'Wij doen niet aan rangen en standen'

6 juli 2018
Deel dit bericht:
Vrijwilligers Michelle en Debbie op de munitiekist.

De vierde aflevering van ‘Op de munitiekist’ bracht ons naar Barendrecht. Bij het monument* aan de Oude Maas troffen we Michelle Schothuis en Debbie Greten. Twee bevriende no-nonsense vrijwilligsters die van aanpakken weten. In drie jaar tijd veranderde de besloten veteranenavond in een bruisende dag waar iedereen welkom is. Een dag waar ook de burgemeester blij mee is.

  • Woonplaats en leeftijd: Barendrecht, 37 jaar en 38 jaar
  • Vrijwilligersfunctie: voorzitter (Michelle) en secretaris (Debbie) Veteranen Comité Barendrecht
  • Sinds: 2015
  • Als wij 10.000 euro subsidie zouden krijgen, dan besteden we die aan: een eigen plek voor onze MeetingPoint van waaruit we ook zorg voor veteranen en hun thuisfront kunnen opstarten.

Neem ons even mee naar het begin…

Michelle: “Oprichter en oud marinier Klaas Orsel wilde graag verjonging binnen de stichting en benaderde mij. Tijdens een veteranendag had ik gemerkt hoe groot de behoefte aan contact met gelijkgestemden is.”

Dat wilde ik gelijk aanpakken: de besloten ‘veteranenavond-met-partner’ moest veranderen in een veteranendag voor iedereen.

Debbie: “Mijn man is militair en kreeg hierover een brief. Ik had net mijn coachingsopleiding achter de rug en bood mijn hulp aan. Eigenlijk om de zorg voor veteranen op te pakken. Maar voor ik het wist, was ik lid en zat ik vol in de organisatie van de dag nieuwe stijl.”

Hoe ziet zo’n dag nieuwe stijl eruit?

Michelle: “De eerste keer hadden we maar vier maanden dus het programma was wat summier. Inmiddels is het een hele happening. Heel veel muziek. Allerlei kinderactiviteiten zoals opblaasbare attracties en mini battle tanks. Er staan informatiekramen. Die met de levende reptielen was een groot succes. Nog steeds is er een besloten veteranendeel, maar die is nu voor het hele gezin. De kinderen van veteranen krijgen dankzij gulle sponsoring door plaatselijke middenstand een goed gevulde goodie bag. O ja, op vrijdag is er ook nog een concert voor veteranen en geïnteresseerden.”

Goeie grutten. Hoe krijgen jullie het allemaal voor elkaar?

Debbie: “We bedenken iets en gaan gewoon aan de slag. Niet te lang nadenken. Hoppa, gaan met die banaan. Thuis moeten ze wel lachen om ons. ‘Laat ze maar stuiteren’, zie je ze denken.’ Michelle vult aan: ‘We doen het niet alleen natuurlijk.”

Dit jaar hadden we hulp van zo’n 20 leerlingen van de VeVa. Harde werkers. Echt top.

“We werken ook nauw samen met de evenementencoördinator van de gemeente.”

Debbie: “Zij denkt mee over logistiek en veiligheid. Daar leren we veel van. Op de dag zelf is zij er gelukkig ook.”

Zo’n dag betekent ook veel voor de stad of niet?

Jazeker. Het trekt veel bezoekers en het leeft echt onder de bewoners. Burgemeester Van Belzen is ook helemaal blij met de dag.

“Hij was bij het concert, opent de zaterdag en blijft bijna de hele dag. Vorig jaar liep hij met een rugzak om en helm op rond. Hij is van huis uit geschiedenisleraar, vandaar. We organiseren de dag echt samen met de gemeente. Begin juli is de gezamenlijke evaluatie.”

Waar zijn jullie nog meer trots op?

Debbie: “We hebben de vaste groepjes los weten te weken. Iedereen gaat altijd in de bekende groepjes bij elkaar zitten. Dat vonden we maar stom. Wij doen niet aan rangen en standen. We visten uit wat ieders interesse was, en koppelden daarna veteranen aan elkaar.”

Je krijgt niet alleen gesprekken, er ontstaat ook begrip voor elkaar. Veel is namelijk hetzelfde. Nu mixt het veel makkelijker. Dat is mooi om te zien.

Michelle: “In het begin moest men wel aan ons wennen. We kunnen nogal doordraven en zeggen waar het op staat. Maar inmiddels kennen ze ons. Ze weten dat we niet alleen een grote mond hebben. We krijgen de dingen voor elkaar. Nu begint iedereen te glimlachen als we weer iets bedacht hebben.”

Ter afsluiting even terug naar de munitiekist. Welke speciale herinnering stop je hier in?

Michelle: “Ik denk dan gelijk aan mijn missie in Pakistan in 2005. Na een aardbeving waren veel mensen dakloos. Een 11-jarig jongetje sprak mij aan. Hij woonde met zijn moeder in een tent. Ik ben veel bij ze op bezoek geweest. Dat ventje maakte mijn tijd daar als ziekenverpleger makkelijker.”

Gelukkig heb ik via Facebook weer contact. Het gaat goed met hem en hij gaat zelfs in dienst!

Debbie: “Elke keer wanneer mijn man thuiskomst van een missie is een mooie herinnering.”

De spanning op de gezichtjes van onze kinderen en de reactie als ze hem weer zien. Dat went gelukkig nooit.

Op de munitiekist: hebben jullie nog een boodschap?

Debbie: “Euh nee, geloof het niet. We hebben nog superveel ideeën en gaan gewoon door. Hoewel…, nog wat meer hulp vanuit Defensie zou wel fijn zijn.”