven in Eeklo naast de twintigjarige Joseph Manteleers uit Rekem, die ook nabij Kluizen door een kogel was geraakt. Joseph Manteleers stierf echter een dag later. Overigens bezweek rond 10:00 uur in het veldhospitaal van Sleidinge aan het Kanaal Gent-Terneuzen de negenentwintigjarige Hector Lefèbvre uit Westouter. Hij zou zich die ochtend in de tijd hebben vergist. Hij was een klein uur te vroeg zomaar het niemandsland ingelopen. Hij rust in de Gentse Westerbegraafplaats.

De combinatie van zware inspanning, het bereiken van de finish en de indrukwekkende herdenking laat ons niet onberoerd. Samen nemen we een moment om alle indrukken te verwerken en elkaar te bedanken. Dan gaat de rit weer verder. Wederom onder politiebegeleiding rijden de fietsers, in compacte formatie, richting de finish in Oosteeklo. Onderweg staat veel publiek langs de kant en overal wapperen witte vlaggen. Deze staan symbool voor de vrede en luiden meteen de vredesfeesten hier in de omgeving in. Het onthaal in Oosteeklo overtreft zelfs het welkom in Waarschoot. Het staat volgepakt met mensen en onder luid gejuich worden de fietsers onthaald.

Hier is het twaalf dagen geleden allemaal begonnen en hier is de cirkel weer rond. Dit is meer dan de finish van een wedstrijd, het is de voltooiing van een unieke beleving. Ons fietsteam en de twee begeleiders hebben niet alleen de tocht volbracht, maar ook de Eerste Wereldoorlog en Nederlandse slachtoffers van oorlogen en vredesoperaties vanaf 1940 herdacht.

Terugblik
Op de avond na de laatste etappe worden de deelnemers in een grote tent in Oosteeklo gehuldigd. De prestatie die zij allemaal geleverd hebben is op zichzelf al zeer indrukwekkend. De gedachte achter de tocht en de historische gronden waarover wij reden voegen hier alleen maar aan toe. Het Vi-team heeft daarnaast nog twee prestaties geleverd: het herdenken van de 23.000 Nederlanders die sinds 1940 bij oorlogen of tijdens vredesoperaties zijn omgekomen, en het uitdragen van de boodschap dat sport een goede weg naar herstel is voor veteranen met problemen. In beide doelen zijn wij naar ons eigen idee goed geslaagd. Wolfde Wilde maakt van de gelegenheid gebruik om even de aandacht te vragen in de tent en nogmaals deze boodschap te herhalen.

We sluiten ons avontuur af met een gezellige avond in Oosteeklo waar verhalen en ervaringen worden uitgewisseld. Wij zijn de organisatie van de omloop zeer dankbaar voor hun harde werk. Ze stonden altijd klaar om te helpen waar nodig en reageerden direct enthousiast op onze missie. De afgelopen twee weken zijn wij als groep dichter naar elkaar gegroeid en hebben we vele nieuwe vrienden gemaakt en waardevolle ervaringen opgedaan. Het belangrijkste is echter dat we hebben kunnen laten zien wat sport voor veteranen met PTSS kan doen, en dat we diegenen hebben kunnen herdenken die vielen op onze route en daarbuiten. Tot over 100 jaar!