Onderzoek naar Dutchbat 4

20 mei 2016
Deel dit bericht:
De compagnie om niet te vergeten.

Mijn naam is Merel Slijp, master-student geschiedenis aan Universiteit Leiden en stagiaire bij het Veteraneninstituut. Tijdens een studiereis in 2011 naar Servië en Bosnië bracht ik een bezoek aan Srebrenica. De kapotgeschoten huizen, de enorme begraafplaatsen met duizenden witte kruizen en de geschiedenis die letterlijk nog op de fabrieksmuren in Srebrenica stond getekend lieten mij de rest van mijn studie niet meer los.

En nu, aan het einde van mijn studie is het eigenlijk voor mij niet verwonderlijk dat ik het slotstuk van mijn geschiedenisopleiding richt op de laatste Nederlandse compagnie van de VN-missie UNPROFOR, oftewel Dutchbat 4 ‘Griffin’. De groep van 199 mannen en één vrouw van het 42 Bataljon Limburgse Jagers uit Seedorf dat werd geconfronteerd met de dramatische gevolgen rond de val van Srebrenica.

Vluchtelingen

In juli 1995 begint hun rol als zij een paar dagen voor de val van Srebrenica afreizen naar Bosnië. In het dorpje Simin Han lossen zij het 13 Infanteriebataljon luchtmobiel van Dutchbat 3 af.  Op 11 juli 1995 valt Srebrenica en al snel worden de militairen van Dutchbat 4 geconfronteerd met een grote vluchtelingenstroom van duizenden moslims naar het nabijgelegen Tuzla. Op de vliegbasis in Tuzla, waar twaalf Nederlandse stafofficieren van Sector North East samen met Nederlandse marechaussees en personeel van andere VN-eenheden in 72 uur tijd een vluchtelingenkamp hebben opgebouwd, helpt Dutchbat 4 met de verdere opvang van de vluchtelingen.

 

Ook tijdens de periode van de vredesonderhandelingen in november en december 1995 had Dutchbat 4 een belangrijke rol te vervullen in het gebied rondom Tuzla. Tussen de strijdende partijen werden er lokale vredesonderhandelingen georganiseerd op de confrontatielijn waarbij Dutchbat 4 werd ingezet voor de beveiliging. Dit alles werd uitgevoerd naast de officiële taakvoering in de Sapna-vinger.

De Vergeten Compagnie

Over de oorlog in Bosnië en het Nederlands militair optreden, met name de rol bij de val van Srebrenica, is veel bekend. Maar over het groepje Nederlanders dat achterbleef in Bosnië na de val van Srebrenica bijna niet. Commandant Engbersen heeft zich na de missie altijd ingezet voor meer erkenning en waardering voor Dutchbat 4. In 1997, twee jaar na het vertrek uit Bosnië, schreef hij  het boek ‘De Vergeten Compagnie’ over de belevenissen van Dutchbat 4. Maar het zou nog tien jaar duren voordat Dutchbat 4 voor zijn optreden in Bosnië een officiële blijk van erkenning en waardering krijgt. In 2005 ontvangt de compagnie een uitzendvlag en oorkonde door luitenant-generaal P. van Uhm.

Erkenning en waardering

Tijdens mijn gesprekken ervaar ik grote verscheidenheid in opvattingen over het thema erkenning en waardering. Een onderwerp waarvoor binnen het Veteraneninstituut veel aandacht is. Voor sommigen is de erkenning van buitenaf van grote waarde; voor anderen begint erkenning en waardering bij jezelf. In mei 2016 interviewde ik  Paul Bul, waarnemer en Forward Air Controller tijdens de missie Dutchbat 4. Zijn boodschap was erkenning en waardering in jezelf te zoeken, een ander kan je dat niet geven.

Paul Bul (Wachtmeester I van Dutchbat 4):

”Ik ben vandaag geïnterviewd door Merel Slijp. Fijn gesprek. Mooi vooral omdat ik nu door vraagstelling door de periode(s) van verschillende uitzendingen kon gaan. Verbazingwekkend hoeveel feiten er nog zomaar opgelepeld konden worden. ‘Erkenning en waardering’ was inderdaad de insteek. Ik heb Simin Han en Tuzla tijdens mijn uitzending SFOR 1 bezocht. ‘Waardering en erkenning’ van buiten speelt sindsdien niet meer voor mij. Ik heb namelijk gezien dat kinderen naar school konden, de verkeerslichten werkten, bussen reden en dat een militair (in uniform) in zijn moestuin stond te werken. Door mijn persoonlijke bijdrage aan de uitzending Dutchbat 4? Ik wil dat graag geloven. Ik heb nu de ervaring dat mijn bijdrage, iedere bijdrage, hoe klein of ongezien ook er toe doet. Die waardering van mijzelf, die erkenning in mijzelf is datgene wat telt. Daar kan geen medaille of toespraak, lintje, een niet-vermelding in een boek tegenop. Dank je wel Merel dat ik mijn verhaal op deze manier mocht doen. Dat mijn verhaal opgenomen wordt in de archieven van het Vi. Mooie gedachte..”

Onderzoek

Naast het beschrijven van de activiteiten en de waarde van Dutchbat 4 zal ik in mijn onderzoek aandacht besteden aan de vraag wat maatschappelijke erkenning en waardering voor de veteranen betekent. Daarbij maak ik gebruik van literatuuronderzoek en een vragenlijst.

Het meeste indruk maken de persoonlijke verhalen van de veteranen die ik voor mijn onderzoek mag interviewen. Het is bijzonder om te zien wat het simpel stellen van vragen allemaal teweegbrengt en ik zou het iedereen van harte aanraden.